Griekenland beheerst het nieuws. De beslissing van de Griekse regering om de onderhandelingen af te breken, een referendum uit te schrijven en campagne te willen voeren voor het afwijzen van het tot dan toe bekende akkoord is met recht een dramatische wending te noemen. Han de jong plaatst zes kanttekeningen bij de Griekse crisis.
Er is de laatste tijd veel over Griekenland geschreven en er wordt bij voortduring meer geschreven. Wat kan ik daar aan toevoegen? Misschien kan ik een paar zaken naar voren halen die naar mijn idee onderbelicht zijn.
1) Griekenland dicht bij begrotingsevenwicht
Griekenland dreigt bankroet te gaan, maar we moeten niet vergeten dat de financieringsbehoefte van het land vooral verband houdt met rente- en vooral aflossingsverplichtingen. Exclusief die verplichtingen (economen noemen dit het ‘primaire overheidsbudget’) zit Griekenland dicht in de buurt van een begrotingsevenwicht.
Het is dus niet zo dat de regering helemaal geen geld meer heeft als zij haar schuldverplichtingen niet meer kan nakomen.
Toen de crisis in 2011/12 een hoogtepunt bereikte, was wanbetaling op dat moment niet heel waarschijnlijk, omdat de regering grote leningen nodig had om de dagelijkse kosten van het op gang houden van de economie te financieren. Ook stelde ik dat de kans dat het land haar verplichtingen niet zou nakomen, groter zou worden zodra er sprake was van een primair overschot. Daar zijn we nu dus aangekomen.
2) Banken dicht zolang onderhandelingen stil liggen
De moeilijkheid ligt de banken. Er is feitelijk een bankrun gaande op het hele banksysteem. De ECB heeft de laatste maanden steeds additionele liquiditeitssteun gegeven. Gisteren heeft de ECB besloten die steun op te schorten voor wat betreft verdergaande liquiditeitsbehoefte. Dat is logisch want liquiditeitssteun verleen je aan solvabele instellingen.
Als de Griekse regering in default gaat heeft dat voor de banken vergaande consequenties want die hebben Griekse staatsobligaties in portefeuille. Daarmee is de solvabiliteit van de banken in het geding en moet de ECB de steun wel stopzetten. Dit leidt uiteraard tot chaos.
Kapitaalrestricties en het gesloten houden van de banken zijn het logische gevolg. Als er geen schot komt in de onderhandelingen blijven de banken ongetwijfeld langere tijd dicht tot er weer wel schot in de onderhandelingen zit.
3) Griekse overheidsschuld te hoog, bij marktconforme rente
De Griekse overheidsschuld is onhoudbaar groot en er moet iets gaan gebeuren. De Syriza-regering wil een formele schuldvermindering. De instellingen zijn daar niet toe bereid. Grotendeels om politieke redenen – een schuldvermindering is moeilijk te verkopen aan de kiezers in andere landen. Een alternatief is makkelijk te vinden, althans in theorie.
De schuld is bij markconforme voorwaarden niet houdbaar, maar de partners kunnen de last aanzienlijk verlichten door het rentepercentage te verlagen en de looptijden te verlengen of zelfs een aflossingsvrije periode toe te passen.
Dat is al gebeurd, maar de instellingen zouden verder kunnen gaan. Hierdoor wordt de kwestie van schuldvermindering eigenlijk een symbolische aangelegenheid. Voor andere landen, vooral de zwakkere blijft dit uiteraard moeilijk te pruimen, maar we moeten wel wat.
4) Gemiddelde Griek heeft het zwaar
De gemiddelde Griek heeft het de afgelopen jaren heel erg moeilijk gehad. Griekenland leeft inderdaad al heel lang boven zijn stand, maar of dat aan de gemiddelde Griek te wijten is, kun je je afvragen. Dit besef maakt het ook niet makkelijker om de inkomensverliezen waarmee de Griekse bevolking geconfronteerd is, te verwerken.
Wat het land heel hard nodig heeft is economische groei. Het is schokkend dat bijna niemand het daar over heeft. De Griekse economie begon zich vorig jaar te herstellen. We hebben in Spanje en Ierland gezien dat het een tijdje duurt voordat een herstel zich voldoende heeft verbreid om grote aantallen mensen daarvan te laten profiteren, maar Griekenland was wel op de goede weg.
