Koeien die regelmatig worden ingeënt met de stof serotonine, die geassocieerd wordt met een gevoel van welzijn, geven meer kalkrijke melk. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Wisconsin-Madison.
Melk , kaas en yoghurt zijn de belangrijkste bronnen waar we onze kalk aan ontlenen, calciumrijke melkproducten zijn dan ook een veel gevraagd product. Echter, tussen de 5 en de 10 procent van de Noord-Amerikaanse koeien leidt aan kalkgebrek als gevolg van hypocalcaemia, een ziekte die vooral toeslaat onder drachtige koeien of bij koeien die pas gekalfd hebben.
Geluksstof beïnvloedt calciumgehalte melk
Maar hypocalcaemia heeft meer schadelijke effecten, de ziekte wordt geassocieerd met immuunziekten, aandoeningen aan de spijsvertering en afnemende vruchtbaarheid. En dat alles heeft weer zijn directe weerslag op de winstgevendheid van veehouders.
Focust het meeste onderzoek op de genezing van hypocalcaemia, er is altijd weinig aandacht geweest voor de preventie ervan. Tot nu toe dan.
Wetenschappers van de Universiteit van Wisconsin-Madison injecteerden twee koeienrassen met serotonine, een stof die mensen en dieren aanmaken wanneer ze gelukkig zijn, zo meldt de site Science Daily.
De onderzoekers ontdekten bij het ene ras, de Holstein, hogere calciumwaarden in het bloed en minder kalk in de melk, terwijl bij de Jerseykoe precies het omgekeerde het geval was. Duidelijk is dus dat serotonine invloed heeft op calciumwaarden, maar verder onderzoek moet uitwijzen hoe serotonine het calciumniveau precies beïnvloedt.
De onderzoekers denken met 'geluksstof' serotonine in ieder geval de sleutel in handen te hebben om te zorgen voor meer kalkrijke melk.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl