De 45-jarige Amsterdammer weigerde in 2006 deel te nemen aan een
re-integratietraject, waarna de gemeente hem kortte op de uitkering. De man
vond dat er sprake was van dwangarbeid. Dit was volgens de raad niet het
geval, omdat er geen fysieke of psychische dwang op de man is uitgeoefend.

De raad vond ook dat deelname aan het integratietraject niet in strijd was met
het ‘verbod op verplichte arbeid’. Hiervan zou sprake zijn als de man moest
meedoen aan een project dat hem geen enkel perspectief zou bieden om in de
toekomst een geschikte baan te vinden.

Achttien jaar bijstand
Op het moment dat de Amsterdammer aan het traject moest deelnemen, liep hij
achttien jaar in de bijstand, terwijl hij lichamelijk en psychisch wel in
staat was te werken. De raad vond dat de man op z’n minst een begin had
kunnen maken met het traject.

De zaak kwam in 2008 al voor de rechter. Die stelde de gemeente Amsterdam
eveneens in het gelijk. Volgens de raad was de uitspraak maandag erg
belangrijk, omdat de re-integratieregeling voor het eerst aan internationale
verdragen over dwangarbeid is getoetst.

René Paas, voorzitter van Divosa, de vereniging van directeuren van sociale
diensten, is "dik tevreden” met de uitspraak. De advocaat van de
bijstandsgerechtigde overweegt of hij de zaak voor het Europese Hof brengt.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl