- Nederlandse pensioenfondsen hebben in het eerste kwartaal last gehad van matige prestaties van aandelenmarkten.
- Dit werd echter gecompenseerd door hogere rentes die invloed hebben op de verplichtingen ten aanzien van toekomstige pensioenuitkeringen.
- Per saldo zijn de financiële buffers van pensioenfondsen hierdoor verbeterd, maar de vraag is wat het effect van de beursstorm van april is.
- Lees ook: Grote pensioenbelegger APG bereid om extra miljarden in Europese defensie-aandelen te steken
Nederlandse pensioenfondsen hebben in het eerste kwartaal van dit jaar het hoofd redelijk boven water kunnen houden. De grote vraag is echter wat de beursstorm van april voor schade heeft aangericht bij de financiële buffers van pensioenfondsen.
Voor de zogenoemde dekkingsgraad van pensioenfondsen, ofwel de verhouding tussen de waarde van de beleggingen en de som van toekomstige uitkeringsverplichtingen, zijn diverse factoren van belang.
Aan de bezittingenkant hebben pensioenfondsen in het eerste kwartaal verliezen geleden op de waarde van hun aandelen- en obligatieportefeuilles. Daar staat echter tegenover dat hogere rentes ervoor zorgen dat de berekende waarde van toekomstige uitkeringsverplichtingen lager uitvalt. Per saldo zijn de dekkingsgraden van grote pensioenfondsen hierdoor niet verslechterd in het eerste kwartaal van 2025.
“Wie zegt dat pensioenen saai zijn, komt dit jaar bedrogen uit. Het ontbreekt tot nu toe aan stabiel economisch en politiek vaarwater”, verklaart bestuurder Eric Uijen van metalektrofonds PME. Hij doelt daarmee niet alleen op de onrust op de beurzen over het economisch beleid van de Amerikaanse president Donald Trump, maar ook op het door de sector flink bekritiseerde voorstel van NSC om pensioendeelnemers te laten kiezen of hun opgebouwde pensioen in het oude stelsel moet blijven of mee mag naar het nieuwe stelsel.
Maar "het negatieve rendement op vooral aandelen en vastrentende waarden werd ruimschoots goedgemaakt door de gestegen rente. Die hogere rente maakt dat we minder geld opzij hoeven te zetten voor de huidige en toekomstige pensioenuitkeringen", zegt Joanne Kellermann, bestuursvoorzitter van het Pensioenfonds Zorg & Welzijn (PFZW).
Ondanks de forse beleggingsverliezen gingen de zogenoemde dekkingsgraden van de fondsen daarom toch duidelijk vooruit. Bij PFZW verbeterde deze graadmeter bijvoorbeeld van 109,5 procent eind vorig jaar naar 114,3 procent. Dat betekent dat voor elke 100 euro pensioen die PFZW nu en in de toekomst aan pensioenen zal moeten uitkeren, het fonds 114,30 euro in kas heeft. PME, metaalfonds PMT, ambtenarenfonds ABP en bouwfonds bpfBOUW laten vergelijkbare verbeteringen zien.
Wat doet de beursstorm van april met pensioenfondsen?
Terry Troost, voorzitter namens de werkgevers bij PMT, wijst er wel op dat de cijfers nog maar het beeld geven van eind maart. "Daarna is er een hoop gebeurd. De onrust op de aandelenbeurzen als gevolg van de in april door de VS ingestelde en inmiddels deels gepauzeerde invoerheffingen zien we niet terug in deze cijfers, maar heeft uiteraard impact op ook onze beleggingen."
Analisten van ING wezen er begin deze maand al op dat pensioenfondsen hard geraakt kunnen worden door de financiële onrust. Zo zijn aandelenmarkten per saldo flink gedaald. Wat de rente betreft is het beeld diverser. In de VS is de rente gestegen door afnemende vertrouwen in Amerikaanse staatsleningen, maar in Europa zijn rentes van onder meer Duitse en Nederlandse staatsleningen juist gedaald.
De fondsen benadrukken in hun kwartaalberichten er alles aan te doen hun beleggingen goed te spreiden. "Wanneer de ene belegging minder goed presteert, doet de ander het doorgaans beter en andersom. Daarmee dempen we de pieken en de dalen en zijn we beter bestand tegen schommelingen", zegt ABP-topman Harmen van Wijnen. Toch hopen de fondsen dat alle onrust snel voorbij is. "Ik hoop dat overheden wereldwijd hun hoofd koel houden en dat de markten snel tot bedaren komen", aldus Kellermann.