In Nederland hebben we het over Delfts Blauw, maar internationale verzamelaars
spreken liever over ‘Delft’. Het klassieke aardewerk is nog altijd sterk in
trek bij Amerikanen, meldt zakenkrant The
Wall Street Journal .
Afgelopen maandag bracht de veiling van een zeldzame collectie van de
overleden verzamelaar Syd Levethan in New York 3,1 miljoen dollar op –
omgerekend 2,2 miljoen euro.
Het topstuk, een bord uit 1638 met een afbeelding van het kind Jezus, was
vooraf getaxeerd op 120 tot 180 duizend dollar. De verkoopprijs bedroeg
uiteindelijk 218.500 dollar, ofwel bijna 160 duizend euro.
Stabiele investering
Delfts aardwerk is al sinds de zestiende eeuw een succesvol Nederlands
exportproduct. De meeste stukken uit de maandag bij Christie’s
geveilde collectie komen echter uit Engeland, en zijn deels vervaardigd door
handwerkslieden van Nederlandse komaf.
De export van ‘Delft’ naar Noord-Amerika floreerde al toen de VS nog een
Britse kolonie waren, en het aardwerk wordt door Amerikanen vaak als iets
van de eigen vroege geschiedenis gezien, stelt een expert van Christie’s in
de WSJ. Maar nostalgie is niet de enige reden voor de populariteit van
klassiek Delfts aardwerk.
Sinds het midden van de jaren negentig leverde antiek keramiek met het label
'Delft' een rendement van 4,4 procent per jaar op, blijkt uit
veilinggegevens. Niet spectaculair, maar vergelijkbaar met een goede
staatsobligaties. "Delft is traag en stabiel", aldus Katherine
Jentleson van adviesbureau Art Research Techologies tegenover de WSJ.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl