Het Japanse Fujifilm overleefde de teloorgang van de analoge camera door de kennis van fotografie toe te passen in nieuwe producten. Maar Fujifilm moet blijven innoveren om over tien jaar nog te bestaan. Daarvoor heeft het concern een uitgekiende strategie.
Het is inmiddels tien jaar geleden dat het laatste fotorolletje in Tilburg van de lopende band rolde, toch is Fujifilm nog altijd een van de grootste werkgevers van Brabant. De Tilburgse vestiging van het Japanse concern biedt aan circa 800 mensen werk. Het personeel maakt onder meer kleurenfotopapier, offsetprintplaten en speciale membranen om gas en water te zuiveren.
Fujifilm heeft zichzelf opnieuw weten uit te vinden, waar andere fotobedrijven als Polaroid, Kodak en Agfa om zijn gevallen. Dat deed het bedrijf door de kennis van fotorolletjes, belichting, filters en coatings te gebruiken voor andere producten. Zo maakt Fujifilm kunstmatige gelatine, dat wordt toegepast in de medische sector, en scoorde het concern een grote hit in Japan met make-up op basis van algen.
Nieuwe strategie
Fujifilm heeft een razendsnelle omslag weten te maken door in te zetten op ‘open innovatie’, het samenwerken met andere, jonge bedrijven om kennis te delen en zo nieuwe ideeën te ontwikkelen.
Al begin jaren 80 voorzag Fujifilm dat analoge camera’s niet het eeuwige leven hadden. De bedrijfsstrategie werd omgegooid: er werd zoveel mogelijk geld uit de productie van camera’s geknepen, terwijl het bedrijf op zoek ging naar andere toepassingen van hun kennis.
Ondertussen zette het Amerikaanse Kodak vol in op digitale camera's. Dat bleek, met de opkomst van de smartphone, een slechte investering. Kodak vroeg in januari 2012 faillissement aan.
Innovatiehub in Tilburg
Om vernieuwing aan te jagen zet Fujifilm speciale innovatiecentra op, waar de vernieuwende producten van het bedrijf zijn uitgestald. Zo wil Fujifilm partners inspireren om samen te werken. Sinds vorige week staat er ook zo'n Open Innovation Hub in Tilburg.
"Wij hebben overleefd door te denken op langere termijn. Ons doel is niet dit jaar al winst maken, maar onze kennis toepassen in andere bedrijfstakken", vertelt Mike Dingemans, innovatie-expert van Fujifilm, bij de opening van het nieuwe gebouw. "Dat kan je zien aan het feit dat onze Japanse CEO al meer dan 15 jaar het bedrijf aanstuurt en dat werkt ook zo met bijna alle andere functies. De beslissingen die gemaakt worden bij Fujifilm daar moet je heel lang mee leven."
Tokio, Silicon Valley en Tilburg?
Het Open Innovation Hub in Tilburg is de derde in zijn soort. Eerder opende Fujifilm vergelijkbare centra in het Japanse Tokio en het Amerikaanse techwalhalla Silicon Valley.
Het zijn plekken waar je Tilburg niet snel tussen zou scharen, maar volgens topman Peter Struik van Fujifilm Nederland past de Brabantse stad hier wel degelijk tussen. "Brabant is een van de meest digitaal ontwikkelde regio's in de wereld en in Eindhoven hebben we dé kennisregio van Europa om de hoek zitten."
Fujifilm wil dat de innovatiehub een ontmoetingsplek wordt voor startups, niet alleen uit de regio maar uit heel Europa.
Banen in Tilburg
Terwijl Struik vertelt over de strategie, kijken de bazen uit Japan vanuit de hoek van de kamer toe. Ze smoezen onderling, met hun blik naar de grond gericht. Tokio heeft natuurlijk veel invloed in het bedrijf, maar volgens Struik kan Tilburg ook altijd zijn eigen ideeën inbrengen.
Fujifilm zat al in Brabant voordat Eindhoven opkwam als kennisregio, aldus Struik. De firma heeft dan ook altijd samengewerkt met bedrijven en universiteiten om Brabant te blijven ontwikkelen tot een broedplaats voor talent.
"Hopelijk komen wij hier in contact met bedrijven die meer weten van nieuwe bedrijfstakken waar wij ook een plaats willen veroveren", zegt innovatie-expert Mike Dingemans van Fujifilm. Het bedrijf wil uitbreiden op de automarkt, met bijvoorbeeld het projecteren van de snelheidsmeter en navigatie in de voorruit.
En dat is heel belangrijk voor de werkgelegenheid in Brabant, geeft Struik aan. "Deze hub gaat niet direct heel veel banen opleveren, maar het is essentieel voor het behouden van de huidige 800 banen."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl