Wat mijn vader kan, kan ik ook, dacht Falko Zandstra (37) tien jaar geleden. Na zijn schaatscarrière kon hij niet rentenieren. “Er moest brood op de plank komen voor mijn vrouw en kinderen”, zegt de geboren Heerenveener.
Dus startte hij een eigen bedrijf in dak- en wandbeplating, net als zijn vader Feike ooit deed. “Het ondernemerschap zit in het bloed.”
Falko Dak en Wand is nu gevestigd op industrieterrein De Kuinder in Heerenveen. In het gebouw, dat Zandstra’s bedrijf zelf heeft gebouwd, zijn de schaatsinvloeden onmiskenbaar aanwezig. In de hal hangt een modern schilderij van Zandstra in de vertrouwde kleuren van het Nederlandse schaatspak.
Helen van Goozen, zelf schaatser en vrouw van middenafstandspecialist Mark Tuitert, neemt de telefoontjes aan. In de vergaderkamer boven staat een brede vitrinekast met bekers en medailles. In een hoek staan andere prijzen op de grond.
Zandstra verschijnt in zwart-wit geblokt overhemd in de deuropening. De korte gelharen en heldere ogen geven hem een fris uiterlijk. Alsof hij zo van het natuurijs is gestapt.
Verhuizing bedrijf
Falko Zandstra is een gelauwerd schaatser. Begin jaren negentig was hij er ineens als concurrent van de Noor Johann Olav Koss. Hij won het wereldkampioenschap allround in 1993 en twee Olympische medailles. Zandstra stopte in 1998 met langebaanschaatsen. Hij reed nog een tijdje marathons, maar dat liep op niks uit.
Inmiddels heeft hij al ruim tien jaar een eigen bedrijf in dak- en gevelbeplating. Zandstra haalt de orders binnen, stelt kostenplaatjes op en maakt offertes. Het bedrijf draait goed met een omzet tussen de 3 en 5 miljoen euro. Er werken acht mensen en in november heeft hij een vaste tekenaar aangenomen. Volgend jaar mei verhuist de onderneming naar een groter pand. "Daar heb ik zin in", zegt de oud-schaatser.
Perfectionist
De keuze voor het ondernemerschap past bij Zandstra's persoonlijkheid. "Ik ben een individu. Ik kan niet voor een ander werken. Teamsporters gaan misschien vaker het bedrijfsleven in."
Net als in zijn dagen als topschaatser moet Zandstra constant presteren. "Vroeger moest dat fysiek, nu geestelijk." De prestatiedrang is er niet minder om. "Ik wil met de opdracht naar huis gaan als ik bij een aannemer kom."
Om optimaal te presteren moet alles perfect zijn. Als Zandstra iets doet, moet het goed gebeuren. "Daarom ben ik niet altijd de leukste hier. Ik kan soms best boos worden."
Steel Cladding Noord
De eerste start van de oud-schaatser in de beplatingswereld was een valse. In mei 1998 begon hij Steel Cladding Noord (SCN) met twee kennissen van zijn vader en met zijn zus. Alle vier waren voor een kwart aandeelhouder. Zandstra zou het bedrijf runnen met de rest als stille vennoten.
Maar na anderhalf jaar stapte hij op. "Ik kreeg niet genoeg vrijheid. Ik kon mijn ei niet kwijt." Zes maanden later ging SCN failliet.
Vader als mentor
Vlak na zijn vertrek richtte Zandstra Falko Dak en Wand op. Zijn vader speelde daarbij een grote rol. "Ik wist helemaal niks van beplating en bouwtekeningen", zegt de dertiger, die de lts afmaakte en diploma’s machinebankwerken op C-niveau en lassen heeft.
Van zijn vader leerde Zandstra het vak. Samen analyseerden ze bouwtekeningen en maakten ze kostenramingen. In de beginfase liep Zandstra ook mee op de bouw om alle facetten van het bedrijf te doorgronden.
Bekendheid goede binnenkomer
De eerste opdracht was de schaatsfabriek van Viking in Almere. Hoewel de link met de schaatswereld snel is gelegd kreeg Zandstra de klus niet cadeau. "Toen moest ik ook scherp", zegt de oud-schaatser.
Zijn bekendheid maakt het makkelijk om bij bedrijven binnen te komen. Ook vinden mensen het leuk als Zandstra het werk doet. "Maar uiteindelijk moet je het toch op de prijs doen."
Niet actief netwerken
Netwerken zit niet in Zandstra's aard. In plaats van 's avonds contacten te leggen, brengt hij liever tijd door met zijn vrouw en kinderen. Hij is lid van de businessclub van voetbalvereniging SC Heerenveen, niet van de Rotary. "Ik golf ook, maar niet om het netwerken."
Ooit kreeg hij een uitnodiging van de Jongeren Commerciële Club Friesland. Na één bijeenkomst wist de ondernemer dat het niks voor hem was. "Iemand begroette mij met 'hè kerel'", zegt Zandstra met bekakte stem. "Er zaten een paar balletjes tussen, al hadden ze niet allemaal een aardappel in de keel. Een goede club, maar niet aan mij besteed."
Zandstra heeft weleens een klus gemist omdat hij niet vaak genoeg had geluncht met een opdrachtgever. Maar dat neemt hij voor lief. "Mijn vader ging ook nooit naar openingen." Contacten leggen gaat meer vanzelf. Zo raakte hij op vakantie met iemand aan de praat op de camping. Daar hield hij een opdracht aan over.
Laagdrempelige werksfeer
Dat luchtige en nuchtere past bij Zandstra's rol in zijn bedrijf. Hij voelt zich geen directeur. "Ik wil dat mensen me aanspreken met Falko." De indeling van de werkvloer borduurt daarop voort. "We zitten allemaal in dezelfde ruimte. Ik heb geen aparte plek."
Een grap of een grol moet kunnen. "Soms zeggen ze weleens "hé baas" uit gekheid", vertelt de oud-schaatser. Even later staat collega Niels in de deuropening. "Wilt u nog een kopje koffie, meneer Zandstra?", vraagt hij gekscherend. Zandstra lacht.
Waar is de oud-schaatser het trotst op? Zandstra herhaalt de vraag en denkt na. "Op mijn nieuwe velgen", roept Niels vanuit de naastgelegen kamer. Zandstra doet de grap af met een glimlach. "Het trotst ben ik op wat ik heb neergezet met dit bedrijf. Op de jongens die ik werk geef. En", besluit de familieman, "natuurlijk op mijn gezin."