Wat is nog zeker in de Griekse crisis? Geen enkele deadline lijkt heilig en er wordt van alles gelekt naar de media. Zeker is dat de Grieken hoog spel spelen, stelt analist Arne Petimezas van beursmakelaar AFS Group. Hij praat je bij vanaf de beursvloer in Amsterdam.
1. Als een ding duidelijk geworden is in de Griekse crisis, is dat een deadline geen deadline is en dat een definitief voorstel voor een bailout helemaal niet het allerlaatste, definitieve voorstel is. Ondanks alle ruzies en dreigementen dat elke eurogroepvergadering de laatste mogelijkheid voor een deal zou zijn, bleven Griekenland, de eurolanden, de ECB, de EU en het IMF rustig door onderhandelen. Ook nu Griekenland twee keer uitstel van betaling heeft gekregen van het IMF en een referendum over een bailout (waarover wordt gestemd en of er nog wordt gestemd weet niemand) heeft afgekondigd, wordt er nog gewoon verder gepraat. En gelekt naar de media. En schijnbewegingen gemaakt.
De uitspraak van Bondskanselier Merkel woensdag dat er niet onderhandeld wordt tot aan het referendum van 5 juli is dan ook niet waar. Want ministers van Financiën van de eurogroep gaan vanmiddag telefoneren over het laatste voorstel van de Griekse premier Tsipras aan de crediteuren. Dat voorstel zou in een brief van Tsipras staan die ‘toevallig’ is gelekt naar de media.
De Financial Times meldt op basis van deze brief, die gericht is aan IMF-directeur Lagarde, ECB-president Draghi en EC-voorzitter Juncker, dat Tsipras verregaande concessies heeft gedaan en zijn voorstel nog maar op een aantal kleine punten afwijkt van het laatste voorstel van de crediteuren. Die brief stelt Tsipras natuurlijk in een kwaad daglicht, want zijn voorstel lijkt wel heel erg veel op het plan van de crediteuren waarvan hij wil dat de Grieken het afwijzen. Heeft Tsipras een fatale blunder gemaakt?
Heel goed mogelijk. Maar wij weten maar een klein beetje. Volgens Eurocommissaris Dombrovskis was er nog een tweede brief en die is niet gelekt. En daarnaast lopen de onderhandelingen natuurlijk niet alleen per brief (of e-mail). En Tsipras kan ook wel eens tactisch het voorstel van de crediteuren hebben benaderd om te voorkomen dat het ECB-bestuur tijdens de vergadering woensdag de stekker uit de Griekse banken trekt.
Wat we in ieder geval zeker weten is dat er nog steeds hoog spel wordt gespeeld. Op het randje van de afgrond.
2. Beleggers concluderen uit de laatste berichtgeving over Griekenland 'waar rook is, is vuur', en kopen daarom aandelen en Zuid-Europese staatsleningen. Aan het begin van de middag stegen de meeste Europese beurzen tussen de 1 en 2 procent. De risico-opslag op Zuid-Europese staatsleningen daalt rap. Zo bedroeg het renteverschil tussen Duitse en Spaanse 10-jaars staatsleningen bij de opening 1,52 procentpunt. Dat is inmiddels gedaald naar 1,39 procentpunt.

Analist Arne Petimezas van AFS Group houdt je dagelijks op de hoogte van de dingen die je moet weten.
3. ECB-bestuurslid en hoofdeconoom Peter Praet praat oorlogstaal. Hij zei dinsdagavond in een toespraak in Frankfurt dat als de economie in de eurozone verslechtert, de ECB het monetaire beleid verder kan verruimen. “Het publiek weet dat de ECB vastberaden is om te reageren op verstoringen in de monetaire transmissie die onze doelstelling van prijsstabiliteit in het geding brengen.” Met andere woorden, als de rente in Zuid-Europa te hard stijgt door Griekenland, gaan we meer staatsobligaties kopen onder het mom van het kunnen behalen van de inflatiedoelstelling van 2 procent.
Klinkt indrukwekkend, maar in werkelijkheid kan de ECB niet heel veel doen op dit moment. De ECB kan slechts tijdelijk en in beperkte mate meer obligaties kopen met het huidige aankoopprogramma (QE). Een voorwaarde van QE is dat de ECB prijsvorming en liquiditeit in de markt niet mag verstoren en daarom de markt niet kan leegvissen met steunaankopen.
Onbeperkte steunaankopen zijn wél toegestaan onder het nog nooit gebruikte reddingsprogramma OMT. Maar voordat de ECB het OMT kan inzetten moet de eurolidstaat in kwestie wel eerst een bailout aanvragen en een vernederend programma van bezuinigingen en structurele hervormingen accepteren. Dat is precies waar de schoen wringt. Zo’n programma zal op veel politieke weerstand stuiten, en Griekenland is daar een goed voorbeeld van.
4. Tsipras lijkt de kiezers (nog) aan zijn kant te hebben. Volgens een opiniepeiling in opdracht van de Griekse krant Efimerida ton Syntakton zou 46 procent van de Grieken tegen het bailout-plan van de crediteuren stemmen. 37 procent zou ja zeggen tegen het voorstel, dat mogelijk zelfs alweer is ingetrokken. De rest weet het nog niet. De peiling is uitgevoerd op 28 en 29 juni. Overigens waren de Grieken vlak vóór het sluiten van de banken en de invoering van kapitaalrestricties een stuk negatiever over het bailout-plan. Vóór de maatregelen zou 57 procent nee hebben gezegd en 30 procent ja.
5. Daarentegen denken beleggers dat de Grieken juist voor het voorstel van de crediteuren zullen stemmen. Volgens een peiling van Citi denkt 59 procent van de klanten van de grootbank dat de Grieken ja zullen stemmen. De resterende 41 procent denkt dat de Grieken het voorstel zullen verwerpen.
6. Volgens persbureau Bloomberg is private-equityfirma Blackstone helemaal niet zo’n vervelende schuldeiser. Blackstone zou Spaanse huiseigenaren die met hun hypotheek diep onder water staan hebben aangeboden dat ze de sleutel van hun huis kunnen inleveren en daarmee ook meteen af zijn van hun hypotheekschuld. Dat is opzienbarend, want in Spanje zijn hypotheekschulden persoonlijk verhaalbaar op de schuldenaar.
Blackstone heeft voor 6,4 miljard euro aan Spaanse hypotheken in de portefeuille. De firma heeft de leningen waarschijnlijk in de ramsj tegen een fikse korting gekocht. Hoogstwaarschijnlijk verdient Blackstone er meer aan door de onderliggende huizen door te verkopen dan proberen huiseigenaren die niet kunnen of niet willen betalen voor de rest van hun leven te achtervolgen.
7. Vanwege de Griekse crisis raakt economisch nieuws in de vergetelheid. Onterecht, want bijvoorbeeld de inkoopmanagersindex van dataleverancier Markit Economics voor de industrie in de eurozone liet zien dat de herstel van de economie steeds maar niet een versnelling hoger wil gaan. De inkoopmanagersindex steeg vorige maand licht naar 52,5 van 52,2 in mei. Dat wijst op iets sterkere groei, met name doordat de productie en de werkgelegenheid beiden sterker toenamen.
Teleurstellend was dat de groei van de nieuwe orders niet verder aantrok. Ondanks de monetaire verruiming door de ECB is de effectieve vraag niet sterk genoeg en blijft het groeitempo haken op een gematigde 0,4 procent per kwartaal, aldus Markit.
Arne Petimezas is analist bij financiële dienstverlener AFS Group. Deze bijdrage is niet bedoeld als advies tot het doen van individuele beleggingen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl