Een huis kopen om te verhuren kan extra inkomsten opleveren en interessant zijn als belegging. Maar in de politiek ligt de ‘huisjesmelker’ onder vuur.

Particuliere beleggers die woningen opkopen om er niet zelf in te wonen maar te verhuren, moeten volgens de ChristenUnie daarvoor meer belasting gaan betalen. Partijleider Gert-Jan Segers wil de overdrachtsbelasting voor zulke beleggers van 2 naar 6 procent verhogen, zegt hij in een interview in het AD.

Met de opbrengst kan de overdrachtsbelasting voor starters op de woningmarkt tot nul worden gereduceerd, aldus de ChristenUnie. Segers vindt dat het kabinet te veel aanstuurt op de bouw van nieuwe woningen en te veel aan de markt heeft overgelaten. “Huizen mogen geen winstfabrieken zijn”, zegt hij in de krant.

Particuliere beleggers verstoren volgens hem de woningmarkt door huizen op te kopen en door te verhuren. Zij zouden volgens Segers voortaan vergunningplichtig moeten worden, zodat gemeenten aanvullende eisen aan verhuur kunnen stellen.

De Woonbond noemt het plan “een stap in de goede richting”. Wel vindt de huurdersorganisatie dat “meer moet gebeuren om prijzen in de particuliere huurmarkt betaalbaar te houden en de woningnood aan te pakken”.

Zo noemt de Woonbond het "voor particuliere verhuurders veel te makkelijk om gigantische huurprijzen te vragen". De woz-waarde, de heffing in het kader van de Wet waardering onroerende zaken, heeft sinds 2015 grote invloed op het bepalen van de maximaal toegestane huurprijs. Daardoor zijn vooral in de steden met hoge woz-waarden de maximale huurprijzen enorm gestegen.

Boven de huurgrens voor sociale huurwoningen van €720,42 vervalt de bescherming van het puntenstelsel en kunnen verhuurders vragen wat ze willen.

LEES OOK: Geld verdienen door een eigen woning te verhuren: dit moet je weten over de huurprijs, het huurcontract en de bijbehorende valkuilen