Eerder op de dag kreeg Wall Street juist een stevige impuls van gunstige
cijfers over de industriële productie in de eurozone en positieve
vooruitzichten op de wereldeconomie van de Federal Reserve, het Amerikaanse
stelsel van centrale banken.

De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot met een verlies van 0,2 procent op
10.190,89 punten. De breder samengestelde S&P 500-index zakte 0,2 procent
tot 1089,63 punten. Eerder op de dag klom de index nog tot ruim boven de
belangrijke psychologische grens van 1100 punten. De technologiebeurs Nasdaq
sloot praktisch onveranderd op 2243,96 punten.

Vooral aandelen van banken hadden het moeilijk. In de Dow verloren JPMorgan
Chase en Bank of America respectievelijk 2 en 1,2 procent.

Olie
Oliereus ExxonMobil, een zwaargewicht in de Dow, moest de koerswinst van
eerder op de dag inleveren en sloot 0,8 procent lager. Chevron (plus 0,2
procent) kon het hoofd nog wel net boven water houden. Het Britse BP, met
een beursnotering in New York, dook bijna 10 procent omlaag.

Beleggers maken zich ernstig zorgen over de claims die het concern tegemoet
kan zien door de olieramp. Volgens BP zijn de kosten van de ramp al
opgelopen tot 1,6 miljard dollar. De prijs van een vat ruwe Amerikaanse olie
(van 159 liter) steeg maandag met 1,7 procent tot 75,02 dollar. Eerder op de
dag bereikte de olieprijs een stand van bijna 76 dollar door optimisme over
het economische herstel en een zwakkere dollar.

In de hoek van de technologiefondsen was SanDisk een opvallende stijger met
een koerssprong van 6,1 procent. Volgens het gerenommeerde Amerikaanse
zakenblad Barron's kan het fonds hard omhoog wegens een grote vraag naar
geheugenchips. In de Dow was chipreus Intel (plus 1,2 procent) de grootste
stijger.

Op de valutamarkt noteerde de euro 1,2225 dollar tegen 1,2285 dollar bij het
sluiten van de Europese beurzen maandag.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl