- Op obligatiemarkten zakten rentes wat terug deze week, mede in reactie op een vlucht naar veiligheid vanwege het conflict in het Midden-Oosten.
- Tegelijk gaven hogere olieprijzen en Amerikaanse inflatiecijfers geen aanleiding om te stellen dat de inflatie geen probleem meer is.
- Beursexperts Gökhan Erem en Michael Nabarro bespreken de risico’s waar aandelenbeleggers waakzaam voor moeten zijn.
ANALYSE – Bij de start van het laatste kwartaal van dit twijfelachtige beursjaar beleefden aandelenmarkten een korte periode van opluchting. Dat was best welkom, want de maand september en daarmee het derde kwartaal en het einde van de zomer verliepen behoorlijk somber voor de beurs.
Waar een optimistisch verloop werd ingeschaald door beleggers op de obligatie- en aandelenmarkten in de eerste helft van het jaar, kwam in het derde kwartaal de lakmoesproef die het bewijs moest leveren voor de risico’s die aandelenbeleggers hadden genomen.
De aanname was daarbij dat de inflatie als een pudding in elkaar zou zakken en dat centrale banken veel te streng waren geweest, waardoor beleidsrentes al op korte termijn zouden kunnen dalen. Geopolitiek gezien zou Rusland inmiddels ingebonden hebben en daarmee zouden de energieprijzen geen probleem vormen. En natuurlijk zouden de bedrijfsresultaten uitmuntend zijn.
Dat was natuurlijk best veel om waar te maken. Bovendien werd niet gerekend op nieuwe ontwikkelingen, zoals het oplaaien van het Israëlisch-Palestijnse conflict in het Midden-Oosten deze maand.
Inmiddels kunnen we stellen dat, op de inschatting van de bedrijfsresultaten na, de rest van de verwachtingen best is tegengevallen.
In eerdere bijdragen hebben we daar de afgelopen weken voor gewaarschuwd, onder meer door erop te wijzen dat de verwachting van een snel dalende inflatie te optimistisch was. Net als het idee dat centrale banken beleidsrentes op korte termijn al zouden laten dalen. Echter, zoals de ervaren belegger weet, voorspellen is best moeilijk, zeker als het de toekomst betreft.
Neem bijvoorbeeld de rentemarkten. Afgelopen week signaleerden we dat er mogelijk een rustpauze aan zat te komen bij de stijgende trend van rentes op obligatiemarkten die we in september signaleerden. Dat bleek deze week ook zo te zijn.
De hoofdreden hiervoor was een vlucht naar veiligheid, als gevolg van het oplaaiende conflict in het Midden-Oosten. Beleggers kozen deels voor de zekerheid van staatspapier, wat leidde tot stijgende obligatiekoersen en dalende rentes. Dat dit de reden zou zijn voor de rentedaling van deze week hadden we niet voorzien, maar trendmatig leek er in technische optiek sowieso sprake van een mogelijke top in langlopende obligatierentes.
Aan de andere kant geven de Amerikaanse inflatiecijfers van deze week niet meteen aanleiding voor een rentedaling. Bovendien zorgt de dreigende escalatie in het Midden-Oosten voor hogere olieprijzen, wat het risico meebrengt van extra inflatoire druk. Ook dit is een reden om aan te nemen dat de hardnekkig hoge inflatie nog niet onder controle is, zoals de Amerikaanse centrale bank al geruime tijd aangeeft.
Olieprijs: let op bij aanval op de $100 per vat
In het licht van de ontwikkelingen van deze week kijken we hieronder naar de gevolgen daarvan voor het technische koersbeeld van respectievelijk de olieprijs, de rentemarkt en de aandelenmarkt.
We beginnen met de olieprijs, gelet ook op de bovengeschetste geopolitieke risico's en het belang van olieprijzen voor de inflatie. In de grafiek van de prijs van Brent-olie hieronder is te zien dat de koers een hogere bodem heeft gemaakt bij de 90 dollar per vat
De groene lijn van het 50-daags koersgemiddelde noteert boven de rode lijn van het 200-daags koersgemiddelde, wat op een stijgende trend duidt.
Je kunt op basis van het bovenstaande plaatje verwachten dat er binnenkort een aanval op de 100 dollar per vat wordt ingezet, hetgeen wordt gesignaleerd door de RSI-meter onderin de grafiek. De zogenoemde Relative Strength Index (RSI) geeft een signaal over de mate waarin een belegging al dan niet als koopwaardig wordt gezien.
Kort gezegd, olieprijzen van 90 dollar worden momenteel als goedkoper ervaren door de markten dan in augustus het geval was bij een prijsniveau van 80 dollar per vat.
Trend van stijgende rentes niet doorbroken
Dan de rentemarkten. In de grafiek hieronder kijken we naar de koers van de 10-jarige Amerikaanse staatslening, die tegengesteld beweegt aan de rente.
Wat opvalt is dat de stijging van de koers van de 10-jarige obligatie (rechtsonder in de grafiek) nier meer is dan een kleine correctie binnen de dalende trend.
Belangrijk is dat de groene lijn van het 50-daags voortschrijdend koersgemiddelde ruim onder de rode lijn van het 200-daags gemiddelde noteert. En de obligatiekoers zit onder beide gemiddelden. Dat is zo 'bearish' als maar kan zijn en maakt voorlopig elke koersstijging tot niet meer dan een lichte correctie.
De RSI-meter in de onderste helft van de grafiek bevestigt dit beeld door niet verder te reiken dan de helft van de beschikbare schaal.
Kortom, de dalende koerstrend van de 10-jaars staatslening in de VS duidt erop dat het risico van verdere rentestijgingen nog altijd aanwezig is.
S&P 500-index: nieuwe aanval op de 4.200 punten?
Tot slot richten we ons op de brede S&P 500-index in de Verenigde Staten. In de onderstaande grafiek is een lichte opleving te zien bij het benaderen van de rode lijn van het 200-daags, voortschrijdend koersgemiddelde, zoals we afgelopen week aangaven.
Maar inmiddels is onder invloed van de ontwikkelingen van deze week een lagere top gemaakt.
Ook hier duidt de RSI-meter op meer risico doordat deze niet boven de 50 uitkomt, terwijl de koersstijging vanaf het 200-daags gemiddelde (rode lijn) richting het 50-daags gemiddelde (groene lijn) stokt.
Daarmee is de neerwaartse correctie op de stijgende trend van de afgelopen twaalf maanden niet voorbij. Er dreigt zelfs een tweede aanval op de belangrijke steunzone van rond de 4.200 punten, die wel eens meer schade zou kunnen berokkenen aan het sentiment onder beleggers.
De afgelopen weken hebben we regelmatig aangegeven dat een daling van de S&P 500 onder 4.200 niet best is, om het maar kort samen te vatten. Niet zo gek toch, als het allemaal niet snel beter wordt in de wereld de komende weken? Laat staan als het nog erger wordt.
Michael Nabarro, Chartered Market Technician (CMT), Gökhan Erem, ook CMT, zijn onafhankelijke beleggingsspecialisten die beide meer dan 25 jaar werkzaam zijn in de financiële sector. Met gedegen kennis en ruime ervaring bedienen zij professionele en particuliere beleggers aan de hand van hun methodisch onderbouwde, actieve beleggingswijze.
Deze column bevat meningen en bevindingen van de auteurs. De financiële waarden die in dit schrijven genoemd worden kunnen onderdeel uitmaken van de beleggingen van de auteurs als ook van hun relaties.
Deze column is niet bedoeld als advies in enige vorm en dient als niet-gepersonaliseerde informatie over de financiële markten.