ANALYSE – Nadat eerder dit najaar al Centraal-Europa en Italië aan de beurt waren, werd eind oktober het Spaanse Valencia getroffen door een allesverwoestende overstroming. De door extreme regenval ontstane ramp kostte aan meer dan tweehonderd mensen het leven. Deze extreme regelval wordt door wetenschappers en weerinstanties zoals het KNMI in verband gebracht met klimaatverandering.

Dat dit soort rampen moeten worden voorkomen, daar zullen de meeste wereldleiders het wel over eens zijn. Alleen hoe? Daarvoor komen wereldleiders aanstaande week voor alweer de negenentwintigste keer bijeen tijdens de zogeheten Conference of the Parties (COP), beter bekend als de wereldwijde klimaattop. Net als vorig jaar wordt die gehouden in een olie-exporterend land. Nadat vorig jaar de eer toeviel aan Dubai, is nu Azerbeidzjan aan de beurt.

Het Kaukasusland is voor zijn economie sterk afhankelijk van zijn inkomsten uit de eigen olie- en gasbronnen. Azerbeidzjan zwakte bovendien onlangs zijn nationale klimaatdoelen af, waarna twee onafhankelijke onderzoeksgroepen het klimaatbeleid van het land in een uitgebreide studie betitelden als “ernstig ontoereikend”.

Van Azerbeidzjan hoeven we dus geen alles verpletterende inzet te verwachten. Toch hoeft dit niet te betekenen dat de aanstaande top een debacle wordt. Tijdens afgelopen editie in het weinig groene Dubai lukte het de 198 landen bijvoorbeeld om tot een akkoord te komen over het geleidelijk afstappen van fossiele brandstoffen. Historisch, aangezien de organisatoren al zo’n twintig jaar probeerden om tot zo’n akkoord te komen.

Geld voor ontwikkelingslanden staat centraal

Geld staat centraal bij de de aanstaande klimaattop in de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe. Deze vaak armere landen beschikken meestal niet over voldoende kapitaal om snel te verduurzamen en zich ook nog eens te bewapenen tegen klimaatrampen. Al in 2009 spraken VN-landen af dat de 23 rijkste landen van 2020 tot en 2025 jaarlijks in totaal 100 miljard dollar zouden betalen aan ontwikkelingslanden.

Deze 23 landen wisten echter meerdere jaren niet hun financieringsdoel te halen. In 2022 slaagden zij er voor het eerst in om wél voldoende geld op tafel te leggen, bleek dit jaar uit onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Volgens de non-gouvernementele organisatie Oxfam Novib zou het daadwerkelijke bedrag echter uit zijn gevallen op 28 à 35 miljard dollar, aangezien veel landen bedragen zouden hebben opgevoerd die in feite weinig met het thema van doen hadden.

Een papieren werkelijkheid, menen de critici dus. Ontwikkelingslanden menen bovendien dat het bedrag fors omhoog moet. Liefst 1.000 miljard dollar zal vanaf 2035 jaarlijks nodig zijn om de klimaatcrisis effectief te bestrijden, menen zij. De rijke landen lijken voorlopig in te zetten op de helft van dat kapitaal. Zij hopen de rest bijeen te brengen met een cocktail aan nieuwe belastingen op fossiele brandstoffen en het verschuiven van subsidies van grijze naar groene projecten.

Veel ontwikkelingslanden en klimaatorganisaties vinden dat dat de financiering er moet komen in de vorm van giften. Leningen maken momenteel ook een groot deel van de financieringstaart uit en rijke landen willen dat liever zo houden. Ook sturen zij aan op investeringen uit de private sector.

De 23 rijke landen menen daarnaast dat hun groep ernstig toe is aan uitbreiding. De Verenigde Naties spraken al in 1992 af welke landen als 'rijk' worden gezien. De groep bestaat nu uit enkel westerse landen, van de Verenigde Staten en Canada tot Zwitserland en Nederland.

Zij wijzen er op dat de wereld sinds 1992 is veranderd; ook landen als China, Zuid-Korea, Singapore en bijvoorbeeld Saudi-Arabië zijn anno 2024 'rijk' te noemen, menen zij. Niet geheel onterecht, aangezien liefst dertien van de dertig landen met het hoogste nationaal inkomen ter wereld nu niet bijdragen aan deze klimaatfinanciering. Deze landen zouden dus ook de portemonnee moeten trekken, vinden de westerse landen.

Weinig verrassend, is daar weinig animo voor onder andere landen. Zo meent olieland Saudi-Arabië tijdens de afgelopen klimaattop al genoeg concessies te hebben gedaan door in te stemmen met de afspraak om de fossiele activiteiten af te bouwen. Het olieland zou nu zelfs onderdeel zijn van een groep landen dat meent dat het geleidelijk afbouwen van fossiel optioneel zou zijn, waarmee het resultaat in Dubai opnieuw ter discussie zou komen staan.

De Europese Unie zet desalniettemin hoog in; een financieringsdoel hoger dan 100 miljard dollar per jaar zal zij alléén accepteren als meer landen voortaan kapitaal inleggen. De EU is een financieel gewichtige stem in het debat; afgelopen jaar legde de unie bijna 29 miljard euro aan klimaatfinanciering in, dat ook nog eens voor de helft uit subsidies bestond.

