De regeringen van de lidstaten van de EU zijn akkoord met de Brexit-deal.

Het Europees Parlement en het Britse Parlement moeten de deal nog goedkeuren, net als de nationale parlementen in Europa.

De Brexit-deal is het meest omvangrijke bilaterale akkoord dat de Europese Unie ooit heeft afgesloten.

De lidstaten van de Europese Unie hebben groen licht gegeven voor het handelsakkoord met het Verenigd Koninkrijk voor na de Brexit, meldt een woordvoerder. Dat akkoord zal vanaf 1 januari van kracht zijn.

EU-ambassadeurs kwamen maandag in Brussel bij elkaar om het akkoord te bespreken. Het akkoord voorziet erin dat er tijdelijk tariefvrij gehandeld kan blijven worden tussen de EU en het VK nadat het per nieuwjaar de Europese interne markt verlaat.

Het Europees Parlement (EP) moet het akkoord ook nog goedkeuren. Omdat dat pas volgend jaar gebeurt, was er een voorlopige regeling nodig om te verzekeren dat er geen handelstarieven zouden gaan gelden.

De Europese Commissie heeft een voorlopige regeling tot 28 februari voorgesteld om het Europees Parlement de tijd te geven om het handelsakkoord goed door te nemen.

Ook de Britten moeten het akkoord nog ratificeren. Het Britse parlement komt daarvoor op 30 december weer bijeen.

Maandag debatteerde De Tweede Kamer over het Brexit-akkoord. Die was op zich positief over het handelsakkoord met de Britten. Maar de Kamer vindt het niet prettig dat er een type akkoord is gekomen waar de parlementen van lidstaten niet officieel mee hoeven in te stemmen.

"Op het einde hebben we een deal waarbij we ons afvragen: hoe ga je in de toekomst verder met die zaken die in het verdrag zijn vastgelegd", zegt VVD'er André Bosman hierover. "Waar komt het Nederlandse parlement nog aan bod om daarover te spreken?"

Het besluit om voor een 'EU only'-deal te kiezen, waarbij alleen het Europees Parlement dus moet instemmen en niet de nationale parlementen, is onder tijdsdruk genomen. Bosman wil meer zekerheid dat dit in toekomstige gevallen niet nog eens zomaar gebeurt.

De Brexit-deal is het meest omvangrijke bilaterale akkoord dat de Europese Unie ooit heeft afgesloten. Hieronder volgen 5 belangrijke punten uit het akkoord.


1. Goederen: geen importtarieven, afhankelijk van herkomst goederen

De Europese Unie en het VK heffen in principe geen invoertarieven op elkaars producten. Hierbij is de herkomst van producten wel van belang.

Bedrijven die goederen exporteren vanuit de EU of het VK moeten bepalen of een product geproduceerd is op een locatie die onder de regels van de handelsovereenkomst valt. De grens ligt op 60 procent van de productinhoud. Als het gaat om pure wederuitvoer van producten die buiten de EU of het VK zijn geproduceerd kunnen afwijkende regels gelden.

Dit alles betekent sowieso: extra papierwerk en administratiekosten voor importeurs en exporteurs die kostprijsverhogend werken.

Voor specifieke sectoren als landbouwproducten, medicijnen en chemische producten komen er aanvullende bepalingen met betrekking tot certificatie en labels die gebruikt moeten worden om producten onder de tariefvrije bepalingen te laten vallen.


2. Staatssteun en gelijk speelveld

Als er onenigheid is over mogelijke oneerlijke concurrentie, bijvoorbeeld vanwege staatssteun, dan mogen van beide kanten invoerbeperkingen worden doorgevoerd.

Daarnaast zijn er minimumafspraken over regels met betrekking tot arbeidsomstandigheden en milieueisen. Over vier jaar komt er een herevaluatie waarbij gekeken wordt of de afspraken voor beide partijen werkbaar zijn.


3. Oplossing van conflicten: arbitragepanel

Als één van beide partijen het idee heeft dat er sprake is van oneerlijke handelspraktijken kan dit worden aangekaart bij een arbitragecomité dat door de EU en het VK samen wordt opgezet.


4. Visserij: kwart minder voor Europese vissers

Gedurende een overgangsperiode van 5,5 jaar mogen vissers uit de EU 25 procent minder vis vangen in Britse wateren. Daarna moet een nieuwe quota-systeem worden afgesproken.

Lees ook: Nederlandse vissers zien verliezen van paar ton per schip door Brexit-deal en vrezen erger over 5 jaar


5. Diensten: beperking voor zwaargewicht Londen

Dienstverlening is goed voor ruim 40 procent van de Britse export naar de EU, waarbij vooral de financiële sector van groot belang is. Hierover zijn geen aparte afspraken gemaakt.

Gevolg is dat financiële instellingen die vanuit het VK werken, geen automatische toegang meer hebben tot de Europese markt. Om bepaalde activiteiten te kunnen uitvoeren, moeten financiële instellingen operaties hebben binnen EU-landen.

Ook is er geen automatische wederzijdse erkenning meer van diploma's voor bijvoorbeeld artsen, ingenieurs en architecten. Dit werpt extra obstakels op voor arbeidsmigranten.

LEES OOK: Brexitdeal zorgt voor opluchting in meeste sectoren – toch wordt handel met het VK een stuk moeilijker