Huizenbezitters kunnen in hun handjes knijpen. Het doorsnee vermogen van Nederlandse huishoudens is gestegen, maar alleen dankzij de stijging van de huizenprijzen.
Zonder eigen woning is het vermogen op het niveau van 2015 blijven hangen, blijkt woensdag uit cijfers van Centraal Bureau voor de statistiek (CBS).
Mét de stijging van de huizenprijzen, steeg het doorsnee vermogen van een huishouden in 2016 met 10 procent naar 22,1 duizend euro. Worden de huizenprijzen buiten beschouwing gelaten, dan stijgt het vermogen met slechts 1,5 procent naar 13,5 duizend euro. Ofwel: de huizenprijs is in z’n eentje goed voor een vermogensstijging van 8.600 euro.
De onderstaande grafieken laten zien hoeveel het gemiddelde vermogen van Nederlandse huishoudens bedraagt in 2015 en 2016.
Het doorsnee vermogen mét en zonder huizenprijzen in 2015.
(Klik voor uitvergroting)
Het doorsnee vermogen mét en zonder huizenprijzen in 2016.
De huizenprijzen hebben een grote invloed op het gemiddelde vermogen van huishoudens, zegt het CBS dan ook. Voor bijna 3 op de 5 huishoudens geldt dat zij een eigen woning hadden.
Die woningen waren goed voor 57 procent van de totale bezittingen en vormden zo dus het grootste vermogensbestanddeel.
Rijke en arme gemeenten
Grote vermogens zijn vooral in kleine gemeenten te vinden, terwijl grote steden vooral inwoners heeft met kleine vermogens, zo blijkt uit de cijfers van het CBS.
Met een gemiddeld vermogen van bijna 280 duizend euro wonen de rijkste Nederlanders in het Noord-Hollandse Laren.
De top tien van rijkste gemeenten wordt verder gedomineerd door kleine gemeenten in Noord-Brabant: Sint Anthonis, Alpen-Chaam, Oirschot, Haaren, Reusel-De Mierden en Hilvarenbeek.
De rijkdom hebben deze gemeenten vooral te danken in de naar verhouding grote populatie ouderen. Die hebben in de loop van hun leven hun vermogen flink zien groeien.
Rotterdammers hadden met 1900 euro de kleinste vermogens van Nederland. In de top tien laagste vermogens staan ook Den Haag en Amsterdam. Van de vier grote steden staat alleen Utrecht niet in de top tien, maar ook daar was het vermogen met 5700 euro relatief laag.
De vermogens in grote steden zijn lager omdat daar relatief veel groepen wonen die doorgaans weinig vermogen hebben, zoals jongeren, mensen met een uitkering en mensen met een migratieachtergrond.