Ook zullen de deelnemende landen discussiëren over de invulling van het al vorig jaar overeengekomen schadefonds. Dit fonds is niet bedoeld voor de preventie van klimaatrampen, ofwel klimaatadaptatie, maar voor de financiële afwikkeling van milieurampen. Zowel arme landen maken aanspraak op dit geld, als landen die vanwege hun ligging kwetsbaar zijn voor milieurampen als gevolg van klimaatverandering. Denk hierbij aan hulp bij overstromingen, zoals die in Valencia.

Alhoewel verschillende westerse landen al tientallen miljoenen euro's toezegden, is het fonds nog altijd niet operationeel. Landen die relatief vaak gedupeerd raken door klimaatrampen zullen als inzet hebben dat het fonds snel geld begint uit te keren.

Klimaatdoelen moeten strenger na winst Trump

Dan is er nog het punt van de klimaatdoelen die individuele landen hebben uitgesproken. Om nog enige kans te blijven maken op een maximum van 1,5 tot 2 graden graad opwarming sinds pre-industriële tijden, moet de wereld in 2050 netto-nul CO2 uitstoten. Met de huidige plannen van individuele landen gaat dat echter niet lukken. De wereld stevent nu af op zo'n 3 graden opwarming in 2100, waarschuwde de VN nog eind oktober in een uitvoerige studie.

Een "een flink grotere ambitie" is nodig, aldus de organisatie, en die zal van de individuele VN-landen moeten komen in de vorm van straffere klimaatdoelen. Zij hebben nog tot en met februari om met aangescherpte klimaatdoelen te komen, zodat die doelen tijdens de volgende top in Brazilië bediscussieerd kunnen worden.

Of we hier veel van moeten verwachten is de vraag, aangezien rechts-conservatieve krachten wereldwijd aan invloed winnen. Deze partijen drukken in de regel juist liever de rem in op het gebied van klimaatmaatregelen.

In veel EU-landen zijn momenteel rechtse partijen aan de macht, maar het grootste obstakel ligt nu in de Verenigde Staten. Republikein Donald Trump won er dinsdag overtuigend de presidentsverkiezingen. Ook kreeg zijn partij een meerderheid in de Senaat en mogelijk gaat dat ook gelden voor het Huis van Afgevaardigden, waarmee het een sterk mandaat van de kiezer kreeg voor een uiterst rechts-conservatieve agenda.

Trump wil de VS - opnieuw - uit het Klimaatakkoord van Parijs trekken, het klimaatbeleid van Biden door de papierversnipperaar halen en energiebedrijven weer volop naar nieuwe oliebronnen laten boren. Zijn beleid kan leiden tot liefst 4 miljard ton aan extra CO2-uitstoot in de periode tot 2030, berekenden analisten eerder dit jaar - waarbij zij nog niet eens rekening hielden met het starten van nieuwe olie- en gasboringen, zoals Trump meermaals aankondigde.

Alle klimaatwinst die de wereld de afgelopen vijf jaar boekte dankzij duurzame energie, zou door deze extra 4 miljard ton CO2-uitstoot in één keer ongedaan worden gemaakt, volgens de onderzoekers.

Om dit te compenseren, zullen andere landen dus nóg strengere klimaatdoelen moeten omarmen, wat weinig realistisch lijkt. Als het rijkste land van de wereld niets meer aan klimaat doet, zullen andere landen waarschijnlijk eerder hun klimaatinspanningen op een lager pitje zetten. De mondiale klimaatdoelen komen hierdoor verder uit zicht.

Al zullen landelijke klimaatdoelen pas een discussiepunt voor de volgende klimaattop zijn, het is verre van ondenkbaar dat het thema al tijdens Bakoe veelvuldig de revue zal passeren. Al helemaal nu Trump terug naar het Witte Huis zal keren.

Wereldleiders en bedrijven laten het afweten

Wat niet meehelpt bij de aanstaande top, is dat wereldleiders het dit jaar massaal laten afweten. De lijst met belangrijke politici die niet naar Azerbeidzjan zullen afreizen lijkt met de dag te groeien.

Zowel voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen, de Franse president Emmanuel Macron, de Russische president Vladimir Poetin als de Amerikaanse president Joe Biden zullen vanwege een brede waaier aan redenen schitteren in afwezigheid. Donderdag werd bekend dat ook de Duitse bondskanselier Olaf Scholz niet naar Bakoe zal komen, omdat hij het druk heeft met de constitutionele crisis in zijn land.

Ook onder het bedrijfsleven is de animo om te komen kleiner dan vorig jaar. Bedrijven zouden zich onder meer zorgen maken over het autocratische regime dat als host fungeert. Bovendien zien zij de huidige klimaattop als minder belangrijk dan die in Dubai. Zij verwachten dat de top in 2025 van een grotere importantie zal worden, vanwege de nadruk op klimaatdoelen van individuele landen.

Voor wie het glas halfleeg is, zal het erop lijken dat de aanstaande klimaattop in Azerbeidzjan al bij op voorhand ten dode opgeschreven is. Aan de andere kant: de commentaren aan de vooravond van de afgelopen klimaattop waren ook inktzwart. De les van Dubai is dat klimaattoppen waar je weinig van verwacht alsnog iets kunnen opleveren.

Dat neemt niet weg dat de vooruitzichten voor de klimaattop in Bakoe bijzonder zwartgallig zijn. Of wereldleiders er in Azerbeidzjan dus in zullen slagen een krachtig antwoord te formuleren op de eerder genoemde overstromingen in Valencia, is daarmee een dubbeltje op zijn kant.

LEES OOK: Jacqueline van den Ende (40) haalde al €260 miljoen op voor het klimaat: ‘De mensheid sterft uit als de wereld zo doorgaat’