De Belastingdienst heeft een meevaller van honderden miljoenen euro’s.
De fiscus haalde in 2018 maar liefst 469 miljoen euro meer op dan verwacht met de aanschafbelasting op personenauto’s en motorrijtuigen (bpm) en accijnzen op brandstof.
Dat meldt De Telegraaf op basis van het financieel jaarverslag van het Rijk.
In totaal bracht de aanschafbelasting vorig jaar 2,27 miljard euro op, waar op 1,8 miljard euro was gerekend.
“Er zijn meer auto’s verkocht. Daarnaast lijkt de verkoop te verschuiven naar grotere en duurdere auto’s met een hogere CO2-uitstoot”, verklaarde het ministerie van Financiën tegen De Telegraaf. Omdat deze auto’s zwaarder worden belast, wordt er meer bpm mee opgehaald.
Ook ‘accijns op lichte olie’, waar benzine onder valt, bracht meer geld in het laatje dan verwacht. Hiermee werd 145 miljoen euro meer opgehaald dan ingeboekt. In totaal bracht deze brandstofaccijns 4,5 miljard euro op.
Lees meer over autobelasting:
- Dit gebeurde er met prijzen van nieuwe auto’s de afgelopen 7 jaar: kleine stadsauto’s én duurdere leasebakken 28% duurder
- Aanschafbelasting BPM op nieuwe auto’s blijft stijgen – ‘het wordt steeds aantrekkelijker om een occasion te kopen’
- Nieuwe auto fors duurder door hogere BPM-tarieven, zeggen lobbyclubs van autobranche
- De 5 populairste auto’s in Nederland kunnen zomaar duizenden euro’s duurder worden door de nieuwe CO2-tests