Het Centraal Planbureau (CPB) heeft traditiegetrouw de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen doorgerekend, om te bekijken wat de effecten zijn van de plannen op de economie.
De berekeningen zijn niet oncontroversieel. Je kunt je natuurlijk afvragen wat de waarde is van dergelijke berekeningen, aangezien er uiteindelijk toch een compromis gesloten zal moeten worden tussen de partijen. Een aantal politieke partijen heeft zijn plannen dan ook niet door laten rekenen. 50Plus, PVV en Partij voor de Dieren zijn de grote afwezigen.
Desondanks geeft het rapport van het CPB een aardig inkijkje in waar de partijen hun geld aan willen uitgeven, waar het geld vandaan moet komen en welke effecten de voorgestelde veranderingen kunnen hebben op de Nederlandse economie.
Effect op de staatskas
Eén van de meest opvallende uitkomsten betreft het effect van beleidsmaatregelen van partijen op de staatskas. Als er géén nieuw beleid komt de komende vier jaar, rekent het CPB op een begrotingsoverschot van gemiddeld 0,9 procent van het nationaal inkomen.
Vervolgens heeft het Planbureau geschat wat de effecten van beleidsmaatregelen zijn op de begroting, op twee manieren: de eerste is door sec de kosten en baten van maatregelen op de staatskas te laten zien. De tweede schatting betreft het vervolgeffect van maatregelen op de economie en de doorwerking op de begroting.
Dus als een partij bijvoorbeeld in eerste instantie méér uitgeeft, heeft dat een negatief effect op de staatskas. Maar als het om maatregelen gaat die de economie stimuleren en vervolgens voor extra belastingopbrengsten zorgen, kunnen extra uitgaven toch gunstig uitpakken.
Kijk je naar die laatste maatstaf, dan scoort opvallend genoeg een partij als GroenLinks beter dan de VVD, blijkt uit de CPB-berekeningen.
Bekijk de hoogtepunten van het rapport hieronder in 5 grafieken: