Uit de Panama Papers en Paradise Papers blijkt dat belastingontwijking relatief gemakkelijk is; wereldwijde belastingafspraken zouden dat kunnen tegengaan.
Maar volgens promotieonderzoek van jurist Dirk Broekhuijsen aan de Universiteit Leiden is een internationaal belastingverdrag voorlopig niet haalbaar.
Momenteel zijn belastingafspraken overeenkomsten tussen twee landen. Met elk land heeft Nederland een andere belastingafspraak. Door slim gebruik te maken van de verschillen tussen nationale belastingsystemen en de honderden losse afspraken tussen individuele landen betalen sommige bedrijven vaak weinig tot geen belasting. Volgens Broekhuijsen lopen alleen al de EU-landen hierdoor jaarlijks zo’n 50 tot 70 miljard euro aan belastinginkomsten mis.
Wereldwijde afspraak: winnaars en verliezers
Een belastingafspraak tussen meerdere landen zou belastingontwijking kunnen voorkomen, maar dat is volgens de onderzoeker lastig. Dergelijke belastingafspraken zullen duidelijke winnaars en verliezers opleveren. Veel landen zullen door de afspraak minder belasting kunnen ophalen. Andere landen zullen misschien meer belasting innen, maar zien hun vestigingsklimaat voor multinationals verslechteren.
Broekhuijsen verwacht op korte termijn dan ook geen internationaal groot verdrag. Wat de internationale gemeenschap volgens hem wel kan doen is procesafspraken maken zoals dat gebeurde tijdens de klimaatconferentie in Parijs. Daar spraken wereldleiders met elkaar af dat de aarde maximaal 1,5 graden mag opwarmen. Dergelijke afspraken kunnen uiteindelijk zorgen voor concrete maatregelen.
Een eerste stap in de goede richting is volgens Broekhuijsen het zogeheten multilaterale instrument dat de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) eind 2016 in werking stelde. ,,Het is de eerste belastingafspraak tussen meerdere landen. Dat stemt hoopvol."