FBI heeft Apple ook in tweede zaak niet nodig om iPhone in te zien

Justitie in Amerika heeft de iPhone van de San Bernardino-schutter zonder hulp van technologiebedrijf Apple toch weten te kraken. Hoe dat precies is gelukt, is onbekend. Dat meldde persbureau Reuters maandag op basis van uitspraken van een politiewoordvoerder die betrokken is bij de zaak. De telefoon waarom het gaat was van één van de schutters van de aanslag in San Bernardino, in de Verenigde Staten. Bij een schietpartij vielen in december 2015 veertien doden. De FBI wilde graag in de telefoon van de schutter kijken, omdat die mogelijk informatie bevat over met wie schutter Rizwan Farook contact had. De iPhone is echter beveiligd met een pincode. Als tien keer de verkeerde code wordt ingetoetst, wordt de data op de iPhone gewist. Aparte versie besturingssysteem De FBI wilde dat Apple een aparte versie van het besturingssysteem iOS maakt, zodat de beveiliging van de iPhone met ‘brute force’ kan worden gekraakt: alle mogelijke codes worden uitgeprobeerd. Apple weigerde dat te doen en ging in beroep tegen een vonnis van de rechtbank in Los Angeles. Topman Tim Cook stelde dat de FBI vraagt om een achterdeurtje in te bouwen. Dat is vragen om problemen: als de software in de verkeerde handen valt, is iedere iPhone kwetsbaar. Techbedrijven als Google, Microsoft en Facebook schaarden zich achter Apple. Hulp van Israëlisch bedrijf? De zaak lijkt met een sisser af te lopen, nu de Amerikaanse justitie zonder de hulp van Apple toch toegang heeft gekregen tot de telefoon. Mogelijk heeft het departement daarbij hulp gekregen van het Israëlische bedrijf Cellebrite, een dochteronderneming van het Japanse Sun Corp. Cellebrite verdient zijn geld onder meer met het maken van forensische software, waarmee geheime diensten gegevens van mobiele apparaten kunnen halen. Over de manier waarop het mogelijk zou zijn om gegevens op de iPhone uit te lezen zonder de pincode te weten is niets bekend.

Foto EPA

De Amerikaanse autoriteiten hebben ook in een tweede geruchtmakende zaak de hulp van fabrikant Apple niet nodig gehad om informatie op een iPhone te kunnen inzien. Deze keer hoefden rechercheurs van de FBI niet eens de hulp van hackers in te roepen, omdat de eigenaar alsnog de toegangscode gaf.

De betrokken verdachte in een drugszaak had eerder beweerd zich die niet meer te herinneren, zo bleek volgens The Wall Street Journal uit gerechtsstukken.

Het is de tweede keer dat de Amerikaanse overheid uiteindelijk Apple niet via de rechter hoefde te dwingen toegang te geven tot een iPhone. Het bedrijf had in een eerdere zaak de FBI geweigerd te helpen bij het ontgrendelen van een telefoon van de dader van een terreuraanslag in het Californische San Bernardino. Met hulp van hackers wist de federale opsporingsdienst de telefoon uiteindelijk zelf te kraken.

De opsporingsautoriteiten hebben echter nog in verschillende andere zaken tientallen iPhones in bezit waarvan zij de versleuteling niet gekraakt krijgen. Apple wil niet meewerken omdat dat het vertrouwen van de consument in het product en het bedrijf zou ondermijnen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl