- Tesla wil de komende tijd flink wat Gigafactories bouwen om de productie te kunnen opschroeven naar 20 miljoen voertuigen per jaar.
- Europese fabrikanten beginnen ook aan de bouw van deze megafabrieken, nu ze allemaal overstappen naar een volledig elektrisch aanbod voor 2030.
- Business Insider zet de plannen van de grootste Europese spelers op een rijtje.
- Lees ook: De Volkswagen ID.2all wordt een €25.000 kostende elektrische VW Polo
Tijdens de presentatie van Tesla’s derde deel van het ‘Masterplan’ eerder deze maand, werd een ding duidelijk: de productie gaat omhoog. Er moeten over een paar jaar 20 miljoen Tesla’s per jaar van de band rollen.
En daarvoor is productiecapaciteit nodig. Er komt dan ook een gigafactory bij in Mexico. Maar daar blijft het waarschijnlijk niet bij, want Musk heeft al eerder aangegeven dat hij 10 tot 12 gigantische Teslafabrieken in de nabije toekomst ziet. Dat betekent dat er dus nog zo’n 6 tot 8 bij moeten komen.
Tesla wil met man en macht de concurrentie voorblijven en trekt daarom steeds meer elementen van het bouwen van EV’s naar zich toe. Het opent binnenkort zelfs een eigen lithiumrafinaderij in Texas. Ook sluit het bedrijf meer en meer contracten met grondstoffenleveranciers buiten China, om een constante toestroom van de belangrijkste basismaterialen te garanderen.
Op dat gebied lijkt het dus nog steeds alsof de Europeanen enorm ver achterliggen. De productie van EV’s haalt het nog steeds niet bij de 1,3 miljoen die Tesla vorig jaar haalde, maar het gat lijkt wel kleiner te worden. Ook de investeringen die de Europese automerken doen in de overstap naar een volledig elektrisch aanbod worden groter en groter.
Het gaat intussen vaker over tientallen miljarden euro’s dan miljoenen, waar het een paar jaar geleden nog over ging. Zo liet Volkswagen deze week niet alleen weten dat het een Gigafactory in Canada gaat bouwen, maar ook dat het 180 miljard euro in de overgang naar de EV voor 2030 investeert.
Maar niet alleen het moordende tempo waarop Tesla door blijft groeien zit de Europeanen dwars, ook de opkomst en afhankelijkheid van China is iets waar ze liever vanaf willen. Op dit moment is China de grootste leverancier van batterijen voor elektrische auto’s en levert het ook het grootste gedeelte van de grondstoffen die nodig zijn om deze te maken.
De afgelopen jaren leerde de auto-industrie door middel van het chiptekort dat afhankelijk zijn van een beperkt aantal landen in Azië geen goed idee is. Daarom zien we nu een hoop productie naar Europa getrokken worden. Tegen 2035 zouden er op ons continent zo’n 40 tot 50 Gigafactories van verschillende (waaronder ook Chinese) partijen moeten staan.
Die moeten goed zijn voor, afhankelijk welke onderzoek je erbij pakt, tussen de 600 en 1.200 gigawattuur (GWh) aan jaarlijkse productie. Niet dat we het daarmee van China winnen, want die zitten ook niet stil en zullen naar verwachting tegen die tijd nog steeds zo’n 30 tot 40 procent meer produceren dat Europese partijen.
Business Insider neemt deze ontwikkeling onder de loep en zet de plannen van de grootste Europese autofabrikanten tot 2030 op een rijtje.
Volkswagen: 6 Gigafactories en 240 GWh productie
Met de investering van 180 miljard euro zou je verwachten dat Volkswagen de sterspeler in de Europese linie is.
Dat klopt deels. Volkswagen doet namelijk, net als Tesla, het grootste gedeelte zelf. Het Duitse autobedrijf heeft hiervoor dochterbedrijf PowerCo in het leven geroepen. Deze overziet alle (nog aan te bouwen) Gigafactories en de productie ervan. De eerste eigen megafabriek ligt in Salzgitter, Duitsland. Het is een al bestaande fabriek die omgebouwd wordt voor de productie van EV’s.
In totaal wil Volkswagen voor 2030 6 Gigafactories op Europees grondgebied draaiende hebben. Twee daarvan zouden in Duitsland moeten komen te staan, een in Zweden, nog een in Spanje en de rest in Oost-Europa.
VW werkt niet helemaal alleen aan de ontwikkeling en productie van batterijtechnologie. Het werkt ook samen met bedrijven als het Zweedse Northvolt aan een Gigafactory in Skelleftea. Daarnaast heeft het ook geld gestoken in QuantumScape, een bedrijf dat werkt aan de solid state-technologie, die gezien wordt als de heilige graal van batterijtechnologie. Al verwacht men voor 2030 hier nog geen op grote schaal produceerbare producten van.
Mercedes-Benz: 8 Gigafactories en 200 GWh productie
Meer fabrieken, maar een lagere totale productie dan VW. Hoe gaat dat werken? Dat is nog niet helemaal duidelijk. De 8 fabrieken en de 200 GWh zijn dan wel gepland voor 2030, maar hebben de kanttekening dat het “klimaat het moet toelaten”.
De helft van de Gigafactories moet in Europa komen, een komt in de VS en de overige drie komen in China.
Mercedes werkt voor alle Gigafactories samen met bestaande partners. In tegenstelling tot VW en Tesla ziet het bedrijf er niets in om deze ontwikkeling helemaal zelf te bekostigen. Daarom sloot het voor drie van de geplande Europese Gigafactories een deal met Stellantis, Total Energies en Siemens. Samen werken ze onder joint venture Automotive Cells Company (ACC) aan onder andere een nieuwe Gigafactory in Termoli in Italië, een in Douvrin Billy-Berclau, Frankrijk en een in Kaiserslautern, Duitsland.
Wat de verdeling aan te produceren GWh per gigafactory gaat zijn, laat Mercedes in het midden.
BMW: 6 Gigafactories en 120 GWh productie
Net als Mercedes heeft BMW geen ambitie om de batterijproductie helemaal zelf op te pakken. Toch wil het voor 2030 120 GWh per jaar aan accupakketten halen uit 6 verschillende Gigafactories.
Twee daarvan komen in Europa te staan en zullen worden gerund door Chinese partners CATL en EVE Energy. Die partners bouwen ook twee Gigafactories in China. De overige twee fabrieken komen in Noord Amerika, maar wie die mag bouwen en runnen is nog niet bekend.
BMW werkt daarnaast samen met SolidPower aan de ontwikkeling van een solid state-batterij. Hieruit zijn al bruikbare producten voortgekomen, maar zijn deze nog niet zo ver dat ze ook klaar zijn voor gebruik in elektrische voertuigen.
Stellantis: 5 Gigafactories en 400 GWh productie
Stellantis heeft wellicht de meest ambitieuze plannen van alle Europese spelers, met een enorme productie uit een relatief laag aantal fabrieken. En daarbij komt ook nog eens dat 3 van de 5 Gigafactories onder de joint venture met Mercedes vallen. Daarvan moet de productie dus gedeeld worden.
De overige twee fabrieken komen in de VS en Canada te staan.
Naast de plannen voor Gigafactories, moeten er ook twee locaties komen waar aan ontwikkeling van de batterijtechnologie gewerkt wordt.
Volvo: 1 Gigafactory met 50 GWh productie
Volvo is niet zo groot als bovenstaande spelers. Daarom is het ook niet verrassend dat het zich vooralsnog beperkt tot slechts 1 Gigafactory met een productie van 50 GWh op jaarbasis.
Het bouwt de fabriek in samenwerking met het Zweedse Northvolt nabij Gotenburg en opent de deuren, mits alles goed gaat, al in 2025.
Op dit moment haalt Volvo 15 GWh aan accupakketten voor hun voertuigen bij Northvolt vandaan. Deze komen uit de Gigafactory in Skelleftea, waar Northvolt ook samenwerkt met Volkswagen.
Voordelen van het verhuizen van de productie naar Europa
Naast toenemende druk om echt werk te maken van elektrificatie en de wens om minder afhankelijk te worden van China, zitten er voor autofabrikanten nog meer voordelen aan het lokaal produceren van accupakketten.
Een belangrijke hiervan is het transport. Batterijen zijn zwaar en groot, en daarmee niet ideaal voor vervoer. Elke kilometer die ze minder hoeven af te leggen om in een auto gemonteerd te worden, scheelt aanzienlijk in de transportkosten. En dat kan weer doorberekend worden in de uiteindelijke prijs van een auto.
Maar ook de ontwikkeling van de technologie kan flink versnellen. Als je hoogopgeleide experts in de buurt van een fabriek hebt zitten, kan je de laatste ontwikkelingen sneller testen, evalueren en naar de markt brengen. Ook is het eenvoudiger om snel aanpassingen in de productie door te voeren, wat verdere kostenbesparingen met zich mee kan brengen.
Hoe mooi de plannen en mega-investeringen van miljarden euro’s ook klinken, ze kunnen alleen waargemaakt worden als de toevoer van belangrijke grondstoffen, waaronder lithium, even hard of harder meegroeit. En juist dat wordt niet verwacht. Experts zien de productie van lithium nog zeker een paar jaar achterblijven op de vraag, als de auto-industrie op het huidige tempo doorgaat met het elektrificeren van het aanbod.
De plannen voor 2030 lijken daarmee toch een tikkeltje rooskleurig.