De Haven van Rotterdam heeft gemerkt dat de grote afhankelijkheid van Chinese importen averechts werkt in de coronacrisis.
De haven wil kijken naar manieren om een betere geografische spreiding van de overslag te realiseren.
Ook hamert topman Allard Castelein van het havenbedrijf erop dat de stikstofproblematiek moet worden opgelost.
Het Havenbedrijf Rotterdam onderzoekt hoe de haven minder afhankelijk kan worden van Azië en in bijzonder China. Op dit moment komt 73 procent van de containers uit dit werelddeel. Door de Covid-19-pandemie is de aanvoer van goederen echter fors teruggelopen.
“Over het eerste halfjaar van 2020 hebben we 104 vaarten vanuit Azië naar Rotterdam minder gehad als je dat vergelijkt met dezelfde periode over 2019”, zei topman Allard Castelein van het Havenbedrijf Rotterdam donderdag tijdens de toelichting op de eerste zes maanden van 2020. “Het betekende 2,5 miljoen ton minder lading.”
Voor Castelein is het nodig om te onderzoeken hoe de haven minder afhankelijk kan worden van China, de productieschuur van de wereld. “Het is nu de goede tijd om dat te verkennen. Spreiding is altijd goed. We kijken naar Latijns- en Noord-Amerika en Afrika.”
Een klein lichtpunt is dat de export van Rotterdam naar Azië een groei kende van 13 procent. Castelein heeft echter geen idee welke producten in het bijzonder hun weg vonden via de Rotterdamse haven naar Azië. Ook dat laat hij nu uitzoeken.
Oplossing voor stikstofuitstoot is hard nodig
Als Nederland uit de economische crisis wil komen zal er snel een oplossing gevonden moeten worden voor de stikstofproblematiek, benadrukte Castelein donderdag. Investeringen in de Rotterdamse haven lopen door de stikstofproblematiek gevaar.
Al meer dan een jaar sleept de stikstofproblematiek zich voort, constateert Castelein, zonder dat er een oplossing aan de horizon gloort. Hij noemt het een zorgwekkend dossier.
"Investeerders kunnen niet tegen onzekerheid. Aan Nederlandse bedrijven kan ik het nog uitleggen, maar buitenlandse investeerders begrijpen het niet. Zij willen duidelijkheid rond hun potentiële investeringen van tientallen miljoen euro’s."
Een van de projecten die is vertraagd door de stikstofproblematiek is Porthos, een project van circa 500 miljoen euro. ExxonMobil, Shell, Air Liquide en Air Products vangen samen met het Havenbedrijf en Gasunie CO2 af en transporteren dat naar lege gasvelden in de Noordzee.
De bouw van een noodzakelijk compressorstation kon vanwege de stikstof geen doorgang vinden. Castelein: "We vonden in een vergunning van een ander project nog ‘ruimte’ om de stikstofuitstoot tijdens de bouw te compenseren, zodoende konden we de Milieu Effect Rapportage (MER) en alle andere benodigde vergunningaanvragen afronden en indienen. Maar door alles liepen we een vertraging op."
Grote waterstofpijplijn naar Noordrijn-Westfalen
De topman van het Havenbedrijf hamerde tijdens de presentatie op het vinden van een oplossing. Hij ziet investeringen namelijk als ‘kickstart’ van de door Covid-19 getroffen Nederlandse economie.
Onder de naam Startmotor heeft het Havenbedrijf inmiddels bij het Rijk vijftien investeringsprojecten neergelegd. "We moeten ons uit de recessie investeren om zo ons concurrentie- en verdienvermogen te verstevigen", legt Castelein uit. "Je kunt een rietje aanleggen, maar ook een grote pijpleiding als het gaat om het transport van waterstof."
De haventop wil graag dat er een grote waterstofpijp komt van de Maasvlakte naar het chemiecomplex Chemelot en de Duitse chemische industrie in Noordrijn-Westfalen. "Om deze enorm dure investeringen te doen heb je een coalitie van partijen nodig en de overheid is er daar een van."