Opnieuw speelde de hoge olieprijs van meer dan 142 dollar de handel parten,
evenals aanhoudende zorgen over de kredietcrisis en de malaise op de
huizenmarkt in de Verenigde Staten.
De Dow-Jonesindex van dertig hoofdfondsen noteerde aan het slot van de handel
een verlies van 106,91 punten (0,9 procent) op 11.346,51 punten. De breed
samengestelde S&P 500 zakte 4,77 punten ofwel 0,4 procent tot 1278,38
punten. De technologiebeurs Nasdaq verloor 5,74 punten (0,3 procent) naar
2315,63 punten.
Donderdag leden de graadmeters in New York zware verliezen. De Dow zakte 2,9
procent, net als de S&P. De Nasdaq verloor 3,3 procent. De Dow-Jonesindex
staat nu op het punt de zogeheten ‘bear market’ te betreden, omdat de
hoofdgraadmeter sinds de recordstand van oktober vorig jaar met bijna 20
procent is gedaald. Bij een koersverlies van 20 procent of meer is sprake
van een bear market.
De koersverliezen op donderdag hadden vooral te maken met de hoge olieprijs en
berichten over mogelijke nieuwe miljardenafschrijvingen bij Citigroup en
Merrill Lynch. Vrijdag waren de financials opnieuw de gebeten hond. Dat kwam
onder meer door plannen voor verdere afschrijvingen van 5 miljard dollar bij
verzekeraar AIG. Het aandeel AIG verloor 1,3 procent en Citigroup zakte 2,4
procent. Zakenbank JPMorgan Chase ging 3,3 procent achteruit en Bank of
America verloor 0,6 procent. Merrill Lynch ging 1,1 procent omlaag.
Ook de hoge olieprijs zette de handel op Wall Street wederom onder druk.
Donderdag brak de olieprijs al door de grens van 140 dollar per vat en
vrijdag werd het recordniveau van bijna 143 dollar bereikt. Beleggers zijn
bezorgd dat de dure olie de toch al hoge inflatie verder aanjaagt, wat weer
ten koste gaat van de consumentenuitgaven. Ook zijn ze bezorgd dat de
bedrijfswinsten onder druk komen te staan door hogere uitgaven voor energie.
Vliegtuigbouwer Boeing daalde 1,9 procent en industrieel concern United
Technologies verloor 2,6 procent. Doe-het-zelfketen Home Depot ging 2,6
procent achteruit en supermarktketen Wal-Mart zakte 0,9 procent.
Olieconcerns konden profiteren van de dure olie. ExxonMobil steeg 0,2
procent en Chevron won 0,7 procent.
Amerikaanse huizenbouwers moesten het ontgelden na een groter dan verwacht
verlies van KB Home, de op vier na grootste huizenbouwer in de VS. Het
aandeel verloor 2 procent. De grotere branchegenoot Lennar verloor 5,4
procent.
De euro was aan het slot van de handel 1,5785 dollar waard, vergeleken met
1,5755 dollar bij het slot van de Europese handel.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl