Wil je baas dolgraag ‘de customer journey’ verbeteren en ‘zelfsturende teams’ opzetten? Moet jij vooral ‘het beste uit jezelf halen’ en raakt je collega maar niet uitgepraat over ‘agile’ werken en ‘scrummen’?

En sta jij dan met je mond vol tanden, omdat je géén idee hebt wat ze nou in vredesnaam bedoelen en van je verwachten?

Gefeliciteerd, je bent niet de enige. NRC-columniste Japke-d Bouma krijgt dagelijks dit soort kwesties van lezers via Twitter en e-mail binnen. De expert bundelde haar favoriete ‘jeukwoorden en kantoorclichés’ opnieuw, dit keer in het boek Ga lekker zélf in je kracht staan.

Om te laten zien hoe absurd sommige uitspraken zijn, zet Bouma ze in een ander daglicht:

“Soms krijg ik wel eens de indruk dat mijn lichaam een soort goudmijn vol kostbaarheden is die er allemaal zo snel mogelijk uit moeten worden gehaald. Ik lees tenminste vaak dat ik ‘het beste uit mezelf moet halen’, en er zijn allemaal managementblogs met tips hoe je dat het best kunt doen. Ik word daar altijd heel nerveus van. Want we weten natuurlijk allemaal hoe het afgelopen is met Oost-Groningen en ik noem hier ook een Nigeria.”

Zelf heeft ze wel een theorie over waar de clichés vandaan komen: “Het begint al bij je studie, bij opleidingen als bedrijfskunde of communicatie. Daar heb je vaak Engelstalige studieboeken die vol staan met dit soort termen. Die studenten denken: ‘oh, dus zo moet je praten’ Als ze vervolgens gaan werken worden ze daarin bevestigd.”

Overigens gebruiken de meeste mensen jeukwoorden en kantoorclichés in de eerste plaats om zichzelf en hun werk belangrijker te maken, vertelt Bouma ons. De studies versterken dat effect.

“Mensen weten vaak niet hoe iets precies zit en gaan er dan maar in vage termen omheen praten. Nieuwe mensen op kantoor nemen het taalgebruik van hun baas over, ze worden ouder, de baas, blijven zo praten en dan komen er weer nieuwe mensen die het weer gaan overnemen. Zo krijg je een vicieuze cirkel van jeukwoorden.”

Mission statements

Of ze zich ook schuldig maakt aan kantoorclichés? “Absoluut”, zegt Bouma. “Vooral tijdens mijn studie economie in Groningen. Maar waar ik nog altijd veel inspiratie uit haal, is mijn eerste echte baan bij een softwarebedrijf in Rotterdam.

Ik moest daar bijvoorbeeld de ‘mission statements’ schrijven en was dus een soort van ‘copywriter’. Dat vond ik eigenlijk ook wel weer iets grappigs hebben, dan probeerde ik zo mooi mogelijke woorden te bedenken. Zo praten deze mensen nou eenmaal vaak, zeker in de software en IT”, zegt Bouma lachend en met overdreven Engels accent.

THE OFFICE -- "Gay Witch Hunt" -- Pictured: (l-r) Rainn Wilson as Dwight Schrute, Steve Carell as Michael Scott -- NBC Photo: Justin Lubin

Toch was dat eerste baantje ook bittere ernst: “Ik had een gevoel dat ik er niet helemaal thuis hoorde. Zo van: ik doe wel mee met mijn collega’s, maar waar hebben ze het nou eigenlijk over? En dat is ook wel het gevoel dat veel lezers met mij delen. Dan zegt iemand op Twitter: ‘Help Japke-d, een collega zegt net: mijn pitch is eruit geknald. Wat is dat?!’ Dat gevoel van: mag ik alsjeblieft ergens anders zitten!”

Passie

Dat de termen juist populair zijn op menig salesafdeling begrijpt ze wel. Bouma: “Ik heb makkelijk praten, ik heb heel concreet werk. Wij maken gewoon elke dag een krant. Als je op een ministerie zit en je moet een strategisch beleidsplan schrijven voor de komende vijf jaar, dan ga je automatisch praten in vergezichten, sturingsopdrachten, horizontale verantwoording en verticale kanteling. Om maar even een paar van die woorden eruit te gooien.”

Op de redactie van NRC zijn kantoorclichés niet heel erg aan de orde. “Ik word gelukkig door heel veel mensen benaderd met tips over met welke problemen en woorden ze worstelen.”

Absolute nummer één irritatie bij veel Nederlanders: “In je kracht staan, in je kracht komen, iemand in zijn kracht zetten… Oh, of nog een: ‘iets tegen iemand aanhouden’, dat vinden mensen ook altijd heel erg”, lacht Bouma. “En passie.”

In je kracht zetten

Volgens de kantoorexpert zijn het vaak dezelfde soort woorden waar mensen zich aan storen. “Dat komt denk ik vooral door de vage betekenis. Wat is nou eigenlijk iemand in zijn kracht zetten? Hoe kom je erin, kost het niet heel veel energie om erin te blijven of mag je er op een gegeven moment ook weer uit en zo ja, hoe moet dát dan weer?”

“Ik denk dat mensen zich vaak aan ergeren aan een baas of manager die de hele dag in vage bewoordingen loopt te tetteren. Je wilt door met je werk en dan komt er weer iemand met een ‘scrumcursus’ of een ‘agile’ manier van werken om je ‘goals’ te alignen. Dan denk je toch: houd op, want het ging allemaal prima. Laat mij gewoon even doorwerken.”

Moeten we met zijn allen dan maar stoppen met de managementtermen? Bouma: “We doen alsof de hele wereld een hekel heeft aan dit soort woorden, maar er zijn natuurlijk ook mensen die echt heel gelukkig worden van in dit soort termen praten.”

Toch mag het volgens haar wel een tandje minder. “Zelf vind ik ‘co-creatie’ erg, omdat het helemaal niks zegt. Het is een duur woord voor iets wat heel normaal is. Als er een eenvoudig alternatief is, gebruik dát dan. Dat weet iedereen waar het over gaat.”

LEES OOK: Als je deze cryptische zin weet te ontleden ben je een Koning(in) van de Kantoorclichés