Banken en verzekeraars verzwijgen dat Nederlanders die in het buitenland wonen het risico lopen hun pensioen kwijt te raken, schrijft Z24-columnist Paul van der Kwast.
Ben je ondernemer en overweeg je om in een ander land van je pensioen te genieten? Of woon je misschien al in het buitenland en werk je nog? Denk dan goed na voordat je je opgebouwde bancaire lijfrente (ook wel banksparen genoemd) of lijfrentepolis laat uitkeren. Want de meeste banken en verzekeraars keren je lijfrente niet uit als je in het buitenland woont. Dat mag volgens financiële instellingen namelijk niet van de toezichthouder.
Nu staat De Nederlandsche Bank (DNB) inderdaad niet toe dat mensen die in het buitenland wonen hun opgebouwde lijfrentesaldo omzetten in uitkeringen, maar op verzoek verleent zij wel degelijk vergunningen om in bepaalde landen alsnog uit te keren. De meeste banken en verzekeraars vragen daar slechts mondjesmaat om; dat kost immers maar tijd en geld.
Belastingclaim
Dat lijfrentes in principe niet in het buitenland worden uitgekeerd, betekent niet alleen dat je pensioen niet doorgaat, het kan je bovendien op een forse belastingclaim komen te staan. Want als je het opgebouwde saldo niet omzet in lijfrente-uitkeringen, beschouwt de Belastingdienst de lijfrente als te zijn afgekocht.
Dat betekent dat het hele tegoed in één keer wordt belast met 52 procent inkomstenbelasting, het hoogste tarief dus. Daarbovenop betaal je 20 procent revisierente, een soort belastingboete. Kortom, 72 procent van je verwachte pensioen gaat naar de fiscus. Niet omdat je de lijfrente zo graag wilde afkopen, maar omdat geen bank of verzekeraar jou als buitenlandse klant wil hebben.
Mazen in de wet
Nu zijn er zoals gezegd enkele banken en verzekeraars die wel klanten in sommige landen accepteren. Deze financiële instellingen hebben, doorgaans alleen voor een handjevol nabijgelegen landen als Duitsland en Frankrijk, van DNB een vergunning gevraagd en gekregen. Meestal accepteren zij alleen eigen klanten en geen shoppers, dat zijn mensen die het lijfrentekapitaal bij een andere bank of verzekeraar hebben opgebouwd.
Gevolg is dat veel Nederlanders die in het buitenland wonen hun pensioen in rook zien opgaan. Soms kun je met een truc de uitkeringen alsnog laten ingaan. Bijvoorbeeld door tijdelijk weer in Nederland te gaan wonen. Als je je weer uitschrijft zodra de eerste uitkering binnen is, stuurt de bank of verzekeraar de vervolgbetalingen vaak probleemloos naar het buitenland. Afgezien van het 'gedoe' is ook een nadeel dat dit andere, onbedoelde fiscale en juridische effecten kan hebben. Bovendien lukt het niet altijd.
Probleem wordt groter
Dat DNB deze strenge regels hanteert en dat de meeste banken en verzekeraars geen zin hebben om een vergunning voor andere landen aan te vragen, is nog enigszins begrijpelijk vanuit hun eigenbelang (over het belang van de klant hebben we het maar niet). Maar ronduit kwalijk is dat banken en verzekeraars hun klanten zelden vertellen dat zij na een eventuele verhuizing naar het buitenland gedwongen kunnen worden hun pensioen af te kopen tegen betaling van 72 procent aan de fiscus.
En het is een probleem dat alleen maar groter wordt. Het aantal ondernemers neemt snel toe en is nu de miljoen gepasseerd. Allemaal mensen die alleen met een lijfrente pensioen kunnen opbouwen. Daarbij wordt er steeds meer over de grens verhuisd. Jaarlijks emigreren 40 tot 50 duizend Nederlanders, terwijl alleen al vanuit Europa en Noord-Amerika jaarlijks zo'n 70 duizend (westerse) immigranten in Nederland komen wonen, werken en ondernemen.
Nederland beroept zich graag op zijn goede pensioenstelsel. Dat mag zo zijn voor werkgeverspensioenen, maar op het gebied van pensioenen voor ondernemers -- lijfrentes -- is de Nederlandse wetgeving achterhaald en eng nationalistisch.
Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl