Op Mars zijn nieuwe aanwijzingen gevonden dat er heel vroeger misschien leven mogelijk was.
Bovendien is ontdekt dat de hoeveelheid methaan in de dampkring van de planeet stijgt en daalt, wat zou kunnen betekenen dat er ook nu nog leven op Mars is.
Onomstotelijk bewijs is het niet, benadrukt de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA, maar “Mars vertelt ons dat we moeten blijven zoeken naar bewijs voor leven”.
De verkenner Curiosity, een rijdend laboratorium dat sinds 2012 rondrijdt op Mars, heeft onder meer rotsen onderzocht die 3 miljard jaar oud zijn en net onder het oppervlak liggen. In die rotsen bleken organische moleculen te zitten. Dat zijn verbindingen van koolstof en waterstof, en soms ook bijvoorbeeld zuurstof en stikstof.
Die elementen gelden als bouwstenen van leven. Maar omdat de Curiosity niet heeft vastgesteld hoe de moleculen zijn ontstaan, is het geen bewijs voor leven op Mars.
De Curiosity heeft ook vastgesteld dat de hoeveelheid methaan in de dampkring van Mars in de afgelopen zes jaar varieert. De concentraties stijgen in de zomers en dalen in de winters. Ook daarvan staat de oorzaak niet vast. Het zou kunnen komen door minieme organismen ergens op Mars.
Eerder waren al aanwijzingen gevonden dat Mars miljarden jaren geleden stromend water heeft gehad, een andere voorwaarde voor leven. Zo was de plek waar de Curiosity rondrijdt, de krater Gale, ooit waarschijnlijk een meer.
De Verenigde Staten hebben onlangs een nieuwe Marsverkenner gelanceerd, die in het oppervlak moet gaan boren op zoek naar sporen van leven. Europa en Rusland willen rond 2020 ook een rijdend laboratorium naar Mars sturen om te kijken of Mars ooit leven heeft gehad.