De Amerikaanse opsporingsdienst FBI heeft een paar dagen vóór de aanslagen in Brussel aan de Nederlandse politie informatie verstrekt over de criminele en radicale achtergrond van de aanslagplegers Ibrahim El Bakraoui en zijn broer Khalid. Dat gebeurde op 16 maart.
Dat schrijft justitieminister Ard van der Steur dinsdag in antwoord op 166 vragen aan de Tweede Kamer. De aanslagen gebeurden op 22 maart. De Belgische broers bliezen zichzelf op in respectievelijk de internationale luchthaven Zaventem en in een metrostel bij de halte Maalbeek.
In een nuancering van de antwoorden stelt het ministerie dat de FBI Nederland heeft ingelicht “over het feit dat beide broers werden gezocht door de Belgische autoriteiten”.
Daarbij vermeldden ze de criminele achtergrond van Ibrahim en bij Khalid ging het over terrorisme, extremisme en ronselen. Een dag later, op 17 maart, is dit “aan de orde geweest in een overleg tussen Nederland en België”.
Inval in België
Aanleiding voor de Amerikanen om Nederland te informeren was een inval in Vorst in België, aldus het ministerie. In de antwoorden staat dat de FBI Ibrahim op 25 september op hun ‘watchlist’ heeft geplaatst. Nederland kan die lijst doorzoeken op namen.
Van der Steur wil met de Amerikanen afspreken dat zij hun informatie over hun 'watchlist' beter gaan delen. Nederland is van plan die lijst standaard te gaan raadplegen op vermeende Syriëgangers, aldus de minister.
Uitgezet door Turkije
Nederland kreeg vorige zomer met Ibrahim te maken omdat hij op 14 juli door Turkije was uitgezet naar Nederland en niet naar België. Dat gebeurde op zijn eigen verzoek. Volgens Van der Steur is dat mogelijk, omdat iemand uit een Schengenland mag terugkeren naar ieder land binnen die zone.
De Turken lichtten Nederland wel in over de uitzetting, maar dat gebeurde niet goed en werd niet opgemerkt. Ibrahim stond bovendien niet geregistreerd in de (internationale) opsporingssystemen. Vanaf Schiphol kon de Belg verder reizen. Het is niet bekend hoe lang hij in Nederland is gebleven en wanneer hij in België aankwam.
Ruim 50 tips over ‘man met hoedje'
De Belgische federale politie heeft inmiddels 51 tips gekregen over de ‘man met het vissershoedje’. Dat is de man die vorige week dinsdag met een bagagetrolley vol explosieven op het vliegveld van Brussel liep naast de twee terroristen die zich daar opbliezen.
De politie zette maandag bewakingscamerabeelden van de drie online en vroeg het publiek om informatie. Later op de dag werd de donderdag opgepakte Fayçal C. vrijgelaten. Hij was volgens diverse Belgische media de man met het hoedje, maar hij bleek thuis te zitten ten tijde van de aanslagen.
De taxichauffeur die het drietal op de luchthaven had afgezet meende C., een activist en freelance journalist, te herkennen. C. is volgens zijn advocaat echter onschuldig.
De zoektocht naar de bebrilde man met het hoedje wordt voortgezet.