In het tweede kwartaal gaat Ford 10 duizend auto’s meer produceren dan
gepland. Het totaal is dan 445 duizend stuks. In het derde kwartaal komt de
productie zelfs 42 duizend auto’s hoger te liggen dan oorspronkelijk
gepland, op 460 duizend. Het Amerikaanse bedrijf zet met name in op de dure,
maar winstgevende F150.

Vertrouwen weg
Ford doet dat, omdat de benzineprijzen gedaald zijn sinds vorige zomer. Na
een korte periode van belangstelling voor kleine en zuinige auto’s, zijn de
meeste Amerikanen teruggekeerd bij hun oorspronkelijke liefde: de
benzineslurper. Maar autoproducenten GM en Chrysler hebben het vertrouwen
verspeeld, doordat ze bij de overheid moesten aankloppen. Ford hoopt in dat
gat te springen.

"Consumenten willen Amerikaanse spullen kopen om hun steentje bij te
dragen aan de oplossing voor de crisis", zei Rik Paul, automotive
expert bij consumentenorganisatie Consumer Reports tegen de Amerikaanse
nieuwszender MSNBC. "Maar ze hebben liever geen auto’s van GM of
Chrysler." Hij denkt dat Ford kan profiteren van de huidige crisis bij
de autobedrijven met staatssteun.

Einde nog niet in zicht
Niet iedereen is daarvan overtuigd. De staatssteun en de huidige
faillissementsprocedures stellen GM en Chrysler in staat scherp te snijden
en de organisatie te stroomlijnen. Ford moet dat op eigen kracht doen en
heeft bovendien een torenhoge schuldenlast. Diezelfde schuldenlast wordt
onder druk van de rechtbank en de overheid gesaneerd bij de andere twee.

Het leed is nog niet geleden in de auto-industrie. Zelfs Ford’s voorgenomen
productiestijging is minder indrukwekkend dan op het eerste gezicht lijkt.
De productie van 445 duizend auto’s in het tweede kwartaal van 2009 steekt
mager af bij de productie van het tweede kwartaal in 2008: 685 duizend
wagens. Dat is nog steeds een daling van 35 procent.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl