Beleggers die koersdoelen stellen voor de zeer lange termijn zijn zo gek nog niet, meent Hendrik Oude Nijhuis.
Volgens sommigen is Jeremy Siegel, de bekende economieprofessor aan de Wharton Business School en auteur van het boek ‘Stocks for the Long Run’, een rasoptimist. Siegel acht het goed denkbaar dat de Dow Jones eind volgend jaar rond 18.000 punten noteert.
Dat zou een stijging vanaf het huidige niveau betekenen van nog eens 20 procent. Maar zelfs dat niveau verbleekt bij waar Bill Berger aan dacht: 116.200 punten.
Enkel het noemen van dit niveau zorgde ervoor dat velen Bill Berger niet echt serieus meer namen. Maar het genoemde niveau van 116.200 is veel minder onrealistisch dan velen op het eerste gezicht denken.
Beurs in 2040
Het koersdoel van 116.200 werd door Berger – een pionier in beleggingsfondsen – in 1995 uitgesproken. Velen lachten erom. Want met een stand van de Dow Jones van 4.500 punten op dat moment zou de index – net als nu nog overigens – meer dan 100.000 punten moeten stijgen om het genoemde niveau te bereiken.
Berger was de zeventig al gepasseerd toen hij in 1995 zijn opmerkelijke voorspelling deed (hij overleed enkel jaren later). Tijdens de betreffende speech stelde hij het niveau van 116.200 punten te verwachten omstreeks het jaar 2040.
Zeven procent groei per jaar
De achterliggende gedachte van de voorspelling van Berger is eigenlijk vrij simpel. In 1995 was hij reeds 45 jaar in de beleggingswereld actief en had hij de Dow Jones zien stijgen van minder dan 200 punten tot iets meer dan 4.300. Berger beschouwde de toekomst als een weerspiegeling van het verleden. Zo kwam hij tot zijn koersdoel van 116.200 punten over 45 jaar, in 2040 dus.
Aandelen zouden om dat niveau te bereiken vanaf 1995 met zeven procent per jaar moeten stijgen. En ondanks het uiteenspatten van de internetzeepbel, de kredietcrisis en de nog altijd vrij bescheiden waarderingen momenteel, lopen we vooralsnog prima op schema: sinds 1995 steeg de Dow Jones met gemiddeld 7,3 procent per jaar.
'Deze keer is het anders'
Je hoeft maar een willekeurig beleggingsblad open te slaan om te lezen dat het momenteel 'onzekere tijden' zijn. Tijden die radicaal verschillen met de 45 jaar waarin Berger actief was. Kan zijn, maar dit is nu juist het punt dat Berger probeerde te maken: op de hele lange termijn stijgen aandelen. Houd ze lang genoeg vast en de gemiddelde belegger verdient er waarschijnlijk meer mee dan met telkens te proberen de markten te timen door op voorspellingen van allerlei goeroes af te gaan.
Uiteindelijk is het gewoon een kwestie van tijd voordat de Dow Jones het niveau van 116.200 punten bereikt en Berger's inschatting van het jaar 2040 lijkt daarbij helemaal niet zo onredelijk. Maar wees je ervan bewust dat van een gestaag opgaande lijn geen sprake zal zijn. Soms zullen aandelen langer dan een ieder voor mogelijk hield dalen en soms juist hogere niveaus bereiken dan wie dan ook voorspeld had.
Als het verleden enigszins indicatief is voor de toekomst dan zal opnieuw de meerderheid van de bevolking de grootste koersstijgingen gedurende zijn of haar leven missen. Menigeen zal pas aandelen kopen wanneer ze eerst jarenlang gestegen zijn om in paniek te verkopen wanneer de grootste dalingen alweer achter de rug zijn.
Het hebben van een (uiteraard realistisch) koersdoel voor de heel lange termijn zet allerlei korte termijnfluctuaties - die zelf ook heel substantieel kunnen zijn, denk maar aan de kredietcrisis - in perspectief. Bij beleggen kun je de oorlog winnen door juist niet iedere slag aan te gaan.
Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van 's werelds beste beleggers en is tevens oprichter van warrenbuffett.nl over de beleggingsstrategie van Warren Buffett. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl