De lonen stijgen maar matig en het Centraal Planbureau (CPB) heeft uitgevogeld hoe dat komt: de productie per werknemer moet omhoog. Met andere woorden: we moeten harder of efficiënter werken.
Vanaf 2014 klom de economie uit het dal van de crisis, maar de lonen stijgen jaarlijks een stuk minder dan vóór de crisis, schrijft het CPB in het rapport ‘Vertraagde loonontwikkeling in Nederland Ontrafeld’.
Gemiddeld komt de jaarlijkse loongroei maar net boven de inflatie uit.
(klik voor uitvergroting)
De belangrijkste oorzaak is volgens het CPB dat de arbeidsproductiviteit al sinds de jaren tachtig steeds langzamer toeneemt en sinds 2014 dus nóg verder is vertraagd ten opzichte van de periode vóór de crisis.
Het is niet zo dat er een kleiner deel van het nationaal inkomen naar werknemers gaat.
Boosdoener is ook niet de flexibele arbeidsmarkt. Flexwerkers en uitzendkrachten hebben gemiddeld een lager loon, maar tijdens de crisis verloren zij ook als eerste hun baan, waardoor de gemiddelde loongroei minder werd afgezwakt.
Ook globalisering, technologische vooruitgang en marktmacht hadden geen 'eenduidig effect' op de loonontwikkeling, aldus het CPB. Blijft over: de productiviteit per werknemer moet omhoog.
Maar tegelijkertijd concludeert het planbureau: 'Weten waar je het moet zoeken, maakt het niet per se makkelijker om er iets aan te doen'.