- Gezinnen met minderjarige kinderen waarin alleen de vader werkt, komen steeds minder voor.
- Uit een analyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat in nog zo’n 13 procent van de gezinnen alleen de vader een baan heeft.
- Wel blijft het zo dat relatief veel vrouwen in Nederland in deeltijd werken.
- Lees ook: Krapte bij tandartspraktijken door golf aan pensioneringen – 1 op 5 tandartsen stopt komende zeven jaar
Het klassieke gezien waarin de man een betaalde baan heeft en de vrouw het huishouden doet, is op z’n retour. In 2023 deed in 13 procent van de gezinnen met minderjarige kinderen alleen de vader betaald werk. Dat betekent een daling ten opzichte van 2013, toen nog 19 procent zo’n eenverdienersstel was.
Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerde analyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het CBS telt 1,5 miljoen gezinnen met één of meer kinderen tot 18 jaar. In ruim de helft van deze gezinnen werkte de vader voltijds (35 uur of meer per week) en de partner in deeltijd (minder dan 35 uur). Dat is in tien jaar tijd niet sterk veranderd.
Wat deeltijdbanen betreft is er wel een verschuiving zichtbaar van ‘kleine’ deeltijdbanen (minder dan 20 uur per week) naar ‘grote’ (20 tot 35 uur per week).
Belangrijkste reden voor moeders om niet te werken: zorgtaken
Niet op zoek naar werk en ook niet op korte termijn aan de slag kunnen: dat typeerde zo'n 14 procent van de niet-werkende moeders met een partner. In de Enquête beroepsbevolking uit 2022 zei de helft van deze moeders dat dit kwam door de zorg voor het gezin of huishouden, aldus het CBS. Daar is in tien jaar tijd nauwelijks verandering in gekomen.
Ook is ziekte of arbeidsongeschiktheid een belangrijke reden om niet beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt. Van de vaders met een partner werkte 5 procent (104 duizend) niet. Voor ruim de helft van hen was ziekte of arbeidsongeschiktheid de belangrijkste reden om niet te werken. Zorg voor het gezin of huishouden werd door 8 procent van de vaders genoemd.
Baan dichtbij huis motiveert vrouwen te werken
Driekwart van de vrouwen zonder betaald werk zei in 2022, in een onderzoek voor de Emancipatiemonitor, dat ze überhaupt niet wilden werken. Ook niet als de omstandigheden anders zouden zijn, zoals een te laag huishoudinkomen of een betere beschikbaarheid van werk met de gewenste uren.
Een kwart zou onder voorwaarden juist wél (weer) betaald werk willen doen. In het onderzoek spreken deze moeders vooral het verlangen uit om dicht bij huis en in deeltijd te werken, waardoor werk en privé goed te combineren valt.
Van de vrouwen die nu al in deeltijd werken is 65 procent onder voorwaarden bereid om méér uren te draaien, vooral als totale inkomen van het huishouden niet meer voldoende blijkt.