- Europa is door het wegvallen van de import van Russisch aardgas veel afhankelijker geworden van de wereldmarkt voor vloeibaar aardgas.
- In verband hiermee is een initiatief opgezet voor de gezamenlijk inkoop van gas door Europese spelers.
- Dit inkoopplatform leidt echter nauwelijks tot deals waarbij lagere inkoopprijzen voor aardgas bedongen kunnen worden.
- Lees ook: Europa haalt weer meer aardgas uit Rusland dan uit de VS
Sinds de start van de oorlog in Oekraïne is de aanvoer van Russisch gas naar Europa via pijpleidingen drastisch gedaald. Gevolg is dat Europese landen zich veel sterker hebben moeten wenden tot alternatieven zoals de inkoop van vloeibaar aardgas uit onder meer de VS, Algerije en Qatar. Pogingen om daarbij tot een gezamenlijke inkoop te komen zijn echter nog niet heel succesvol.
Vanuit de Europese Commissie is een initiatief opgezet voor een platform waar Europese inkopers van aardgas gezamenlijk kunnen optreden. Het idee is dat hiermee een betere onderhandelingspositie ontstaat ten opzichte van partijen die gas aan EU-landen verkopen.
Echter, in de praktijk blijkt dit inkoopplatform nog niet veel voordeel op te leveren, zo melden goed geïnformeerde bronnen die de Britse zakenkrant Financial Times sprak.
Nauwelijks gezamenlijke inkoop aardgas door Europese afnemers
Per saldo zou maar zo'n 2 procent van de potentiële Europese gasvraag via het gezamenlijke inkoopplatform zijn gelopen, sinds de introductie van 'AggregateEU'.
Volgens bronnen bij energiebedrijven die de FT sprak, werkt het platform van de EU meer als een mechanisme om partijen in contact met elkaar te brengen, maar worden inkoopdeals de facto nog grotendeels bilateraal afgesloten. Er is daardoor ook geen sprake van het afdwingen van lagere prijzen door gezamenlijk opererende Europese inkopers.
De directeur van de Europese koepel van gasbedrijven Eurogas wijst ook op de concurrentieregels die binnen de EU gelden. "We kunnen niet echt als consortia optreden, tenzij er uitzonderingen komen op de mededingingsregels van de EU", geeft Andreas Guth aan tegenover de FT.