160 miljoen euro voor een Picasso. Extreem hoge veilingprijzen voor beroemde schilders, zouden de indruk kunnen weken dat kunst een lucratieve belegging is. Maar dat is door de bank genomen niet zo, waarschuwt Hendrik Oude Nijhuis.
Afgelopen week werd in New York het schilderij ‘Les Femmes d’Alger’ van Picasso geveild. Nooit eerder lag de prijs van een geveild schilderij zo hoog: de anonieme koper betaalde omgerekend maar liefst zo’n 160 miljoen euro voor ‘De vrouwen van Algiers’.
Met de recordhoge prijzen die tegenwoordig voor bepaalde kunst betaald wordt, rijst de vraag of kunst ook als belegging interessant is. Mijn duidelijke antwoord: als belegging is kunst het best te mijden.
Kunst: vooral kosten, geen opbrengsten
In de prijs die voor kunst betaald wordt zit weinig logica. Wat voor de een beklad katoen is, is voor de ander kennelijk 160 miljoen euro waard. Dat dezer dagen van recordhoge prijzen sprake is, is overigens niet echt bijzonder: ook een gewone spaarrekening boekt jaar na jaar ‘records’. In ieder geval zolang banken geen negatieve rentes rekenen.
Een schilderij zal niet door een boekhoudschandaal failliet kunnen gaan en zo ophouden te bestaan. Maar ondanks echtheidscertificaten doen vervalsingen zich in de kunstwereld meer dan eens voor.
Een schilderij is op de eerste plaats een kostenpost. Naast de vaak hoge kosten van kopen en verkopen, die zomaar 20 procent van de verkoopprijs kunnen bedragen, zijn er kosten voor het transport van kunst, de opslag en beveiliging ervan. Ook verzekeringen, met name tegen diefstal en schade door water en vuur, kunnen erg duur zijn.
Schilderijen genereren verder zelf geen opbrengsten. Ze liggen opgeslagen in een magazijn, in een kelder of hangen aan een muur. In essentie geldt hetzelfde voor sierraden en edelstenen, horloges, beeldhouwwerken, 19e-eeuwse meubels en antiek, Chinees porselein en Perzische tapijten, zilveren gebruiksvoorwerpen, tekeningen en strips, postzegel- en muntenverzamelingen, goud en zilver, flessen wijn en whisky en klassieke auto's.
Het verschil met een onderneming is groot: bedrijven pogen winst te maken, waarvan dan veelal een deel als dividend wordt uitgekeerd en een deel door het bedrijf wordt ingehouden. Met de ingehouden winsten kan het bedrijf bijvoorbeeld investeren in onderzoek en ontwikkeling (R&D) of in het openen van nieuwe filialen, wat de toekomstige winst ten goede zou moeten komen.
Wat is de prijs van kunst?
Anders dan bij aandelen of obligaties waarvan de prijzen (koersen) voortdurend bekend zijn, is de prijs van kunst vaak lastig te schatten. Geen wonder: van een bepaald kunstvoorwerp is er vaak maar één.
Uit onderzoek waar de University of Cambridge bij betrokken was, is het rendement van kunst tussen 1900 en 2012 becijferd op zo'n 2,4 procent per jaar. Ongeveer gelijk aan de inflatie. Maar met de genoemde kosten is dan nog geen rekening gehouden. En iedereen weet dat kunst zelf onderhevig is aan modes (momenteel is er vooral veel interesse in naoorlogse, moderne kunst) en sterk in waarde kan fluctueren.
Kijkdividend
Zoals aangegeven genereren schilderijen en andere kunst zelf geen opbrengsten. Maar elke keer dat je geniet van dat fraaie schilderij in de woonkamer, krijg je feitelijk een stukje 'kijkdividend'. Kunst koop je dus vooral om van te genieten. En zo bekeken is het aanschaffen van een museumjaarkaart misschien nog wel de beste investering die een kunstliefhebber kan doen.
Oeps! We konden je formulier niet vinden.
Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is gratis beschikbaar. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl