De Brits-Nederlandse energiereus Shell is donderdag de eerste van de grote westerse olie- en gasbedrijven die met jaarcijfers over 2014 komt. Sleutelvraag: wat doet de forse daling van de olieprijs met Shell?
Shell hoort tot de zogenoemde ‘supermajors’ in de olie- en gassector. Dat is een select clubje van extreem grote westerse olie- en gasbedrijven, die veel olie en gas oppompen, ruwe olie verwerken tot eindproducten als benzine, diesel en kerosine en over een uitgebreid distributienetwerk beschikken. De westerse top drie bestaat naast Shell uit het Amerikaanse ExxonMobil en het Britse BP.
De harde daling van olieprijzen in de tweede helft van 2014 heeft de energiewereld op z’n kop gezet, maar de vraag is hoe problematisch dat is voor de westerse supermajors.
Lage olieprijs
Shell-topman Ben van Beurden gaf onlangs in het bedrijfsblad Shell Venster aan erop te rekenen dat de olieprijs op termijn weer stijgt. Voor de lange termijn ziet hij nog steeds een groeiende mondiale energievraag.
Toch laat de halvering van olieprijzen in pakweg zes maanden tijd Shell niet koud. “Wat wel een probleem kan worden, is dat we met een lagere olieprijs minder geld binnenkrijgen en dus minder uit te geven hebben”, schetst Van Beurden in Shell Venster. “Ons investeringsprogramma hebben we voor een deel opgebouwd met het idee dat de olieprijs rond negentig dollar zou liggen. Dus als de olieprijzen een paar jaar laag blijven, komt dat programma onder druk te staan.”
Grofweg roept de lage olieprijs drie vragen op voor Shell: wat doen lagere prijzen met de winstgevendheid van huidige winningsprojecten? Wat is de invloed van lagere olieprijzen op nieuwe investeringen? En hoe houdt Shell beleggers tevreden met dividenduitkeringen, als de inkomsten substantieel zouden teruglopen?
Hieronder een overzicht van de belangrijkste uitdagingen waar Shell voor staat.
1) Winst Shell: geen drama bij slot 2014
We beginnen met de winstgevendheid over het afgelopen jaar. Onderstaande grafiek geeft de gemiddelde verwachting van analisten weer, zoals bijgehouden door Vara Research, voor de geschoonde winst van Shell in de laatste drie maanden van 2014 en het hele jaar.
Van doorslaggevend belang zijn twee divisies: die voor de winning van olie en gas (upstream) en de tak die zich bezig houdt met raffinage, chemie en pompverkoop (downstream).
Het gros van het geld verdient Shell met het oppompen van olie en gas. Hoewel olieprijzen al duidelijk daalden in de laatste maanden van 2014, is de verwachting van analisten dat de invloed daarvan op de winst uit de productie van olie en gas nog beperkt is. Die zou in het vierde kwartaal min of meer stabiel moeten blijven vergeleken met een jaar eerder.
Voor de andere belangrijke tak, de raffinage van ruwe olie tot motorbrandstoffen en de chemie, zijn lage olieprijzen zelfs gunstig, omdat die voor lagere inputkosten zorgen. Hier rekenen analisten gemiddeld op verdubbeling van de winst in het vierde kwartaal, vergeleken met het slot van 2013
2) Olieprijzen lager, hoe zit het met productie?
Voor de winstgevendheid op de korte termijn heeft Shell hoofdzakelijk te maken met twee factoren: olie- en gasprijzen en productievolumes. In het vierde kwartaal van 2014 lagen olieprijzen gemiddeld zo'n 30 procent lager, vergeleken met het slot van 2013. Maar gasprijzen in de VS hielden nog redelijk stand; en aardgas wordt steeds belangrijker voor de productie van Shell.
Verder is het afwachten hoeveel olie en gas Shell precies heeft opgepompt in de laatste maanden van 2014. Extra productie kan een compenserende factor vormen bij dalende olieprijzen.
3) Rendement Shell niet denderend
Belangrijker nog dan de kwartaal- of jaarwinst is hoe de winst zich verhoudt tot het geïnvesteerde vermogen. Met dit kengetal gaat het sinds 2013 niet al te best voor Shell. Het rendement op het geïnvesteerde vermogen zakte in 2013 ver onder de 10 procent.
Om daar verbetering in te brengen is topman Van Beurden veel scherper gaan kijken naar de winstgevendheid van individuele projecten. Activiteiten die onvoldoende renderen worden rigoureuzer afgestoten. Vraag is of de saneringsdrift van Van Beurden al iets begint op te leveren.
4) Shell bulkt nog van het geld, maar 2015 wordt minder
De manier waarop Shell geld rondpompt is relatief eenvoudig te behappen, al gaat het om astronomische bedragen. Kijk je naar de zogenoemde operationele kasstroom, dus het geld dat het bedrijf instroomt exclusief boekhoudkundige afschrijvingen, dan rekenen analisten voor het hele jaar 2014 op een bedrag van pakweg 45 miljard dollar.
Daar doet Shell hoofdzakelijk twee dingen mee: fors investeren in bestaande en nieuwe winningsprojecten voor olie en gas en geld terugsluizen naar aandeelhouders in de vorm van dividenden.
De verwachting is dat de operationele kasstroom van afgelopen jaar nog wat hoger zal liggen dan in 2013. Maar analisten, gepeild door Vara Research, zien de invloed van lage olieprijzen in 2015 wel hard aankomen. Voor dit jaar is de verwachting dat er pakweg 11 miljard dollar minder binnenstroomt bij Shell.
5) Minder investeren, zwakke onderdelen de deur uit
Zoals hierboven opgemerkt is Shell-topman Van Beurden hard bezig de bezem te halen door de organisatie. "Ik heb niets aan plannen die er leuk uitzien, maar irreëel zijn. Hier hebben we veel aan gedaan dit jaar en ik merk dat de organisatie daarop begint te reageren. Er wordt meer gekeken naar: is dit plan realistisch genoeg, klopt dit nou wel, hoeveel schadelijk optimisme zit hierin? Wat in de komende periode nog meer aan de orde gaat komen, ook gezien de lage olieprijzen, is betaalbaarheid", schetste de hoogste baas onlangs in bedrijfsblad Shell Venster.
Dit is ook terug te zien in de omvang van de investeringen. De bruto investeringen lagen in de eerste negen maanden van dit jaar circa 2 miljard dollar lager dan in dezelfde periode over 2013.
Anderzijds verkocht Shell voor ruim 11 miljard dollar onderdelen in de eerste negen maanden van dit jaar, tegen een opbrengst van iets meer dan één miljard dollar een jaar eerder. Die opbrengsten uit verkopen kunnen Shell in ieder geval tijdelijk helpen om bijvoorbeeld het dividend op peil te houden, als de inkomsten uit de oliewinning door lagere prijzen teruglopen in 2015.
Minder investeren levert voor Shell op de langere termijn wel een risico op: het toekomstige productievolume van olie en gas wordt hiermee beperkt en dat heeft ook invloed op toekomstige inkomstenstromen.
6) Dividend: stabiel in dollars, hoger in euro
Shell heeft dit jaar tot nog toe elk kwartaal 0,47 dollar dividend per aandeel uitgekeerd. De verwachting is dat dit voor de laatste maanden van 2014 ook zo zal zijn.
De verzwakking van de euro speelt Nederlandse Shell-beleggers overigens in de kaart. In onderstaande grafiek is te zien hoe de uitkering van 0,47 dollar per kwartaal in euro's steeds meer heeft opgeleverd (klik op 'dividend per aandeel in euro').
Beleggers zullen donderdag vooral uitkijken naar uitspraken van de Shell-top over het dividend in 2015. Blijft dat gelijk, ondanks de lagere olieprijzen, of gaat Shell ook op dit vlak bezuinigen?
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl