- Sinds 2001 kunnen huiseigenaren voor een nieuwe hypotheek maximaal 30 jaar gebruik maken van de hypotheekrenteaftrek.
- Voor huiseigenaren die op 1 januari 2001 een aflossingsvrije hypotheek hadden, eindigt de aftrek op 1 januari 2031.
- Business Insider bespreekt situaties waarin het einde van dit fiscale voordeel waarschijnlijk behapbaar is en waarin het mogelijk een probleem wordt.
- Lees ook: Hoe risicovol is een aflossingsvrije hypotheek? 3 dingen om op te letten
Hoewel het nieuwe kabinet niet van plan is nog meer aan de hypotheekrenteaftrek te sleutelen, moet een deel van de huiseigenaren er wel rekening mee houden dat ze over een aantal jaar het fiscale voordeel van de hypotheekrenteaftrek verliezen.
De hypotheekrenteaftrek is politiek al heel lang een heet hangijzer. Ooit werd dit fiscale voordeel ingevoerd om eigenwoningbezit te stimuleren, maar inmiddels zijn er al veel rapporten met de conclusie dat de huidige hypotheekrenteaftrek afgebouwd moet worden, schrijft financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep in zijn nieuwsbrief van deze week.
Bij de hypotheekrenteaftrek gaat het om het opvoeren van de rentelasten (en bij het afsluiten ook enkele andere hypotheekkosten) als jaarlijkse aftrekpost bij de inkomstenbelasting in box 1.
Het fiscale voordeel is door de jaren heen ook al verschillende keren gewijzigd en wordt sinds 2014 afgebouwd voor huiseigenaren met hogere inkomens. Dat een deel van de woningbezitters de hypotheekrenteaftrek de komende jaren ziet verdwijnen, heeft te maken regelgeving die jaren geleden is ingevoerd.
- Sinds 1 januari 2001: hypotheekrente is maximaal 30 jaar aftrekbaar
- Sinds 1 januari 2013: hypotheekrenteaftrek geldt alleen voor hypotheken die binnen 30 jaar worden afgelost. Dit is het geval bij annuïtaire en lineaire hypotheken waarbij de maandlasten uit een deel aflossing en een deel rente bestaan, waardoor je schuld slinkt totdat deze is afgelost. Voor aflossingsvrije hypotheken waarbij de maandlasten alleen uit rente bestaan en waarbij de schuld dus blijft staan totdat je deze in één keer aflost, geldt de hypotheekrenteaftrek niet meer.
Voor huiseigenaren die vóór 1 januari 2013 een aflossingsvrije hypotheek hadden afgesloten, geldt een overgangsregeling waarbij de hypotheekrenteaftrek nog wel blijft gelden voor dat oude hypotheekdeel. Maar zij moeten wel rekening houden met de regel die is ingegaan op 1 januari 2001, die bepaalt dat de hypotheekrente na 30 jaar eindigt.
Deze huiseigenaren krijgen als eerste te maken met einde hypotheekrenteaftrek
De woningeigenaren die hier het eerst mee te maken krijgen, zijn de huizenbezitters die op 1 januari 2001 al een aflossingsvrije hypotheek hadden. Op 1 januari 2031 krijgen zij geen hypotheekrenteaftrek meer over het hypotheekdeel dat is afgesloten vóór 1 januari 2031. Ze hebben dus nog 6,5 jaar lang hypotheekrenteaftrek.
Uiteraard geldt maximale termijn van 30 jaar voor de hypotheekrenteaftrek ook voor iedereen die na 1 januari 2001 een aflossingsvrije hypotheek heeft afgesloten.
Volgens Van Bruggen Adviesgroep zijn het vooral wat oudere huizenbezitters die een oude aflossingsvrije hypotheek hebben waarvan de hypotheekrenteaftrek eindigt. En voor het gros van hen zal dat geen probleem zijn omdat het meestal gaat om een relatief kleine aflossingsvrije hypotheek.
Bovendien hebben deze woningeigenaren de afgelopen jaren hun rente tegen een laag percentage voor langere tijd vastgezet.
Einde hypotheekrenteaftrek is waarschijnlijk behapbaar
Van Bruggen geeft als een vereenvoudigd voorbeeld waarin geen rekening is gehouden met het fiscale eigenwoningforfait en de eventuele Wet Hillen. Daarnaast is uitgegaan van iemand die nog niet de AOW-leeftijd heeft bereikt.
Stel dat je een aflossingsvrije hypotheek hebt van 80.000 euro tegen 2 procent rente. Dan betaal je maandelijks ruim 133 euro rente. Als je gebruik maakt van de hypotheekrenteaftrek wordt dat 84 euro per maand. Als de aftrek wegvalt, betaal je dus maandelijks 49 euro meer.
De hypotheekrenteaftrek is gekoppeld aan de tarieven voor de inkomstenbelasting. Als je de AOW-leeftijd bereikt en een niet al te hoog pensioeninkomen hebt, dan is de aftrek sowieso een stuk lager. De bruto maandlast van 133 euro wordt na aftrek 108 euro. Je loopt dus slechts 25 euro rente mis als de hypotheekrenteaftrek wegvalt.
Wegvallen hypotheekrenteaftrek soms wel problematisch
Soms kan het einde van de hypotheekrenteaftrek wel een probleem worden, signaleert Van Bruggen. Bijvoorbeeld bij een grote aflossingsvrije hypotheek of als je een hoge hypotheekrente hebt of een hogere rente gaat krijgen op het moment dat deze opnieuw vastgezet moet worden.
Dat laatste kun je niet weten omdat moeilijk te voorspellen is hoe de hypotheekrente zich in de toekomst ontwikkelt. Dat de hypotheekrenteaftrek wegvalt, helpt ook niet als je bij het bereiken van de AOW-leeftijd een lager pensioeninkomen krijgt dan toen je nog werkte.
In het volgende voorbeeld is het wegvallen van de hypotheekrenteaftrek wel problematisch. Wederom zijn hierin het eigenwoningforfait en de Wet Hillen buiten beschouwing gelaten.
Stel dat je een aflossingsvrije hypotheek hebt van 200.000 euro tegen een rente van 4,5 procent. Je betaalt dan maandelijks 750 euro bruto aan rente. Door de hypotheekrenteaftrek wordt dat 473 euro. Als de aftrek op 1 januari 2031 eindigt, betaal je dus 277 euro per maand meer.
Dat zal niet voor elke huiseigenaar behapbaar zijn, zeker als deze fors hogere maandlast samenvalt met een lager pensioeninkomen.
LEES OOK: Aflossingsvrije hypotheek: dit kun je doen tegen het risico van hogere maandlasten als de hypotheekrente stijgt