Veel economen stellen dat extra investeringen in infrastructuur in onder meer Duitsland gewenst en noodzakelijk zijn om de eurozone uit de kwakkelstand te halen. Han de Jong heeft zo zijn twijfels.

Ik was een paar dagen geleden op een seminar waar onder andere over de groeivooruitzichten van de eurozone werd gesproken. Een van de presentaties werd gehouden door een universitair econoom die ik al jaren ken.

Laat het duidelijk zijn dat ik niets tegen universitair economen heb, ik heb groot respect voor ze. Ik heb wel de indruk dat de analyse van conjunctuurontwikkelingen op korte termijn niet echt hun specialiteit is. Ik noem mijn vriend hier niet om hem af te kraken, maar omdat ik denk dat zijn ideeën overeenkomen met die van veel analisten. Ik gebruik de discussie tijdens het seminar dus alleen als voorbeeld.

De Europese groei was afgelopen jaren zeer zwak. Dat klopt en zo werd het ook op het seminar gebracht. Veel mensen zijn bang dat Europa dezelfde kant opgaat als Japan.

Meer geld in infrastructuur?

De conclusie van het gepresenteerde paper was dat de overheid fors meer in infrastructuur moet investeren. Dat is bepaald geen nieuw geluid: ook het plan van Juncker draait om infrastructurele bestedingen, zij het grotendeels privaat gefinancierd.

Het is moeilijk, en misschien zelfs politiek en intellectueel incorrect, om te twijfelen aan de noodzaak van extra infrastructurele bestedingen. In een poging het debat aan te jagen, plaatste ik hier de volgende vraagtekens bij.

Ten eerste vroeg ik me af of de infrastructuur in landen die harder groeien, zoals de VS en in mindere mate Groot-Brittannië, zoveel beter was dan in de eurozone. Verbijstering alom.

Ten tweede vroeg ik of Japan niet precies hetzelfde geprobeerd had. We lijken nu in de vreemde situatie te verkeren dat we ontzettend ons best moeten doen het Japanse voorbeeld níét te volgen door precies hetzelfde beleid te voeren als Japan gevoerd heeft. De reactie hierop was dat Japan onzinnige investeringen had gedaan, zoals bruggen bouwen die nergens heen gingen. Wij gaan echter slimme investeringen doen. Nou, dat is een pak van mijn hart!

Mijn derde en belangrijkste argument was dat de economie van de eurozone de komende tijd waarschijnlijk flink vaart gaat winnen, dankzij de gedaalde olieprijzen, de zwakkere munt, lagere financieringskosten en het herstel van het kredietkanaal. En weer was verbijstering mijn deel. De redenering was dat economen de groeivooruitzichten voor de eurozone de laatste jaren consequent naar beneden hadden bijgesteld, en waarom zou het ditmaal anders zijn?

Groeiversnelling eurozone in de pijplijn

Zoals gezegd heb ik groot respect voor universitair economen, maar het volgen, analyseren en voorspellen van kortetermijn-ontwikkelingen is vaak niet hun specialiteit. Afgaande op recente cijfers zie ik een hoopvol stemmende groeiversnelling in de eurozone, een proces dat – om de hierboven genoemde redenen – alleen maar sterker zal worden.

Het vertrouwen, zowel in het algemeen als onder ondernemers, is verder toegenomen. De vertrouwensindex van de Europese Commissie steeg van 100,6 punten in december naar 101,2 punten in januari.

Indrukwekkender was dat de gezaghebbende Duitse Ifo-index van het ondernemersvertrouwen in januari voor de derde maand op rij is gestegen, naar 106,7 punten (was 105,5 in december). Ook de door de ECB gepubliceerde monetaire ontwikkelingen lieten een flinke verbetering zien.

Ik denk dat de puzzelstukjes op hun plaats vallen en verwacht meevallende groeicijfers in de eurozone dit jaar.

Confrontatie Griekenland

Na de verkiezingen in Griekenland is er snel een nieuwe coalitieregering gevormd. Door de radicale toon die de nieuwe premier, Alexis Tsipras, in de verkiezingscampagne aansloeg, zijn veel mensen bang dat hij de confrontatie met Europa wil aangaan. Misschien wil hij dat ook wel. Maar daar valt nog wel het een en ander over te zeggen.

Allereerst begint Griekenland zich te herstellen en het zou volgens mij erg dom van hem zijn de economie weer in chaos te laten terugvallen.

Ten tweede hebben de Grieken de laatste jaren ongekende bezuinigingen over zich heen gekregen en het is dan ook geen wonder dat ze snakken naar verandering. Nu het herstel inzet en de regering een aanzienlijk primair begrotingsoverschot heeft bereikt, moet enige versoepeling van het bezuinigingsregime mogelijk zijn. Syriza heeft tijdens de campagne beloften gedaan die de partij beslist niet allemaal kan waarmaken, maar zo werkt de politiek nu eenmaal.

Ten derde heeft Griekenland een gigantische staatsschuld, die onder normale marktcondities eigenlijk niet houdbaar is. Niemand is er volgens mij mee gediend als de economie weer in een recessie belandt alleen maar om af te lossen op die staatsschuld.

Ik denk dat hier onderhandelingsruimte bestaat, al zullen alle partijen van tevoren ferme taal uitslaan. Belangrijk is bovendien de mogelijkheid dat Tsipras bereid is enkele door Europa gewenste hervormingen door te voeren, zoals een verbreding van de belastinggrondslag. Dat biedt Europa mogelijkheden om met hem te onderhandelen.

Hoewel ik optimistisch ben over de uiteindelijke afloop, kunnen we de nodige ups en downs op het politieke toneel verwachten. En die zullen de financiële markten vermoedelijk niet onberoerd laten.

Han de Jong is hoofdeconoom van ABN Amro. Meer columns: zie het blog van Han de Jong.
Tips, vragen of reacties? Mail de Z24-redactie op [email protected].

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl