- De gemiddelde huurprijzen in Nederland in juli met 5,4 procent gestegen, vergeleken met dezelfde maand een jaar eerder.
- Dat is de hoogste stijging in dertig jaar.
- In de sociale sector waren de stijgingen hoger, vergeleken met de vrije sector.
- Lees ook: Huurprijzen in vrije sector stijgen met gemiddeld 10% in tweede kwartaal – krapte in aanbod neemt toe door nieuwe wet.
De gemiddelde huurprijs van een woning in Nederland is per 1 juli dit jaar fors gestegen. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag. Huurprijzen lagen on juli 2024, vergeleken met dezelfde maand een jaar geleden gemiddeld 5,4 procent hoger.
Het gaat om de sterkste stijging sinds 1993. In 2023 stegen huurprijzen gemiddeld slechts met zo’n 2 procent.
De sterkste huurstijgingen waren in de sociale sector: gemiddeld 5,6 procent. Bij overige verhuurders in de gereguleerde, sociale huursector gingen de huren 5,7 procent omhoog
In de vrije sector gingen huren per 1 juli gemiddeld met 5 procent omhoog. De maximum huurstijging voor de vrije sector is dit vastgelegd op 5,5 procent.
Het effect van bewonerswisselingen op de stijging van de gemiddelde huurprijs was dit jaar 0,7 procentpunt: als een huurwoning van huurder wisselt, kan de verhuurder kiezen voor een sterkere verhoging van de huur dan bij reguliere huurverhogingen.
In Rotterdam stegen de huren afgelopen jaar gemiddeld het hardst, met bijna 6 procent. Van die stijging is 1 procentpunt is te wijten aan bewonerswisselingen in huurwoningen.
In Utrecht bedroeg de gemiddelde huurstijging van 5,8 procent en In Amsterdam stegen de huren gemiddeld met 5,2 procent.
De provincie met de hoogste huurstijging was Drenthe, met 5,8 procent, met een grote rol voor bewonerswisselingen in dit cijfer. De laagste huurstijging viel te noteren in de provincie Groningen, waar de huren tussen juli 2023 en juli 2024 gemiddeld met 5 procent stegen.
Woonbond vreest nog sterkere stijging huren in 2025
De Woonbond vreest dat de woninghuren in de sociale huursector volgend jaar nog harder kunnen toenemen dan dit jaar. Daarom roept de belangenorganisatie voor huurders de overheid op om in te grijpen. "Zonder ingrijpen zakken huurders in 2025 door het ijs", zegt Woonbond-directeur Zeno Winkels.
Volgens de Woonbond komt de fikse toename doordat de huren in de sociale huursector verhoogd mogen worden tot een maximum dat gelijk is aan de gemiddelde loonstijging. De organisatie wijst erop dat de gemiddelde loonstijging voor dit jaar eerder is geraamd op 6,6 procent. "Zonder aanpassing van de systematiek zullen verhuurders in de sociale huursector volgend jaar dus een huurverhoging van 6,6 procent doorvoeren."
Voor de vrije sector heeft de politiek al ingegrepen, geeft de Woonbond ook aan. Eerder besloot de Tweede Kamer dat de jaarlijkse huurverhoging voor die duurdere huurwoningen maximaal het inflatiecijfer plus 1 procent, of de gemiddelde loonstijging plus 1 procent mag zijn. De laagste van die twee opties geldt, waardoor in de vrije sector volgend jaar niet zo'n sterke toename dreigt.
De Woonbond roept het kabinet op voor de sociale huursector eveneens deze 'laagste van de twee'-systematiek toe te passen. "Veel huurders staat het water allang aan de lippen, boodschappen en andere dagelijkse behoeften zijn al nauwelijks meer te betalen. Opnieuw een buitenproportionele huurverhoging is de doodsteek", betoogt Winkels.
Volgens de huurdersvoorman zou het matigen van de huurverhoging niet alleen goed zijn voor huurders, maar ook verstandig als het kabinet op de overheidsuitgaven wil letten. "Een deel van de huurverhoging wordt bij armere huurders vergoed door de huurtoeslag en leidt dus tot hogere uitgaven uit de schatkist. Zo betalen huurders en de overheid voor de hoge huurstijgingen."