- Om personeelstekorten te verlichten, zouden huidige werknemers meer uren kunnen gaan draaien.
- In de provincie Groningen staan ze daar het meest voor open, zo meldt het CBS.
- In de Randstad bevinden zich in de gemeenten Amsterdam en Delft relatief veel zogenoemde onderbenutte deeltijders.
- Lees ook: Zwakke economische groei zorgt voor daling vraag naar uitzendkrachten, verwacht ING
Werkgevers blijven last houden van personeelstekorten. Wat daartegen kan helpen, is als huidige werknemers meer uren gaan draaien. In de provincie Groningen staan ze daar het meest voor open.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek vrijdag. De cijfers zijn van het jaar 2022.
Het aandeel onderbenutte deeltijders, werknemers die graag meer uren zouden willen werken, ligt in de provincie Groningen het hoogst op 6,3 procent van de totale werkzame beroepsbevolking. Buurprovincies Friesland en Drenthe volgen met 6 procent van de werkzame beroepsbevolking.
Op gemeenteniveau scoren in Noord-Nederland Groningen, Emmen, Leeuwarden en Assen hoog wat betreft het aandeel onderbenutte deeltijders. Maar ook minder bekende Friese gemeenten als Dantumadiel, Achtkarspelen en Harlingen zitten boven de 6 procent.
In de Randstad scoren met name de gemeenten Amsterdam en Delft hoog, met respectievelijk 6 procent en 6,5 procent onderbenutte deeltijders.
In het oosten en zuiden van Nederland gaan de gemeentes Enschede (6,5 procent), Maastricht (6,6 procent) en Vaals (7,4 procent) aan kop. In Midden-Nederland scoort Wageningen hoog met 6,9 procent onderbenutte deeltijders.
2 op de 5 onderbenutte deeltijders jonger dan 25 jaar
Het zijn vooral jongeren die meer willen werken. In 2022 was meer dan 40 procent van de onderbenutte deeltijders tussen de 15 en 25 jaar oud, zo meldt het CBS. In totaal ging het om 219.000 jongeren.
Deze groep bestaat veelal uit scholieren en studenten die meer tijd willen besteden aan hun bijbaan.
De noordoostelijke provincies hebben iets hogere percentages jongeren onder de werkzame bevolking, vandaar dat ook het aandeel onderbenutte deeltijders hier relatief hoog ligt.
Onder oudere bevolkingslagen bevinden zich iets minder onderbenutte deeltijders. Bij 25 tot 45 jarigen en 45 tot 75 jarigen gaat het om respectievelijk 141.000 en 148.000 mensen.