Talpa-oprichter John de Mol en Facebook gaan mogelijk alsnog in gesprek om gezamenlijk nep-advertenties te bestrijden waarin naam en portret van De Mol worden misbruikt. Het gaat om advertenties op Facebook en Instagram voor bitcoin-producten, waar oplichters achter schuilgaan.
Woensdag diende in Amsterdam een door De Mol aangespannen kort geding, waarin hij strenge maatregelen van Facebook eist. Aan het eind van een urenlange zitting vroeg de rechter partijen een poging te wagen onderling tot een vergelijk te komen.
De Mol en Facebook hebben tot 19 juni de tijd om te onderzoeken of dit lukt. Als dat het geval is, is de rechtszaak van de baan en komt er geen vonnis. Vinden partijen elkaar niet, dan zal de rechter na maximaal vier weken alsnog uitspraak doen.
De Mol eist filter op Facebook
De Mol eist van Facebook onder meer een filter, waardoor advertenties met zijn naam en beeltenis op Facebook en Instagram worden geblokkeerd. Volgens Facebook werkt zo’n filter niet, omdat er slinkse methoden zouden zijn om deze te omzeilen. De Mol vindt dat Facebook slimmigheidjes van oplichters niet tot zijn probleem moeten maken.
De Mol heeft al maanden geleden bij Facebook geklaagd over de nep-advertenties, waarin ook andere bekende Nederlanders ongewild opduiken. De mediamagnaat liep naar eigen zeggen “tegen een muur van onwelwillendheid aan” en zag zich uiteindelijk genoodzaakt tot een gang naar de rechter. De Mol was zelf niet in de rechtszaal aanwezig. Ook Facebook stuurde geen afvaardiging en liet zich door advocaten vertegenwoordigen.
Facebook zegt dat het er alles aan doet om zogeheten scam-advertenties te weren, maar dat het niet meer kan doen dan het nu al doet. De advertenties waarover De Mol heeft geklaagd zijn verwijderd, aldus de advocaten van Facebook. Volgens De Mol gebeurde dit vooral dankzij de inspanningen van een medewerkster van Facebook Nederland en vonden hij en andere BN'ers voor het overige nauwelijks of geen gehoor.