Deutsche Bank en Commerzbank gaan niet fuseren. De Duitse banken zetten na ruim een maand een punt achter hun gesprekken, maakten ze bekend.
Het samenvoegen van de twee grootbanken zou te ingewikkeld zijn. Ook speelden volgens de twee instellingen reorganisatiekosten en bijkomende kapitaaleisen een rol bij het besluit.
Medio maart werd bekend dat de twee Duitse grootbanken, Deutsche Bank en Commerzbank, in gesprek waren een mogelijke fusie. De fusiegesprekken werden gesteund door de Duitse overheid.
De reden dat de overheid op de fusie aanstuurde is duidelijk: bij politici leeft de zorg dat Duitse banken tien jaar na de crisis nog steeds in de problemen zitten.
Deutsche Bank, de grootste financiële instelling in Duitsland, schreef in 2018 voor het eerst weer groene cijfers – 341 miljoen euro winst – nadat de bank drie jaar achtereen verlies had geleden. De bank is echter nog ver verwijderd van de miljardenwinsten die het voorheen maakte. Commerzbank schreef vorig jaar met 865 miljoen euro twee keer zoveel winst in de boeken.
Toch stuitten de gesprekken op weerstand van het personeel en de vakbonden. Die waren bang voor het verlies van tot wel 30.000 banen. Ook een aantal aandeelhouders van Deutsche Bank zette vraagtekens bij de deal.
Daarnaast betwijfelden financiële experts of een fusie de problemen bij de banken zou wegnemen. Ze vroegen zich ook af of de banken samen wel sterk genoeg zijn om meer gewicht in de schaal te leggen om internationaal een grotere rol te spelen.
Voor Deutsche Bank is het nu zaak om met zijn vijfde plan sinds 2015 te komen om een ommekeer te bewerkstelligen en voor Commerzbank is een buitenlandse overname mogelijk. ING zou daar al interesse in hebben getoond, werd vorige week bekend. Toch zegt de bank daar zelf nog niets over, tijdens de aandeelhoudersvergadering eerder deze week ging de leiding van het bedrijf niet in op vragen over de overnamegeruchten.