De centrale bankiers van de Federal Reserve zeggen dat de inflatie de goede kant op gaat, maar niet snel genoeg om de rente te verlagen. Dat blijkt uit de notulen van de meest recente vergadering van de Amerikaanse centrale bank van afgelopen maand.

“De deelnemers willen meer bewijs zien dat de inflatie structureel daalt richting van de 2 procent, alvorens ze overwegen de rente te verlagen”, aldus de notulen.

Inflatie maakt snelle renteverlagingen in VS lastig

Uit de notulen kwam ook enige onenigheid naar boven onder de 19 centrale bankiers van de Fed, omdat sommigen gepleit zouden hebben voor het verder verhogen van de beleidsrente nu de inflatie maar niet sneller daalt. Toch werd de vergadering afgesloten met het besluit om het huidige renteniveau van tussen de 5,25 procent en 5,5 procent handhaafden.

“Verscheidene beleidsmakers merkten op dat, als de inflatie op een hoog niveau zou blijven of verder zou stijgen, het renteniveau misschien zou moeten worden verhoogd”, aldus de notulen. “Zij vinden dat het monetaire beleid klaar moet staan om te reageren op onverwachte economische zwakte.”

Uit de notulen blijkt echter ook op dat een "meerderheid" de economische groei "geleidelijk ziet afkoelen" en vindt dat het huidige beleid "restrictief" is. Een belangrijke term aangezien de beleidsmakers nadenken over hoe restrictief het beleid moet zijn om de inflatie te drukken en geen onnodige economische schade te veroorzaken.

Meerdere beleidsmakers, waaronder voorzitter Jerome Powell, zeggen daarom dat aanhoudende en bemoedigende inflatiecijfers het vertrouwen geven dat de rente binnenkort verlaagd kan worden.

LEES OOK: Gaat Donald Trump de onafhankelijkheid van de Amerikaanse centrale bank aanvallen? De gevolgen kunnen groot zijn