Schoonmaakapp Helpling mag niet langer een vergoeding vragen aan schoonmakers die de site gebruiken, omdat er sprake is van arbeidsbemiddeling. Maar Helpling hoeft mensen die zich als huishoudelijke hulp aanbieden op het platform niet in loondienst te nemen.
Dat heeft de rechtbank in Amsterdam bepaald in een zaak die door FNV namens een van zijn leden was aangespannen.
Door de uitspraak krijgt FNV deels zijn zin. De bond hekelde de constructie waarmee Helpling schoonmakers die de site gebruiken aan het werk zou zetten.
FNV eiste dat de schoonmakers in loondienst zouden worden genomen. Daar ging de rechter niet in mee.
Tussen Helpling en mensen die via het onlineplatform schoonmaakwerk verrichten, is volgens de rechter geen sprake van een arbeids- of uitzendovereenkomst. Helpling kan daarom ook niet worden verplicht om de schoonmaak-cao toe te passen.
Helpling gaat commissie voor schoonmaakhulp aanpassen
Helpling maakte bekend "operationele aanpassingen" door te zullen voeren, waaronder een aanpassing van de commissiestructuur, om daarmee aan de regels te voldoen. FNV is de uitspraak nog aan het bestuderen.
Via de app van het bedrijf kunnen mensen een schoonmaker inhuren. Helpling is actief in ruim vijftig steden in Nederland. Schoonmakers mogen zelf hun tarief bepalen, maar moeten rekening houden met een minimum van 14,90 euro per uur.
Volgens de FNV rekende Helpling bemiddelingskosten van 23 procent van het uurtarief van de schoonmaker.
Helpling stelde dat deze vergoeding meer omvat dan een bemiddelingsvergoeding. “Daarvoor krijgen ze toegang tot ons klantenbestand, bieden we een agenda-functie en hebben we een klantenservice voor zowel onze klanten als schoonmakers”, aldus een woordvoerster afgelopen jaar tegen persbureau ANP. Maar de rechter heeft dus bepaald dat de commissie wel degelijk aangemerkt kan worden als een vergoeding voor arbeidsbemiddeling.