- In november is het aantal faillissementen fors gestegen in Nederland, voor het eerst sinds maart 2020.
- Er gingen 166 bedrijven failliet, 57 meer dan een maand eerder.
- De stijging van het aantal faillissementen heeft mogelijk mede te maken met het aflopen van coronasteun voor bedrijven in de maand oktober.
- Lees ook: Femke Halsema roept de regering op een coronadenktank te vormen voor de lange termijn
Het aantal faillissementen is in de maand november flink gestegen. Volgens voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn er vorige maand 166 faillissementen uitgesproken over bedrijven en instellingen, exclusief eenmanszaken.
Dat betekent een stijging met 57 in vergelijking met een maand eerder en het hoogste aantal van 2021.
Het aantal faillissementen is nog wel een stuk lager dan voor de coronacrisis. Door de massale coronasteun van de overheid vallen er dit jaar heel weinig bedrijven om. Ook laten rechters in de kern gezonde bedrijven vanwege de coronacrisis minder snel failliet gaan.
Sinds maart 2020 is het aantal faillissementen steeds verder gedaald, waarbij de vraag is wat er gebeurt op het moment dat de overheidssteun voor de coronacrisis wordt afgebouwd.
In oktober is de loonsteun voor ondernemers vervallen. Het is volgens het CBS mogelijk dat dit heeft geleid tot een stijging in het aantal faillissementen in november. "Het zou geen rare verklaring zijn", zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS. Volgens hem is het wel "oppassen" om conclusies te trekken op basis van één maandcijfer. Bedrijven kunnen vanwege de coronamaatregelen weer loonsteun aanvragen voor de maanden november en december.
Het gemelde cijfer is gecorrigeerd voor het aantal zittingsdagen, want veel rechtbanken doen hun faillissementsuitspraken op een vaste dag in de week. Van die vaste dag, doorgaans de dinsdag, zijn er in de ene maand meer dan in de andere maand.
In de handel gingen vorige maand de meeste bedrijven failliet. Relatief gezien gebeurde dat volgens het CBS in de sector bouwnijverheid het vaakst.