- Met oudedagsreserve voor ondernemers (bekend als FOR) kun je belastingvrij geld reserveren voor je oude dag.
- Deze regeling wordt in 2023 afgeschaft, maar wel gaat onder het nieuwe pensioenstelsel de zogenoemde jaarruimte omhoog.
- Dit zijn volgens een financieel planner de mogelijkheden om zelf pensioen op te bouwen als ondernemer, ter aanvulling op de AOW.
- Lees ook: AOW-leeftijd gaat vanaf 2028 waarschijnlijk verder omhoog: dit kun je verwachten
Het kabinet trekt de stekker uit de \oudedagreserve (voorheen fiscale oudedagsreserve, afgekort als FOR), een regeling waarmee je als ondernemer uitstel van belasting kon krijgen, om pensioen op te bouwen.
Hoe vervelend is dit voor ondernemers? En welke mogelijkheden zijn er om te zorgen voor een riante oude dag?
Business Insider behandelt 10 belangrijke vragen over pensioen opbouwen voor ondernemers.
1. Wat is de oudedagsreserve?
Als zelfstandig ondernemer bouw je niet automatisch een pensioen op, als aanvulling op de AOW. Dit moet je zelf regelen. Een manier om dit te doen is via de oudedagsreserve. Dit is een regeling waar meer dan een derde van de zzp’ers gebruik van maakt, zo blijkt uit onderzoek van bureau Multiscope in opdracht van BrightPensioen.
Met de oudedagsreserve mag je elk jaar een deel van de winst uit je bedrijf apart zetten voor je oude dag, zonder dat je daar op dat moment belasting over bent verschuldigd. Dit jaar is dat 9,44 procent van de winst, met een maximum van 9.632 euro. De bedragen die apart zijn gezet vind je terug op de balans van je bedrijf.
Je kunt dit bedrag afstorten naar een lijfrenterekening. In dat geval hoef je over dat tegoed geen vermogensbelasting te betalen. Maar dat is niet verplicht: je mag het geld ook investeren in je bedrijf.
En daarin zit de crux, zegt Roger van Stuyvenberg, financieel planner bij New Finance in Amsterdam. “Als je gebruik maakt van de oudedagsreserve betekent dit niet dat je over het gereserveerde bedrag helemaal geen belasting meer hoeft te betalen. Het is slechts belastinguitstel.”
Hij wijst erop dat je een later moment alsnog afrekenen met de fiscus:
- als je de AOW-leeftijd bereikt
- als je overlijdt
- als je stopt met je bedrijf of
- als je twee jaar achter elkaar niet voldoet aan het zogeheten urencriterium (en dus in die jaren minder dan 1.225 uur in je bedrijf hebt gestoken).
2. Levert deze constructie belastingvoordeel op?
Dat hangt af van het afrekenmoment. Is dat pas als je met pensioen gaat, dan is er een kans dat je hierover per saldo minder inkomstenbelasting hoeft te betalen, aangezien je dan in een lager tarief terecht komt.
Maar het kan ook gebeuren dat je juist meer moet betalen. Stel dat je geen lijfrente hebt gekocht en met je bedrijf stopt, dan moet je de volledige oudedagsreserve in één keer optellen bij je inkomen. Val je dan plotseling in een hoger belastingtarief, dan moet je per saldo meer aan de fiscus afdragen dan wanneer je nooit gebruik had gemaakt van de oudedagsreserve.
3. Wat gaat er veranderen in 2023?
Vanaf 1 januari is het niet meer mogelijk om pensioen op te bouwen door middel van de oudedagsreserve. “Je kunt dan geen nieuwe bedragen meer reserveren”, licht Van Stuyvenberg toe. “Maar de afrekenmomenten blijven hetzelfde.”
4. Is dat eigenlijk erg?
Zoals gezegd is de oudedagsreserve geen afstel van belasting betalen, maar slechts uitstel. Daar gaat het vaak mis. Uit het bovengenoemde onderzoek in opdracht van BrightPensioen blijkt dat de meeste ondernemers het gereserveerde bedrag niet of slechts gedeeltelijk opzij te zetten voor hun pensioen. 28 procent doet dit helemaal niet en 25 procent slechts ten dele.
Dat is problematisch, want op een zeker moment komt de fiscus langs, en dan moet dat bedrag er wel zijn.
Je kunt op gokken dat de verkoop van je bedrijf wel voldoende zal opleveren om de rekening van de Belastingdienst te betalen. Maar als dat tegenvalt, blijf je met een schuld achter. “Of het geld zit in de overwaarde van je bedrijfspand. Dat moet je dan verkopen om af te kunnen rekenen met de fiscus”, zegt Van Stuyvenberg.
5. Wat is de jaarruimte?
Je moet de oudedagsreserve niet verwarren met de jaarruimte, die geldt voor alle werkenden: ondernemers en werknemers.
Veel mensen hebben te weinig pensioen opgebouwd; bijvoorbeeld omdat ze een tijdje niet hebben gewerkt, lange tijd part time hebben gewerkt, langdurig ziek zijn geweest of een tijd zzp’er zijn geweest. Zij mogen fiscaal vriendelijk sparen of beleggen om dat tekort (jaarruimte geheten) weg te werken, als aanvulling op de AOW en een eventueel pensioen dat via de werkgevers is opgebouwd.
Wil je hier gebruik van maken, dan moet je dat bedrag op een lijfrentespaarrekening, -beleggingsrekening of -verzekering storten. Je mag de inleg dan aftrekken van je belastbaar inkomen in box 1, waardoor je minder belasting betaalt. Ook betaal je geen vermogensbelasting over je opgebouwde saldo.
Ook hier is slechts sprake van belastinguitstel: op een later moment betaal je over de uitkering van dit bedrag wel inkomstenbelasting. Maar omdat je na je pensionering in een lager belastingtarief valt, betaal je hierover per saldo minder belasting.
6. ... en wat is de reserveringsruimte?
Behalve van de jaarruimte kun je ook gebruik maken van de reserveringsruimte. Heb je in de afgelopen zeven jaar niet volledig gebruikgemaakt van je jaarruimte, dan mag je een extra bedrag sparen met belastingaftrek. Dit heet reserveringsruimte.
7. Wat gaat er in 2023 veranderen met de jaar- en reserveringsruimte?
Je mag niet onbeperkt belastingvrij sparen of beleggen voor je pensioen: er geldt een maximum. Voor 2022 is die jaarruimte 13.570 euro. Dit bedrag wordt in 2023 fors verhoogd, naar 30.608 euro, mits de nieuwe pensioenwet wordt aangenomen. Dit gebeurt dan met terugwerkende kracht vanaf 1 januari.
Daarnaast mag je straks langer gebruik maken van de jaarruimte. Je mag de jaarruimte nu alleen maar gebruiken voordat je de AOW-leeftijd hebt bereikt. Vanaf 2023 mag je daar nog vijf jaar bovenop tellen.
Ook de reserveringsruimte wordt verlengd, van zeven naar tien jaar. Bovendien wordt het maximale bedrag van de reserveringsruimte verhoogd, naar 38.000 euro.
Die verruiming is positief, vindt Van Stuyvenberg. “Het biedt oudere ondernemers en werknemers met een pensioentekort de mogelijkheid om een inhaalslag te maken door meer in te leggen.”
8. Hoe kan ik als ondernemer een goed pensioen opbouwen?
Allereerst is het belangrijk dat je überhaupt nadenkt over je pensioen, zegt Van Stuyvenberg. “Van alleen een AOW-uitkering en eventueel een klein pensioen voor de jaren waarin je in loondienst hebt gewerkt, kun je straks misschien niet rondkomen.”
De meest eenvoudige manier om pensioen op te bouwen is door zelf te sparen of te beleggen. Een nadeel hiervan is wel dat je dan vermogensbelasting bent verschuldigd, mits je vermogen uitkomt boven de drempel. Deze drempel wordt volgend jaar 57.000 euro.
Sparen levert met de huidige rente en de hoge inflatie niets op. Ga je in plaats daarvan beleggen, dan moet je er rekening mee houden dat je veel meer vermogensbelasting gaat betalen dan nu.
De vermogensbelasting gaat namelijk op de schop. Vanaf volgend jaar rekent de Belastingdienst nog steeds met een fictief rendement, maar in tegenstelling tot nu wordt dan uitgegaan van de werkelijke verdeling van je vermogen over spaargeld en beleggingen. En voor beleggingen is het fictieve rendement aanzienlijk hoger dan voor spaargeld.
“Dat heeft een enorme impact op beleggers”, waarschuwt Van Stuyvenberg. “Vooral als je risicomijdende beleggingen hebt, zoals staatsobligaties, is de kans groot dat je belasting betaalt over een rendement dat je niet haalt.”
Heb je een gemengde portefeuille van obligaties en aandelen, dan kan het om die reden verstandig zijn om het deel met obligaties om te ruilen in spaargeld.
9. Een lijfrente of liever zelf sparen of beleggen?
Zoals gezegd moet je vermogensbelasting betalen als je zelf gaat sparen of beleggen. Wil je van deze box 3-belasting vandaan blijven, dan kun je de reeds opgebouwde oudedagsreserve (en nieuwe bedragen) afstorten in een lijfrente.
Je vermogen staat dan op een geblokkeerde rekening. Je kunt er dan niet meer bij, mocht je het nodig hebben. “Dat klinkt nadelig, maar is ook een voordeel”, zegt Van Stuyvenberg. “Je komt dan niet in de verleiding om dat potje aan te spreken, en uiteindelijk met lege handen te zitten.”
Omdat het opgebouwde bedrag is vrijgesteld van vermogensbelasting, kun je een deel van de inleg in obligaties beleggen zonder dat dit fiscale consequenties heeft.
Sommige ondernemers zijn huiverig om te beleggen. Het kan immers behoorlijk spoken op de beurs. Maar Van Stuyvenberg wijst erop dat de beleggingshorizon erg lang is. “De opbouwfase duurt heel lang. Maar ook als je met pensioen gaat heb je nog niet meteen je hele pensioenpot nodig, want je onttrekt het geld in delen. Wel zul je in de loop van de tijd de risico’s geleidelijk afbouwen, door bijvoorbeeld meer in staatsobligaties te beleggen en wat minder in aandelen.”
10. Waar moet ik verder op letten?
Van Stuyvenberg adviseert ondernemers die de oudedagsreserve niet (volledig) hebben afgestort naar een lijfrente, dit alsnog te doen. “Als het blijft staan op de rekening van je bedrijf, blijft het in de risicosfeer. Mocht het slecht gaan met je onderneming, dan kun je in de verleiding komen om het bedrag in de zaak te stoppen. Dan is het geld weg als de fiscus langs komt. Je kunt beter het geld uit de onderneming halen en naar een lijfrente overbrengen.”
Daarnaast raadt hij sowieso aan om elke maand een vast bedrag te storten op een lijfrenterekening. “Door gespreid in te leggen demp je het beleggingsrisico.”
Wel is het zaak om niet te veel op te bouwen. “Het is wel de bedoeling dat je na je AOW minder belasting gaat betalen en niet méér. Dus zorg ervoor dat je later niet in een hogere belastingschijf terecht komt.”
Lees ook meer over zzp'ers en pensioen:
- Zzp’ers snijden zich in de vingers met oudedagsreserve: daadwerkelijk geld opzij zetten voor opbouw pensioen is belangrijk
- Stoppen als zzp’er? Deze 6 stappen moet je nemen voor de Belastingdienst, KvK, je pensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekering
- Zelf extra pensioen opbouwen? Vergeet dit ultieme fiscale voordeel niet: de jaarruimte