Het kabinet heeft definitief besloten de dividendbelasting niet af te schaffen. Dat zei premier Mark Rutte maandag na coalitieoverleg.
Tegen de maatregel was veel verzet. Het kabinet liet onlangs al weten de maatregel te heroverwegen.
“We hebben gezocht naar een goed pakket voor bedrijfsleven dat meer draagkracht heeft”, zei de premier.
Het bedrag van de dividendbelasting gaat volledig naar het bedrijfsleven, zowel grote als kleine bedrijven. De oppositie had aangedrongen op geld voor de publieke sector.
Het gaat volgend jaar om 1,9 miljard euro. Welke maatregelen het pakket precies behelst, wilde Rutte niet zeggen. Hij wil eerst de Kamer informeren.
De afschaffing van de dividendbelasting was onder meer bedoeld om grote bedrijven als Unilever en Shell voor Nederland te behouden.
Beide ondernemingen zijn zowel Brits als Nederlands. Unilever wil af van die dubbele nationaliteit en leek tot voor kort te kiezen voor een hoofdkantoor in Rotterdam. Maar het bedrijf schoof dat besluit eerder deze maand onder druk van zijn Britse aandeelhouders op de lange baan.
Daarmee is volgens Rutte "een belangrijke testcase" voor de maatregel niet goed gegaan.
Rutte reageert laconiek
De premier houdt wel vol dat het niet alleen om Unilever en Shell draaide. Ook kleine bedrijven, die net begonnen zijn of in de eerste fase van sterke groei verkeren, hadden er volgens hem mee verleid kunnen worden om naar Nederland te komen. Dat geldt ook voor bedrijven die nu in Groot-Brittannië zitten maar in verband met de Brexit een verhuizing overwegen.
De premier verdedigde de maatregel het afgelopen jaar vurig. Hij voelde "tot in zijn diepste vezels'' dat de afschaffing goed zou zijn voor het vestigingsklimaat.
Op vragen of het zijn positie heeft beschadigd, reageerde hij laconiek. "Een kras? Mijn baan is een verzameling van krassen. Het draagvlak voor deze maatregel was beperkt en we menen nu een pakket te hebben dat qua draagvlak beter zal scoren."
Dividendtaks van 15 procent
Nederland heft een belasting van 15 procent op dividenduitkeringen. Beleggers die in Nederland zijn gevestigd kunnen de dividendbelasting via de inkomstenbelasting terugvragen en betalen per saldo dus niets.
De afschaffing zou vooral buitenlandse aandeelhouders ten goede komen. Premier Rutte heeft altijd gezegd dat het schrappen van de dividendbelasting nodig is voor behoud van grote bedrijven en banen.
“Ons land zou armer worden, zou banen verliezen, als we dit soort maatregelen niet nemen”, zei Rutte.
Toen Unilever besloot de verhuizing van het hoofdkantoor uit te stellen, verdween Ruttes belangrijkste argument voor de afschaffing van de dividendtaks.
Alternatief voor dividendplan
De regeringspartijen zoeken naar een alternatief. De vraag is hoe de coalitie op een andere manier de lasten van bedrijven wil verlichten.
Als een van de alternatieven geldt in ieder geval een verdere verlaging van de vennootschapsbelasting voor grote bedrijven. De coalitie denkt ook na over handhaving van de zogenoemde expat-regeling.
Die voordelige fiscale regeling voor buitenlandse werknemers zou worden ingeperkt van acht naar vijf jaar. Ook belastingmaatregelen die nadelig uitpakken voor directeuren-grootaandeelhouders, staan mogelijk op de tocht.