Helaas hebben de regeringswisseling en de weinig succesvolle gesprekken tussen Griekenland en de instellingen het herstel van de economie finaal de kop ingedrukt. Ook is het jammer dat de instellingen hun voorstellen niet aantrekkelijker hebben weten te maken door deze bijvoorbeeld te koppelen aan een investeringsprogramma dat op korte termijn de economie kan stimuleren en op langere termijn het Griekse groeipotentieel kan vergroten.
5) Griekenland heeft de afgelopen jaren hervormd
De indruk lijkt te bestaan dat er in de afgelopen jaren geen vorderingen zijn gemaakt met het versterken van de Griekse economie. Dat is natuurlijk niet zo. De Wereldbank publiceert jaarlijkse een ranglijst van landen onder de titel Ease of doing Business.
Tussen 2008 en 2015 is Griekenland gestegen van een treurige 108e plaats naar de 61e plaats. Voor het soort land dat Griekenland is, is dat nog steeds geen fantastische positie op een lijst van 189 landen, maar er is wel sprake van verbetering. Hetzelfde geldt voor het World Competitiveness Report van het World Economic Forum. Geen ander euroland is in de afgelopen jaren sneller gestegen op deze ranglijst dan Griekenland.
Oké, het land staat nog steeds maar net boven Moldavië, Iran, El Salvador en Armenië, maar er is tenminste sprake van vooruitgang. Het zou heel jammer zijn om al die winst op te geven.
Exit euro niet goed voor Griekenland
Sommigen roepen dat het voor Griekenland beter zou zijn om uit de euro te stappen. Daar ben ik het niet mee eens. Ten eerste is het vrij zeker dat dit in eerste instantie zal resulteren in een nog grotere chaos. Een nieuwe Griekse munt zal zwak zijn en de kosten van geïmporteerde goederen zullen sterk stijgen, waardoor de levensstandaard verder naar beneden gaat.
Bovendien zal het financiële stelsel ineenstorten, waardoor waarschijnlijk een soort ruileconomie ontstaat. En zelfs met een eigen munt zal de Griekse regering haar boeken op orde moeten brengen en de Griekse groeidynamiek moeten verbeteren. De maatregelen die de instellingen eisen zijn gewoon onontkoombaar.
Ongewisse afloop
Ik denk dat de chaos die in het land nu dreigt te ontstaan de regering alsnog terug zal dirigeren naar de onderhandelingstafel. Het wederzijdse vertrouwen tussen de regering en de instituten is helaas wel tot een nieuw dieptepunt gedaald. Dus of dat veel oplevert…..?
We moeten nog zien of het referendum doorgaat in de vorm en met de vraagstelling zoals door het Griekse parlement is vastgesteld. Premier Tsipras heeft aangegeven de keus van de bevolking te respecteren. Het meest waarschijnlijk bij een 'ja'stem lijkt dan dat hij het akkoord zal tekenen. Dat akkoord heeft overigens een looptijd van slechts vijf maanden. Tsipras zal dan waarschijnlijk nieuwe verkiezingen uitschrijven. Dat gaat in Griekenland vrij rap en een nieuwe regering is snel gevormd. Dan begint het onderhandelingstraject feitelijk opnieuw.
Als het referendum doorgaat en een ‘Nee’ oplevert, is heel onduidelijk wat er zal gebeuren. Griekenland komt dan zeer waarschijnlijk echt in default. Dan kun je bepaald niet uitsluiten dat een proces begint dat uiteindelijk zal leiden tot een vertrek uit de eurozone. Voor de Europese instellingen die grote pakketten Griekse leningen op de boeken hebben, betekent dat zeer waarschijnlijk forse (boek)verliezen. Ik denk niet dat dat reden voor paniek zou moeten zijn, maar er zal wel een hoop heisa door ontstaan.
Han de Jong is hoofdeconoom van ABN Amro. Meer columns: zie het blog van Han de Jong.
Tips, vragen of reacties? Mail de Z24-redactie op [email protected].
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl