De Raad voor Cultuur heeft donderdag bekendgemaakt welke cultuurinstellingen wat haar betreft zich de komende jaren mogen verheugen op overheidssubsidies.
Omdat er 218 miljoen euro te verdelen is terwijl er voor 249 miljoen is aangevraagd, vielen de keuzes niet voor iedereen goed uit. Van de 118 aanvragen kregen 77 een positief oordeel, 41 werden afgewezen maar veertien daarvan krijgen een herkansing.
Slecht nieuws was er voor de twee symfonieorkesten in het oosten van het land, het Gelders Orkest en het Orkest van het Oosten. Die moeten binnen twee jaar samengaan om geld van het Rijk te kunnen krijgen, luidt het advies van de Raad voor Cultuur aan minister Jet Bussemaker van Cultuur. Er zijn te weinig inkomsten om twee orkesten overeind te houden.
Het Gelders Orkest en het Orkest van het Oosten zien een fusie echter niet zitten. “Een gedwongen huwelijk is geen goed idee”, zegt Bart van Meijl, interim-directeur van het Orkest van het Oosten in Enschede. “Onze bezoekers hebben recht op hún orkest”, reageert directeur Wiebren Buma van Het Gelders Orkest in Arnhem.
Kosten teruggebracht
Het Gelders Orkest werkt sinds 2012 aan het terugbrengen van de kosten en het verwerven van meer inkomsten, stelt Buma. Volgens hem leidt dat tot positieve resultaten. “Onze bekendheid is toegenomen, de zalen zijn beter gevuld en we weten meer partijen aan ons te verbinden. We geloven in deze koers en zijn nog lang niet klaar.”
Het Orkest van het Oosten, dat vorig jaar failliet dreigde te gaan, stelt dat de organisatie de afgelopen maanden is "klaargestoomd voor de toekomst''. Volgens Van Meijl geven de eerste financiële resultaten van dit jaar vertrouwen. "De aanwezigheid van een symfonische voorziening in Overijssel is van groot belang voor de blijvende toegankelijkheid van symfonische muziek en alle daarmee verbonden activiteiten.'' Het orkest is daarnaast ook van belang voor de stad Enschede, meent hij.
Vaste verdeelsleutel
Het geld voor cultuurinstellingen wordt volgens een vaste verdeelsleutel uitgedeeld. Daarbij gaat ruim 59 miljoen naar musea, ruim 51 miljoen naar symfonieorkesten, bijna 29 miljoen naar opera, bijna 18 miljoen naar dans, ruim 17 miljoen naar theater en 1,6 miljoen voor productiehuizen.
De Nationale Opera krijgt met 24,5 miljoen het hoogste subsidiebedrag. Het Nationaal Museum van Wereldculturen en het orkest NedPho/NKO krijgen elk 10 miljoen en het Metropole Orkest 3 miljoen.
Theater Utrecht raakt zijn subsidie van 1,6 miljoen euro per jaar kwijt. Het theater heeft de afgelopen jaren te weinig eigen inkomsten gegenereerd, aldus de raad. De norm is 23,5 procent.
Scheepvaartmuseum op de wip
Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam zit in de 'nee, tenzij'-groep. Dat kan alleen bijdrage van bijna 1,8 miljoen euro krijgen als het museum duidelijk maakt hoe het de educatieve functie invult en hoe het nieuwe doelgroepen wil gaan aanboren. Ook moet het Scheepvaartmuseum inzicht geven in de geldstromen tussen het museum en de verwante stichting Het Scheepvaartmuseum Enterprise (HSME), die commerciële activiteiten ontplooit zoals de verhuur van het pand voor evenementen.
Het Zuidelijk Toneel zit ook in de 'nee, tenzij'-groep. Het toneelgezelschap krijgt 1,6 miljoen subsidie op voorwaarde dat het met een nieuw plan komt voor meer eigen identiteit, meer binding met regio en een beter verdienmodel.
De instellingen die van de Raad voor Cultuur een herkansing krijgen, hebben de rest van het jaar de tijd om hun plannen te verduidelijken of aan te passen. De nieuwe subsidieperiode gaat in 2017 in en duurt tot en met 2020.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl