De Chinese economie is in 2014 met 7,4 procent gegroeid. Dat is de zwakste groei sinds 1990, zo blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van het Chinese nationale statistiekbureau. Toch is het Internationaal Monetair Fonds blij dat China zijn groeimodel probeert om te gooien.
De groei van de tweede economie van de wereld lag met 7,4 procent in 2014 iets onder de doelstelling van de Chinese overheid, die op 7,5 procent had gemikt. In 2012 en 2013 ging de economie van China nog met 7,7 procent vooruit.
Toch toonde hoofdeconoom Olivier Blanchard van het IMF zich tevreden over de Chinese groeicijfers, zo meldde persbureau Reuters dinsdag. Volgens Blanchard reflecteert de lagere groei in China een goede beslissing van de Chinese beleidsmakers om de economie te herbalanceren.
(klik voor uitvergroting)
China: exportgroei en investeringen
China teert al jaren op een systeem waarbij exportgroei, mogelijk gemaakt door lage lonen, is gecombineerd met forse binnenlandse investeringen. Het door de overheid gecontroleerde bankensysteem voorziet aan de overheid gelieerde bedrijven van goedkope kredieten, waarmee de reusachtige expansie van de bouw en infrastructuur wordt gevoed.
Dit alles leverde krachtige groeicijfers op, maar twee groepen zijn daarbij het kind van de rekening geworden: Chinese consumenten en kleine en middelgrote bedrijven uit de private sector.
Chinezen met lage en middeninkomens zetten relatief veel geld opzij als spaarbuffer. Dat doen ze vanwege het ontbreken van goede sociale voorzieningen. Door de manipulatie van rentetarieven ten gunste van de kredietverleningen aan grote staatsbedrijven, is de rente op spaargeld echter laag.
Dit alles zorgt voor een relatief achterblijvende binnenlandse consumptie. Kleinere private Chinese bedrijven worden in hun groei ook geremd door beperkte toegang tot de officiële bancaire kredietverlening. Zij zijn sterk afhankelijk van informele kanalen zoals financiering via familie en vrienden.
Duidelijk is dat China niet eindeloos kan doorgaan met op bancair krediet leunende investeringen in infrastructuur en andere bouwprojecten. Er moet een omslag komen naar een sterkere nadruk op consumptieve bestedingen aan de ene kant, en groei van het private midden- en kleinbedrijf aan de andere kant. Maar dat betekent ook dat de economie als geheel wat minder hard groeit.
Tragere groei
De Chinese economie heeft bij dit alles op korte termijn ook te kampen met een afkoelende vastgoedmarkt en een minder sterk groeiende industrie, als gevolg van tragere mondiale groei. Om de economie niet te snel te laten afkoelen, is de rente in China verlaagd en worden grote infrastructurele projecten versneld uitgevoerd.
In het vierde kwartaal van 2014 bedroeg de groei 7,3 procent op jaarbasis. Dit cijfer is wat beter dan verwacht. Economen rekenden in doorsnee op een vooruitgang met 7,2 procent.
Het Chinese statistiekbureau meldde dinsdag verder dat de industriële productie in China in december met 7,9 procent is gestegen op jaarbasis, na een groei met 7,2 procent een maand eerder. De Chinese detailhandelsverkopen namen met 11,9 procent toe. Beide cijfers waren beter dan gemiddeld was voorspeld.
IMF: Chinese groei onder 7 procent in 2015
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) verlaagde maandag nog zijn groeiprognoses voor China met 0,3 procentpunt naar 6,8 procent in 2015 en met 0,5 procentpunt naar 6,3 procent in 2016.
De wereldeconomie groeit de komende twee jaar in brede zin ook minder sterk dan eerder werd gedacht. De dalende olieprijs is een meevaller, maar die wordt tenietgedaan door tegenvallende ontwikkelingen in de eurozone, China, Rusland en Japan, voorspelde het IMF dinsdag.
Het IMF verwacht dat de internationale economie in 2015 met 3,5 procent groeit en voorziet voor 2016 een plus van 3,7 procent. Voor beide jaren valt de prognose daarmee 0,3 procentpunt somberder uit dan in oktober. Dat komt door tegenvallende ontwikkelingen in alle regio's, behalve de Verenigde Staten.
Eurozone: 1,2 procent groei in 2015
De eurozone wordt de komende tijd vooruitgeholpen door de stevige daling van de olieprijs, nieuwe maatregelen van de Europese Centrale Bank, afnemende bezuinigingen en de dalende waarde van de euro.
Toch valt de groei, met respectievelijk 1,2 en 1,4 procent in 2015 en 2016, waarschijnlijk lager uit dan eerder gedacht. Volgens het IMF wegen de meevallers niet op tegen de zwakke investeringen. Die staan vooral in de exportsector onder druk, door tegenvallende groei in opkomende markten.
Het IMF werd verder vooral somberder over de vooruitzichten voor armere landen die afhankelijk zijn van de export van grondstoffen. Daardoor werd de groeiprognose voor Latijns-Amerika met bijna een derde verlaagd, naar 1,3 procent dit jaar, en ging het mes in de verwachting voor onder meer Nigeria.
De Russische economie wordt volgens het fonds dit jaar zelfs 3 procent kleiner, terwijl drie maanden geleden nog op een minieme groei werd gerekend.
Het IMF publiceerde geen nieuwe voorspelling voor de Nederlandse economie, die volgt in april. In oktober voorspelde het fonds een groei van 1,4 procent voor ons land in 2015.
bron: ANP/Z24
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl