- Het fiscaal partnerschap biedt de mogelijkheid om voor de belastingaangifte bepaalde aftrekposten en vermogensdelen zo gunstig mogelijk te verdelen.
- Ook voor toeslagen zoals de voor huur, zorg en kinderopvang is het fiscaal partnerschap van belang.
- Business Insider bespreekt de voordelen- en nadelen van het fiscaal partnerschap en waar je op moet letten. Zeker ook als je als koppel uit elkaar gaat.
- Lees ook: Dit verandert er per 1 januari 2023 voor je vermogen in box 3: let op met verdeling van spaargeld en beleggingen – huis verhuren wordt duurder
Voor de Belastingdienst kun je elkaars fiscaal partner zijn, wat veel voordelen kan opleveren omdat je bijvoorbeeld inkomsten en aftrekposten zo gunstig mogelijk kan verdelen bij de aangifte voor de inkomstenbelasting. Maar er zijn ook haken en ogen waar je rekening mee moet houden, zeker als je gaat scheiden.
In dit artikel gaan we in op verschillende aspecten van het fiscaal partnerschap. Daarbij gaat het onder meer om de vraag wanneer je fiscaal partner bent, wat de voordelen zijn en wanneer het problemen kan opleveren.
Bekijk het overzicht van 5 zaken om op te letten bij het fiscaal partnerschap.
Lees ook: Scheiden aan het eind van de zomer: 6 dingen om op letten als je samen een huis hebt
1. Wat is het fiscaal partnerschap?
Als je elkaars fiscaal partner bent, kijkt de Belastingdienst naar je gezamenlijke inkomsten om te bepalen hoeveel belasting je moet betalen of bijvoorbeeld hoeveel toeslag je krijgt. Goed om te weten: het fiscaal partnerschap is sinds 2011 geen keuze meer.
Als je aan bepaalde voorwaarden voldoet, ben je in principe automatisch elkaars fiscaal partner. Dat hoeft overigens niet per se je romantische geliefde te zijn. Ook een familielid of andere huisgenoot kan je fiscaal partner zijn, bijvoorbeeld je kind dat ouder is dan 27 jaar.
De voorwaarden voor het fiscaal partnerschap zijn wel zo, dat romantische geliefden vaak elkaars fiscaal partner zijn.
Je kan elkaars fiscaal partner zijn voor onder meer de inkomstenbelasting, schenk- en erfbelasting en voor toeslagen (toeslagpartner). Bij dit laatste kan het gaan om de huurtoeslag, zorgtoeslag en/of kinderopvangtoeslag.
De voorwaarden zijn voor een groot deel hetzelfde, maar er zijn ook verschillen. Er zijn bijvoorbeeld situaties waarin je wel elkaars toeslagpartner bent en niet elkaars fiscaal partner -en andersom.
Waar het fiscaal partnerschap bij de inkomstenbelasting in de meeste gevallen voordelig uitpakt, is dit niet het geval bij toeslagen. Immers, gezamenlijk hebben jullie een hoger inkomen waardoor je minder toeslag ontvangt.
2. Wanneer ben je elkaars fiscaal partner? (je kan er maar 1 hebben)
De Belastingdienst hanteert een aantal voorwaarden waarmee je automatisch elkaars fiscaal partner bent als je daaraan voldoet.
- Je bent elkaars fiscaal partner voor de inkomstenbelasting als je bent getrouwd of geregistreerd partnerschap bent. Het doet er dan niet toe of je wel of niet samenwoont.
- Als je niet bent getrouwd dan wel geregistreerd partner bent, maar wel samenwoont (lees: je staat op hetzelfde adres ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) dan kun je in bepaalde gevallen fiscaal partner zijn. Je moet dan aan één van de onderstaande voorwaarden voldoen.
- Je woont samen en hebt als koppel een samenlevingscontract gesloten bij de notaris.
- Je woont samen in een koophuis waarvan je beide eigenaar bent, ongeacht de eigendomsverhouding.
- Je woont samen en hebt samen een kind. Of de ene partner heeft het kind van de andere partner erkend.
- Je woont samen en de een is aangemeld als partner voor de pensioenregeling van de ander. De partner moet gemeld zijn bij het pensioenfonds, melding bij de werkgever is niet voldoende.
- Je woont samen, bent allebei meerderjarig en op het adres waarop jullie staan ingeschreven, woont ook een minderjarig kind van één van jullie.
- Je woont samen en was in het voorgaande jaar ook al elkaars fiscaal partner en de situatie is niet veranderd.
Deze voorwaarden voor het fiscaal partnerschap voor de inkomstenbelasting komen overeen met de voorwaarden voor het toeslagpartnerschap, al zijn er zoals we eerder vermeldden wel verschillen.
Voor huurtoeslag geldt bijvoorbeeld vanzelfsprekend dat getrouwde koppels en geregistreerd partners pas toeslagpartners zijn als ze óók samenwonen. Terwijl ze voor het fiscaal partnerschap voor de inkomstenbelasting niet per se samen hoeven te wonen.
De data waarop het fiscaal partnerschap en toeslagpartnerschap ingaan verschillen ook. Je bent elkaars fiscaal partner voor de inkomstenbelasting vanaf de datum dat je aan de voorwaarden voldoet. Dus woonde je samen met iemand en kregen jullie op 12 juni 2023 een kind, dan is dat de datum waarop je elkaars fiscaal partner bent.
Bij toeslagen ben je elkaars partner vanaf de eerste van de maand. In de bovenstaande situatie zou je dus op 1 juli elkaars toeslagpartner zijn. Maar werd de kleine op 1 juni geboren, dan zou het toeslagpartnerschap vanaf die datum gelden.
Verder is van belang dat je maar één fiscaal partner of toeslagpartner kan hebben. Voldoe je met meerdere personen aan de voorwaarden, dan is de volgorde van de lijst voorwaarden van de Belastingdienst leidend. Overigens kan je wel in één jaar wel twee fiscale partners ná elkaar hebben.
Stel dat jij en je liefde met een notarieel samenlevingscontract samenwonen, maar door omstandigheden woont je ex met wie je een kind hebt ook nog in. In dat geval is je nieuwe liefde je fiscaal partner voor de inkomstenbelasting.
3. Wanneer ben je niet (meer) elkaars fiscaal partner?
Uiteraard ben je niet elkaars fiscaal partner, als je niet aan bovenstaande voorwaarden voldoet. Maar daarnaast geldt ook een aantal uitzonderingen als je wél aan de voorwaarden voldoet.
Geen fiscaal partner door uitzonderingen op voorwaarden
Zo ben je eigenlijk automatisch elkaars fiscaal partner als je samenwoont en een minderjarig kind van één van jullie ook inwoont. Maar...in deze situatie hoef je niet elkaars fiscaal partner te zijn, als de een van de ander huurt of als jullie beiden van een derde huren. Je kan het fiscaal partnerschap opheffen met een verzoek aan de Belastingdienst.
Ook als je met een andere volwassene en een minderjarig kind van een van jullie in een opvangwoning of huis voor beschermd wonen belandt, via de Wet maagschappelijke ondersteuning 2015, hoeven jullie geen fiscaal partners te zijn. Je moet dan wel bij de Belastingdienst kunnen aantonen dat de woning aan jullie afzonderlijk is toegekend.
Heb je een stiefkind waarmee je aan één van de voorwaarden voor fiscaal partnerschap voldoet, dan ben je in principe fiscaal partner vanaf het moment dat het stiefkind 18 jaar is. Wil je dat niet, dan kunnen jij en je stiefkind hiervoor gezamenlijk een verzoek indienen bij de Belastingdienst. Jullie zijn dan geen fiscaal partner tot het begin van het kalenderjaar waarin zowel jij en je stiefkind 27 jaar zijn.
Vervalt het fiscaal partnerschap omdat je een van de bovenstaande verzoeken hebt gedaan, dan ben je automatisch ook geen toeslagpartner meer.
Geen fiscaal partner meer omdat de situatie is veranderd
Je bent dus in principe automatisch elkaars fiscaal partner als je trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat, Of als je samenwoont (dus op hetzelfde adres ingeschreven staat) én aan één van de voorwaarden van de lijst van de Belastingdienst voldoet.
Vanzelfsprekend kan de situatie veranderen waardoor je wellicht niet meer aan de voorwaarden voor fiscaal partnerschap voldoet.
Zijn jullie fiscaal partner omdat jullie getrouwd zijn of geregistreerd partner, dan eindigt het fiscaal partnerschap als jullie een verzoek voor een scheiding/ontbinden geregistreerd partnerschap indienen én niet meer op hetzelfde adres ingeschreven staan.
Ga je bijvoorbeeld scheiden maar blijven jullie noodgedwongen samenwonen omdat een van jullie geen woning kan vinden, dan blijven jullie elkaars fiscaal partner
Ben je fiscaal partner omdat jullie samenwonen én aan één van de voorwaarden van de Belastingdienst voldoen, dan eindigt het fiscaal partnerschap zodra jullie niet meer op hetzelfde adres ingeschreven staan, ook al voldoe je nog aan één van de andere voorwaarden.
Voldoe je niet meer aan één van de voorwaarden maar sta je nog wel samen op een adres ingeschreven, dan eindigt het fiscaal partnerschap dus niet.
Goed om te weten: In het jaar dat het fiscaal partnerschap eindigt, mag je nog wel samen aangifte doen voor de inkomstenbelasting.
Op het vervallen van het fiscaal partnerschap geldt een uitzondering als sprake is van een opname in een verzorgings- of verpleeghuis. Jullie blijven fiscale partners ook al voldoen jullie niet meer aan de voorwaarde van samenwonen, tenzij je bij de Belastingdienst laat weten dat je dit niet meer wilt of als een van jullie een andere fiscaal partner krijgt.
Einde toeslagpartner
Het toeslagpartnerschap vervalt ook op het moment dat je niet meer op hetzelfde adres ingeschreven staat. Bij samenwonen met bijvoorbeeld een notarieel samenlevingscontract is het voldoende als jullie niet meer op hetzelfde adres ingeschreven staan.
Ben je getrouwd of geregistreerd partner, dan telt je ex pas niet meer mee voor toeslagen als je een verzoek hebt ingediend voor een scheiding of het ontbinden van het geregistreerd partnerschap én jullie niet meer op hetzelfde adres ingeschreven staan.
De Belastingdienst krijgt de informatie over de scheiding en de verhuizing automatisch door.
4. Wat zijn de voordelen en de nadelen?
Het grootste voordeel van fiscaal partnerschap is dat je inkomsten en aftrekposten slim kunt verdelen zodat je minder belasting betaalt, al zijn er ook situaties waarin het nadelig kan uitpakken. Overigens geldt dit niet voor inkomsten als loon, winst, AOW, pensioen of ander inkomen. Je kunt dus niet jouw loon bij je partner invullen.
De Belastingdienst berekent bij de aangifte inkomstenbelasting overigens de optimale verdeling tussen fiscaal partners.
Hieronder noemen we een aantal voordelen:
- Aftrekposten kun je onder het hoogste inkomen scharen, zodat je meer belastingvoordeel geniet. Gezamenlijke inkomsten en aftrekposten zijn bijvoorbeeld de eigen woning (eigenwoningforfait en de hypotheekrenteaftrek), zorgkosten, studiekosten en giften.
- Wellicht krijg je meer heffingskorting(en) als je samen aangifte doet. (Let op: vanaf 2023 geldt de uitbetaling algemene heffingskorting, arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting aan de minstverdienende partner niet meer voor mensen geboren na 1962)
- In box 3 verdubbelt het heffingsvrij vermogen, dus jullie betalen pas vermogensbelasting boven de 114.000 euro in plaats van boven de 57.000 euro (2023). Dit pakt vooral goed uit als de een nauwelijks of geen vermogen heeft en de ander wel.
- Voor het betalen van belasting geldt een aanslaggrens van 52 euro in 2023. Zit je daaronder dan hoef je geen belasting te betalen. Als fiscaal partners kun je de posten zo verdelen dat één van jullie onder de aanslaggrens blijft, waarmee je een paar tientjes kan besparen.
Er zijn ook nadelen:
- Als je allebei een koopwoning hebt, dan is het fiscaal partnerschap niet per se voordelig. Deze situatie kan zich voordoen als je bijvoorbeeld getrouwd bent maar allebei een eigen woning hebt. Fiscaal partners mogen maar één woning als eigen woning opgeven, wat betekent dat het recht op hypotheekrenteaftrek alleen voor die woning geldt. De andere woning valt in box 3, waar deze onder vermogen valt en je er vermogensbelasting over moet betalen
- Voor aftrekposten gelden drempelbedragen om ervoor in aanmerking te komen. Bij fiscaal partners wordt de drempel dubbel zo hoog waardoor je er wellicht niet meer voor in aanmerking komt, omdat de een meer zorgkosten heeft dan de ander.
- We benoemden eerder al dat fiscaal partners ook vaak toeslagpartners zijn. In dat geval kijkt de Belastingdienst naar jullie gezamenlijke inkomsten om te bepalen of je recht hebt op toeslag en hoeveel. Door het hogere verzamelinkomen kan de toeslag lager uitvallen of vervallen.
5. Wanneer geeft het problemen?
Het fiscaal partnerschap kan vooral voor problemen zorgen als de situatie verandert, bijvoorbeeld omdat je uit elkaar gaat en het fiscaal partnerschap stopt.
De Belastingdienst voerde een campagne om onder andere mensen die scheiden te waarschuwen, want uit steekproeven bleek dat koppels die uit elkaar gaan, veel meer fouten maken bij de aangifte inkomstenbelasting en het aanvragen van toeslagen. Dit kan leiden tot naheffingen van duizenden euro's.
Volgens de Belastingdienst wachten stellen te lang met het aanpassen van hun voorlopige aanslag en hun toeslagen. De gevolgen kunnen groot zijn, zeker als je kinderen hebt omdat ouders mogelijk een kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag ontvangen waarbij het om relatief grote bedragen aan toeslag gaat.
Bij toeslagen is sowieso goed om elke verandering direct door te geven, omdat het om voorschotbedragen gaat die je terug moet betalen, als blijkt dat je minder toeslag toegekend had moeten krijgen. De Belastingdienst heeft een scheidingschecklist in het leven geroepen om fouten te voorkomen.
Fouten die bijvoorbeeld worden gemaakt zijn:
- Als er sprake is van een gezamenlijke koopwoning. Je mag dan hypotheekrente aftrekken voor het deel dat je eigenaar bent van de woning. In veel gevallen zijn beide voor de helft eigenaar en mag ieder maximaal 50 procent hypotheekrente aftrekken. Let op: dit geldt ook als één van de twee de volledige hypotheekrente betaalt.
- Als een van de twee meer hypotheekrente betaalt dan de ander, mag je die als alimentatie als in aftrek gebracht worden. Maar dan moet alimentatie wel overeengekomen zijn in een echtscheidingsconvenant. Is dat niet gebeurd, dan past de fiscus geen aftrek toe.
- Bij toeslagen gaat het vaak mis omdat ex-partners veranderingen niet doorgeven of hun nieuwe (financiële) situatie niet goed inschatten. Bij kinderopvangtoeslag kan bijvoorbeeld het aantal opvanguren veranderen. En wellicht zorgen jullie beiden evenveel voor de kinderen, maar de kinderopvangtoeslag wordt in principe alleen toegekend aan de ouder bij wie de kinderen ingeschreven staan. In dat geval kan de andere ouder alleen kinderopvangtoeslag aanvragen, als je schriftelijk kan aantonen dat er sprake is van co-ouderschap.
In principe hoef je de aangifte niet meer samen in te vullen, zodra je geen fiscaal partner meer bent, maar als je in het jaar van de scheiding nog wel gezamenlijk aangifte doet voor het hele jaar, kan je wel fouten voorkomen.
Het fiscaal partnerschap is wellicht ook onwenselijk in situaties waarin je uit elkaar bent maar noodgedwongen nog samenwoont omdat je ex-partner geen woning kan vinden.
Wellicht heeft dit voor de aangifte inkomstenbelasting en toeslagen geen vervelende gevolgen, omdat er nog niet veel is veranderd in jullie kostenverdeling. Maar als jullie je levens aan het ontvlechten zijn, dan is het misschien vervelend als je rekening moet houden met het inkomen van je ex-partner.