Vanaf 1 juli mogen werknemers in loondienst vijf weken geboorteverlof opnemen, binnen een halfjaar na de geboorte van hun baby.
Het geboorteverlof is ruimer dan het betaalde geboorteverlof van één week.
Werkgevers zouden te maken kunnen krijgen met personeelstekorten als meerdere werknemers tegelijkertijd geboorteverlof opnemen.
Werkgevers mogen geboorteverlof niet weigeren maar kunnen bij zwaarwegend bedrijfsbelang het verlof wel anders inroosteren.
Loonstrookverwerker ADP waarschuwt voor mogelijke personeelstekorten als het aanvullend geboorteverlof van kracht wordt.
Medewerkers in loondienst kunnen vanaf 1 juli tot maximaal vijf weken verlof opnemen na de bevalling van hun partner, binnen een half jaar van de geboorte. Dat is een aanvulling op het volledig door de werkgever betaalde geboorteverlof van maximaal een week.
De verruimde wetgeving biedt vooral mannen een uitkomst om meer tijd met het gezin door te kunnen brengen. Volgens ADP kan dat werkgevers in een lastig parket brengen. “Als meerdere werknemers tegelijkertijd het aanvullend verlof willen opnemen, kan een organisatie plotseling te maken krijgen met een personeelstekort. Zeker in sectoren waar nu al lastig personeel te krijgen is”, waarschuwt Dik van Leeuwerden van ADP.
Werkgevers hebben bij een zwaarwegend bedrijfsbelang het recht om in overleg met de werknemer de verlofdagen anders in te roosteren. Ook moeten werknemers het aanvullende geboorteverlof minimaal vier weken voor aanvang melden bij hun bedrijf. “Werkgevers mogen het verlof niet weigeren, maar mogen wel in gesprek gaan over de periode waarin het recht gebruikt wordt”, aldus Van Leeuwerden.
Tijdens het verlof krijgt de partner geen salaris, maar een uitkering van het UWV. Werkgevers moeten de uitkering bij het UWV aanvragen. Deze uitkering is maximaal 70 procent van het loon.