Volgend jaar verandert er voor sommige 60-plussers die nog niet met pensioen zijn, iets belangrijks. Nu nog – in 2016 – gaan zij soms verplicht met pensioen, terwijl ze dat helemaal niet willen. Vanaf volgend jaar hoeft dat niet meer.

Stel dat je voordat je 65 jaar en negen maanden bent – de pensioenleeftijd die vanaf 2017 geldt – stopt met werken. Je krijgt dan nog geen AOW, maar als je in loondienst bent (geweest), heb je vanaf je 65e wel recht op pensioen van de werkgever. Het grootste deel van je pensioen is immers opgebouwd in een tijd dat de pensioenleeftijd nog 65 jaar was.

Pensioen werkgever: vaak nog bij 65 jaar

Voor het werkgeverspensioen geldt nog de officiële pensioendatum van de dag waarop je 65 wordt. Er is echter een goede reden om dit pensioen nog helemaal niet te willen laten uitkeren. Je betaalt dan namelijk te veel belasting.

De belastingtarieven zijn vóór je AOW-leeftijd hoger dan erná. Over de eerste twee belastingschijven (die lopen tot ongeveer  34 duizend) betaal je normaal gesproken 36,55 procent en 40,8 procent inkomstenbelasting. Maar als AOW’er betaal je slechts 18,65 procent en 22,9 procent (tarieven 2017).

Nu de AOW-leeftijd in stapjes wordt verhoogd, gaan ook de lage belastingtarieven op steeds hogere leeftijd in. Maar als het pensioen al op je 65ste, dus vóór je AOW-leeftijd, ingaat, houd je netto minder over dan was voorzien. Je betaalt dan immers nog de hoge belastingtarieven. In feite wordt je pensioen in deze overgangsperiode door de overheid verlaagd.

Doorwerkvereiste

Dat is nog tot daaraantoe. Maar wat helemaal vreemd is, is dat je je pensioen niet mag uitstellen om te voorkomen dat je de hogere pre-AOW-tarieven betaalt. Het zogeheten doorwerkvereiste, een bepaling in de Pensioenwet, verbiedt uitstel van je pensioen als je niet meer werkt. Alleen als je nog in loondienst bent of als zelfstandige werkt, mag je je pensioen tot na de officiële pensioendatum uitstellen. Je moet dat met een doorwerkverklaring elk jaar opnieuw bewijzen.

Natuurlijk heeft niet iedereen voldoende spaargeld en beleggingen om de jaren tussen de officiële pensioendatum en de AOW-leeftijd te overbruggen.

Maar als je het geld hebt, is het puur fiscaal bekeken voordeliger om in zo’n geval je pensioen uit te stellen en tijdelijk te gaan leven van je vermogen. Minstens tot het jaar waarin je voor het eerst AOW krijgt, maar nog beter is tot het jaar erna. In het overgangsjaar – het jaar waarin je voor het eerst AOW krijgt – gelden namelijk ‘gemengde’ tarieven: die zijn een gewogen gemiddelde van het gewone en het lagere AOW-tarief.

Doorwerkvereiste verdwijnt

Gelukkig verdwijnt het doorwerkvereiste in 2017. Tenminste, dat is de bedoeling. Maar vanwege een weeffout in de nieuwe wet over het pensioen in eigen beheer heeft de Eerste Kamer in december maar meteen alle voorgestelde veranderingen op pensioengebied tegengehouden.

De voorstellen worden nu naar verwachting begin 2017 alsnog door de Tweede en Eerste Kamer geloosd en zullen dan met terugwerkende kracht op 1 januari 2017 ingaan.

Paul van der Kwast is onafhankelijk financieel planner en verdient geen geld aan de verkoop van financiële producten. Voor Business Insider volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet.