Wie wel eens beleggingspresentaties bezoekt kent het volgende vast wel:
naarmate zo’n presentatie voortduurt beginnen sommige aanwezigen in hun
stoel wat weg te zakken. En een enkeling heeft zelfs moeite zijn ogen op te
houden…

Echter, zodra concrete aandelen ter sprake komen, zit iedereen weer rechtop in
z’n stoel. Potlood en aantekenpapier worden in een handomdraai uit de
binnenzak getoverd, de namen van de specifieke aandelen zorgvuldig
genoteerd.

Helaas ontbreekt het beleggers hierbij vaak aan een gedegen achterliggende
beleggingsstrategie. Zonder het zelf te weten zijn ze vaak nog het minst
gebaat bij allerlei ’tips’ aangaande concrete aandelen…

"Spel van kansen"
Beleggen is een spel van kansen, en geen enkele beleggingsstrategie kent een
succespercentage van honderd procent. Om een en ander verder te
verduidelijken kunt u de vergelijking maken met een dobbelsteen. Een
dobbelsteen met 5 zwarte kanten en 1 rode…

Valt de dobbelsteen op zwart dan staat dit voor een winst van 40 procent. Rood
betekent een verlies van 50 procent. Gemiddeld levert deze kansverdeling een
rendement op van 25 procent. Maar voor een worp gegooid wordt, valt
uiteraard nooit met zekerheid te stellen dat sprake zal zijn van winst. Ook
niet wanneer een of meer voorgaande worp(en) op rood gevallen zijn en dus
een verlies hebben opgeleverd.

Vier scenario's
Voortbordurend op bovenstaande geldt dat bij beleggers een viertal scenario's
te onderscheiden zijn. We kijken eerst naar beleggers die opereren zonder
achterliggende strategie (degenen die wakker schrikken als
beleggingspresentaties concrete aandelen ter sprake komen). Voor hen zijn de
kansen gemiddeld genomen slecht. Eigenlijk vergelijkbaar met het omgekeerde
van het bovengenoemde dobbelsteenvoorbeeld.

Scenario 1 is een belegger (zonder achterliggende strategie) die met
zijn belegging een negatief rendement behaalt. Dit is simpelweg de verwachte
uitkomst. En gelooft u het of niet: uit vele onderzoeken (onder andere van
de Universiteit Maastricht) blijkt dat particuliere beleggers in praktijk
vaak ronduit belabberd presteren. Een zeer groot gedeelte van de
particuliere beleggers verliest zelfs structureel geld met beleggen.

Scenario 2 is dat dezelfde belegger - zonder strategie dus - toch een
goede belegging doet. In dit geval is sprake van geluk: de verwachte
uitkomst is negatief, maar de werkelijke uitkomst is juist positief. De kans
is groot dat zo'n belegger zijn winsten (en meer) bij een volgende belegging
zal kwijtspelen. Zijn vertrouwen is immers toegenomen, maar het verwachte
rendement is nog altijd negatief.

Resteren nu nog de twee scenario's van beleggers die juist wel beschikken over
een gedegen beleggingsstrategie.

Scenario 3 is dat een belegger die wel belegt op basis van een gedegen
beleggingsstrategie een negatief rendement behaalt (een kans van 1 op 6 in
het dobbelsteenvoorbeeld). Hij heeft duidelijk pech: hoewel de verwachte
uitkomst positief is - en ook de kans daarop het grootst is - resteert voor
hem toch een verlies. Hij doet er uiteraard wél goed aan gewoon aan zijn
beleggingsstrategie vast te houden.

Scenario 4 ten slotte staat voor een belegger die beschikt over een
succesvolle beleggingsstrategie en daadwerkelijk een positief rendement
behaalt (een kans van 5 op 6 in ons voorbeeld). Dit geldt als de verwachte
uitkomst en is voor hem of haar dus eigenlijk niet eens zo heel bijzonder.

Wat werkt op de beurs?
Wat bij beleggen gemiddeld genomen niet werkt is om hier en daar wat 'tips'
bij elkaar te sprokkelen en op basis daarvan aandelen te kopen. Wat op
termijn op de beurs daarentegen wel werkt, zijn 'value beleggen'-strategieën
waarbij u aandelen koopt die relatief goedkoop zijn, of aandelen van
bedrijven die - ceteris paribus - bovengemiddeld goed zijn.

Het meest interessant echter nog zijn die aandelen die aan beide criteria
tegelijk voldoen: dus én bovengemiddeld goedkoop zijn én waarvan de
onderliggende bedrijven bovengemiddeld goed zijn in het verdienen van geld.
Beleggers als Warren Buffett leggen zich vrijwel uitsluitend toe op deze
laatste categorie aandelen, en voor belangstellenden doet Buffett zijn
strategie ook nog eens volledig uit de doeken in zijn aandeelhoudersbrieven.

Zelfs 's werelds beste beleggers hebben zo nu en dan te maken met beleggingen
die toch niet succesvol uitpakken (scenario 3 in ons voorbeeld). Met
voldoende spreiding is dat amper een probleem. Vanaf 15 tot 20 aandelen in
portefeuille is het risico van individuele aandelen op de portefeuille als
geheel vanwege de spreiding namelijk vrijwel volledig geëlimineerd.

Een gedegen beleggingsstrategie, spreiding en tijd vormen dan ook de
combinatie die op termijn resulteert in een buitengewoon sterke
vermogenstoename. Dit doordat het 'rente op rente'-effect ('compounding')
juist bij wat hogere beleggingsrendementen een uiterst krachtig onderliggend
verschijnsel blijkt.

Richt je dus in de eerste plaats op de toepassinge van een bewezen,
succesvolle beleggingsstrategie - het rendement komt later haast vanzelf!

Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van 's
werelds beste beleggers en is tevens oprichter van
warrenbuffett.nl
over de beleggingsstrategie van Warren Buffett.

Lees ook:

Fed pompt 600 miljard in economie

VS gaat geld strooien: gunstige en doemscenario's

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl