Als werknemers regelmatig in een auto van hun werkgever rijden, betekent dat nog niet dat er sprake is van privégebruik.

De bijtelling van de auto van de zaak is in veel rechtszaken een twistpunt. Wie in een auto van de werkgever rijdt, moet een bepaald percentage van de nieuwwaarde van die auto bij het belastbare inkomen optellen. Alleen als je kunt aantonen minder dan 500 kilometer per jaar privé in de auto te hebben gereden, krijg je geen bijtelling.

Een andere voorwaarde in de wet is dat de auto ook voor ‘privédoeleinden ter beschikking is gesteld’. Dat betekent dat de werknemer erin mag rijden wanneer hij wil.

Eind mei ging het in een zaak bij de Hoge Raad over dit laatste punt: wanneer is een bedrijfsauto aan een werknemer ter beschikking gesteld?

Bewijslast bij de fiscus

De exploitant van een hotel op een Waddeneiland kreeg een naheffing omdat hij ten onrechte geen rekening zou hebben gehouden met de bijtelling wegens privégebruik door twee werknemers van de twee bedrijfsauto’s. Een Landrover werd gebruikt om gasten tussen de haven en het hotel te vervoeren en voor rondtochten over het eiland. Een Smart werd verhuurd aan gasten en werd soms gebruikt door werknemers voor zakelijke ritten op het vasteland.

Omdat er geen rittenadministratie werd bijgehouden, concludeerde de Belastingdienst dat de auto's door de werknemers ook privé werden gebruikt. Maar volgens de hotelexploitant was dat niet het geval. De werknemers konden weliswaar zonder expliciete toestemming bij de autosleutels komen, maar zij mochten de auto's alleen gebruiken in opdracht van hun werkgever.

Het feit dat werknemers regelmatig in een bedrijfsauto rijden en dat zij zelf bij de autosleutels kunnen komen, betekent volgens de Hoge Raad niet automatisch dat deze 'voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld'. Hier geldt de omgekeerde bewijslast. De fiscus moet met bewijs komen waaruit blijkt dat de werknemers wel degelijk jaarlijks meer dan 500 kilometer privé hebben gereden in deze auto's.

Daar slaagde de Belastingdienst niet in, zodat zij in het ongelijk werd gesteld. De bijtelling moet worden ingetrokken.

Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet. Ook schrijft hij tweewekelijks een column over personal finance.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl